West-Vlaamse topref breekt taboe: “Het voetbal heeft meer homo’s nodig”

Scheidsrechter Robin Lefever wil hét taboe in de voetbalwereld doorbreken. © PM
Hannes Hosten

“Ik heb getwijfeld om dit interview te geven. Iedereen zal nu weten wat mijn geaardheid is… Maar ik vind het belangrijk dat meer en meer mensen uit de voetbalwereld van zich laten horen met zo’n verhalen. Dan zal het misschien ook meer aanvaard worden.” Robin Lefever (29) uit Oostende is een scheidsrechter met een missie. Hij hoort bij de 40 beste refs van het land, maar hij is ook homo. En dat is in het voetbal nog altijd geen cadeau. Daarom doet hij bij ons zijn opvallende oproep. “We hebben meer voorbeelden nodig.”

Discriminerende en kwetsende uitlatingen op en rond het voetbalplein: het is nog altijd wekelijkse kost. De Pro League en de Koninklijke Belgische Voetbalbond proberen daar iets aan te doen en stelden de voorbije seizoenen, in samenwerking met clubs, overheid en experten-organisaties een actieplan op. Daardoor is het bewustzijn verhoogd. Het bondsreglement is ook aangepast, waardoor onaanvaardbare spreekkoren de facto worden vervolgd.

Toch blijft er veel werk aan de winkel. Daarom ontwikkelde de Pro League een handleiding, die de clubs moet bijstaan in hun strijd tegen discriminatie. De handleiding wordt komende woensdag voorgesteld in aanwezigheid van Mister Gay Belgium Matthias De Roover, zelf een voetballer en een van de weinigen die zich openlijk out als gay. Ook homoseksuele arbiters vind je maar zelden in het Belgische voetbal. “Ik ken er wel enkelen, maar niet van iedereen is het geweten”, zegt Robin Lefever, een scheidsrechter die zijn geaardheid niet wegstopt.

Sinds veertiende

“Ik ben uit Izenberge afkomstig en voetbalde van mijn zesde tot mijn 16, 17 jaar. Ik speelde eerst bij Poperinge, waar ik school liep, en transfereerde later naar Diksmuide”, vertelt Robin, die master is in de orthopedagogiek en sinds bijna twee jaar met zijn partner Expo & Kafie uitbaat, een ontbijt- en lunchbar in Oostende, waar je tegelijk ook alle interieurartikelen kan kopen. “Op mijn 14de begon ik vrijwillig als arbiter in de jeugdreeksen. Ik deed het graag en kreeg positieve reacties, waardoor ik een cursus ging volgen en officieel scheidsrechter werd.”

Soms vraag ik me af of ik niet minder snel ben opgeklommen als scheids, omdat ik ben wie ik ben

“Rond mijn 16de kreeg ik de kans om de beloftencursus voor scheidsrechters te volgen. Ze zagen potentieel in mij, maar het betekende wel dat ik niet zelf meer kon shotten. Een moeilijke keuze. Mijn papa was een hevige supporter en zag mij liefst verder voetballen, mijn mama zag vooral dat ik de vele trainingen beu was en al veel blessures had opgelopen. Er kwam een compromis uit de bus: ik werd arbiter, speelde geen matchen meer, maar bleef trainen bij de club“, legt Robin uit.

Niet goed in groep

“Zelf gaf ik er de voorkeur aan om scheidsrechter te worden. Ik was een degelijke verdediger, maar niet echt top. Bovendien was ik aan het puberen en voelde ik me niet echt goed in de groep. Ik weet niet of dat iets met mijn homoseksualiteit te maken had. Op mijn 16de wist ik het voor mezelf, op mijn 18de heb ik het mijn ouders verteld. Ik worstelde er wel mee, maar mijn ploegmaats wisten van niets. Het kan een van de redenen zijn geweest waarom ik me er minder goed thuis voelde, al speelde het ook mee dat ik in Poperinge naar school ging en de anderen in Diksmuide.”

Robin klom op als ref en fluit nu bij de Eerste klasse amateurs, het derde niveau in de voetbalhiërarchie en de hoogste amateurklasse. “Het is nog maar het vierde seizoen dat dit niveau bestaat”, legt Robin uit. “De mindere spelers uit de vroegere tweede klasse spelen er samen met de betere spelers uit de vroegere derde klasse. Ik fluit bijna wekelijks en soms zelfs meerdere keren per week in heel Vlaanderen. Ik stop er veel tijd in: de wedstrijden, dikwijls verre verplaatsingen, maar ook heel wat voorbereiding: ik lees matchverslagen, probeer de spelers te kennen en zoek uit of ze al veel gele kaarten hebben gekregen.”

Gele of rode kaart

“Doordat ik in heel Vlaanderen ga fluiten, weten de meeste spelers en supporters niet dat ik homo ben. Maar er zijn er natuurlijk altijd die eens googelen om een beeld te krijgen van wie de ref is. Dan is het niet zo moeilijk om terug te vinden wie ik ben. De clubleiding praat er niet over, maar het gebeurt wel eens dat spelers of supporters mij wat naar het hoofd slingeren. Homo! Of Steek je vlag in je reet! naar een assistent. Dat ben ik vroeger even geweest. Ik vind dat het op mijn niveau meevalt, maar zoals gezegd: de meesten weten niet dat ik homo ben. Ik vraag me af wat er zou gebeuren mocht iedereen het weten.”

West-Vlaamse topref breekt taboe:
© PM

“Op uithalen van supporters reageer ik niet”, vertelt Robin. “Als het te hevig wordt, kan de arbiter de wedstrijd stil leggen, maar dat heb ik nog nooit gedaan. Anders is het als spelers een homofobe uitspraak doen. Soms zet ik eens mijn oorkleppen op, maar als het te erg is, kan ik dat als scheidsrechter niet laten passeren. Dan trek ik een gele of eventueel een rode kaart. Daar maak ik dan ook een verslag van op. Maar dat is in mijn hele loopbaan nog maar twee of drie keer gebeurd.”

Erger op lager niveau

“De speler die een kaart krijgt, zal wel weten waarom. Voor de andere spelers en ook voor de supporters is het minder duidelijk. Een fout of een tackle is meestal wel te zien, een kwetsende uitspraak heeft niet iedereen gehoord. Dat is dus moeilijker te verkopen, maar ik probeer het wel uit te leggen. Na de match of onmiddellijk, als de kapitein me komt aanspreken. Volgens mij komen die uithalen op lager niveau meer voor dan op het niveau waar ik nu fluit”, zegt Robin. “Misschien omdat je daar dichter bij huis zit en er meer mensen je kennen. Of omdat je op lokale voetbalvelden beter hoort wat er allemaal geroepen wordt dan in een groot stadion met honderden of duizenden mensen.”

Lang blijven hangen

“Ik weet niet of ik nog hogerop kan als scheidsrechter. Ik doe mijn best om nog stappen voorwaarts te zetten, maar ben nu al bij de 40 beste scheidsrechters van België. Bovendien trekt de voetbalbond vooral de kaart van de jeugd. Ze willen jonge krachten zo snel mogelijk opleiden, zodat we op termijn kans maken op Belgische topscheidsrechters van internationaal niveau. Met mijn 29 jaar ben ik nog jong, maar geen jeugd meer. Al is het ook niet uitgesloten dat ik nog op een hoger niveau mag fluiten.”

“Ik bleef drie jaar op het provinciale niveau hangen”, aldus Robin. En dan, weifelend: “Soms vraag ik me af of ik niet minder snel ben opgeklommen, omdat ik ben wie ik ben. Ik weet niet of iedereen ervan overtuigd is dat een scheidsrechter die homo is op topniveau kan fluiten. Ik heb het gevoel dat dat heeft meegespeeld. En dat ik misschien daardoor tijd verloren heb om nog hogerop te kunnen raken. Maar dat zal je nooit met zekerheid weten.”

Dik vel

“Met dit interview stel ik me kwetsbaar op. Hierdoor komen meer mensen te weten wat mijn geaardheid is. Ik heb getwijfeld, maar ik denk dat het belangrijk is dat meer en meer mensen naar voren stappen met zo’n verhalen. Dan zal het misschien ook meer aanvaard worden. Daarom heb ik toegezegd voor dit interview. Nu zijn er in eerste klasse A en B geen homoscheidsrechters. Toch niet openlijk. In de lagere klassen ken ik er wel. Van sommigen is het geweten, van anderen niet. Het zou goed zijn mochten er meer voorbeelden zijn, zowel spelers als scheidsrechters.”

Spelers die ‘homo!’ roepen krijgen van mij de rode kaart

“Mijn vel is dik genoeg. Dat moet ook als arbiter”, lacht Robin. “Ook andere scheidsrechters krijgen veel naar het hoofd geslingerd. Maar dat betekent niet dat we het normaal moeten vinden. Ik heb het gevoel dat er in het voetbal nog altijd veel kan en mag zonder dat het bestraft wordt. Als ik de media van de laatste weken volg, zie ik weer meer kwetsende uithalen. Racisme in de match KV Mechelen-Charleroi. Oerwoudgeluiden tegen een zwarte speler in het Italiaanse voetbal. Racistische supporters op de EK-kwalificatiematch Bulgarije-Engeland… en vaak wordt het amper bestraft. We moeten daar echt paal en perk aan stellen.”

Moeilijk refs te vinden

“De handleiding van de Pro League is een goede zaak, maar die zou in alle takken van het voetbal moeten worden verspreid en toegepast”, vindt Robin. “Niet alleen in de hoogste klassen, maar ook in het provinciale voetbal. En er moet worden opgetreden. Voetbalclubs zijn geen scholen, maar ze hebben wel een opvoedende taak. Zo vroeg mogelijk spelers en ouders sensibiliseren en alles doen om supporters met kwetsende uithalen te identificeren. In eerste klasse zijn er nu al match delegates, die bij onregelmatigheden een rapport moeten opmaken voor de voetbalbond. De bond kan dan ingrijpen.”

“Ref zijn, het is niet makkelijk”, zucht Robin. “Ze hebben het nu al moeilijk om voldoende mensen te vinden. Hoe zou dat komen? Begin maar eens als jonge gast van 15 jaar, met langs de kant ouders die je staan uit te maken. Je moet het maar doen hé! We moeten veel meer inzetten op respect, op en naast het veld. Door proactief, maar ook bestraffend op te treden. Er zijn clubs die proberen om er iets aan te doen, maar ik denk dat er nog veel werk is.”