West-Vlamingen lijnrecht tegenover elkaar in ‘veggieburgeroorlog’

Spreken we straks van plantenschijven in plaats van veggieburgers? Links: Paul Florizoone, rechts: Ivan Claeys. © Montage KW
Olaf Verhaeghe

Volgende week buigt het Europees Parlement zich over de benaming van vegetarische producten en vleesvervangers. Het ‘vegaburgerverbod’ zou producenten van dergelijke producten verbieden om nog langer termen als ‘burger’ of ‘worst’ te gebruiken. Heet een veggieburger straks plantenschijf en spreken we binnenkort over een groentebol? Wij vroegen het aan een West-Vlaamse voor- en tegenstander van het verbod.

POLL: wat denk jij van het vegaburgerverbod?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Voor het verbod: Ivan Claeys van de Landsbond der Beenhouwers

Kortrijkzaan Ivan Claeys is al 22 jaar West-Vlaams en intussen zeven jaar nationaal voorzitter van de Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België. Al jaren pleit hij voor een verbod op het gebruik van naar vlees verwijzende benamingen voor vegetarische producten.

Ivan Claeys
Ivan Claeys© Olaf Verhaeghe

“Het is zo simpel als het groot is: wat men verkoopt, is geen vlees. Waarom zou je het dan vlees noemen? De enige reden waarom grote multinationals en producenten van veggieproducten willen vasthouden aan termen als burger en worst is omdat het zo beter verkoopt”, zegt Ivan Claeys. “Het kind moet een naam krijgen, maar in onze ogen is het pure misleiding. Een fiets verkoop je toch ook niet als een Mercedes? Het gaat hier om een minderwaardig product dat in de verste verte niets met vlees te maken heeft. Benoem het zoals het is, niet om te verkopen.”

Vier poten

Zelf kreeg Ivan jaren geleden een vermaning van de FOD Economie omdat hij in zijn slagerij een kippenburger verkocht. “Dat mocht niet, omdat de term burger verwijst naar een bereiding van het vlees van een dier met vier poten. Aangezien een kip maar twee poten heeft, was burger hier dus niet op zijn plaats. Maar een groente- of kikkererwtenburger zou wel zo genoemd moeten worden? Daar knelt voor ons het schoentje: het is niet consequent, fout en voor de consument vooral misleidend. Waarom denk je dat vegetarische producten in de supermarkten tussen of vlak bij het vlees liggen? Om beter te verkopen dankzij de associatie met vlees. Al die vegetariërs en veganisten zijn zo tegen vlees, alles aan vlees is slecht. Maar de naam? Die behouden ze toch liever.”

Groentebol

“Nog zoiets: een vegetarische slager. Dat is simpelweg verkeerd. Volgens het Groene Boekje is een slager iemand die vlees verwerkt en verkoopt. Wie uitsluitend op basis van groenten of allerlei plantaardige producten werkt, kan dus nooit aan de definitie van slager beantwoorden”, aldus Ivan. “Over de voedingswaarde en of veggie gezond is, kunnen we discussiëren, maar op zich hebben we geen probleem met de producten in se. Iedereen eet wat hij of zij zelf wil. Maar geef het de juiste naam: een groentebol of plantenschijf.”

Tegen het verbod: Paul Florizoone van Greenway

Paul Florizoone, oprichter van restaurantketen Greenway en producent van vegetarische en vegan alternatieven en vleesvervangers, is tegenstander van het hangende verbod. “Uiteraard zouden wij liever de huidige benamingen behouden, puur voor de duidelijkheid”, zegt hij. “Een burger kan perfect zowel uit vlees bestaan als plantaardig zijn samengesteld. Zolang op de verpakking duidelijk genoeg is aangegeven of het al dan niet om een vegi-alternatief gaat, is dat toch ruimschoots voldoende? De kritiek als zou de naam groenteburger de consument misleiden, is in mijn ogen gewoon absurd.”

Defensief

Volgens Paul Florizoone verwijst de term burger vandaag vooral naar de vorm en dus niet per se naar de voedingsmiddelen waaruit die bestaat. “Het woord is al zodanig ingeburgerd dat er zich geen problemen kunnen voordoen. Geloof mij, de consument die in de winkel voor de rekken staat, kan heus het verschil tussen een hamburger en een groenteburger zien. Ik vergelijk het met kokosmelk: mensen verwarren dat ook niet met de melk van een koe. Wat je wel hebt, en dat zie ik absoluut als een voordeel: de benaming helpt om vegetarische producten bij een groter publiek te introduceren en toegankelijker te maken. Zo leren mensen die anders misschien nooit met dergelijke alternatieven in aanraking zouden komen, veggie en vegan eventueel ook appreciëren. Pleiten voor een verbod op het gebrek van die termen, vind ik eerlijk gezegd een vrij defensieve reflex van de vleesindustrie.”

Paul Florizoone.
Paul Florizoone.© Guillaume Decock

Mee leren leven

Want, zo oppert de Greenway-oprichter, de evolutie naar een samenleving waar minder vlees wordt geconsumeerd, is ingezet en kan je niet tegenhouden. “Kwaliteitsvlees zal altijd blijven bestaan, en maar goed ook. Vlees zal volgens mij wel een rol blijven spelen in onze voedingsgewoontes. Maar die gewoontes zijn wel veranderd, die evolueren. Face it guys, leer er mee leven en steek je energie toch niet in dit soort symbooldossiers. Er zijn voldoende andere problemen waar we onze tijd en moeite kunnen en moeten insteken. Met respect en begrip voor elkaar, komen we veel verder dan met een verbod op het gebruik van bepaalde woorden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier