“Welkom in de beruchte Smedenstraat in Brugge!”

12 van de 36 handelszaken in de Smedenstraat in Brugge worden uitgebaat door nieuwe Bruggelingen. © Davy Coghe Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

“Welkom in de beruchte Smedenstraat!” Met die knipoog ontvangt de Kosovaarse barbier Artan Dauti ons in zijn kapsalon. De Stad Brugge pakt uit met een actieplan om het onveiligheidsgevoel in deze diverse buurt te temperen en het handelsleven een boost te geven.

De Smedenstraat onderging de voorbije jaren een opvallende transitie. Vooral het profiel van de handelszaken is grondig gewijzigd. Sterkhouders als groentewinkel Versyp en kledingzaak Noteboom zijn gestopt. Interimkantoren hebben plaatsgemaakt voor barbieren en voedingswinkels uitgebaat door nieuwe Bruggelingen.

“Het oude DNA van de straat is dit van delicatessenzaken, terwijl het nieuwe DNA verwijst naar multiculturele ondernemers”, zegt burgemeester Dirk De fauw. Volgens korpschef Dirk Van Nuffel hebben 12 van de 36 handelszaken een zaakvoerder van buitenlandse origine. Er zijn onder meer drie Afghaanse kruideniers, drie barbiers, een Marokkaanse slager en de Pakistaanse supermarkt Ali Baba.

Actieplan

Schepen van Ondernemen Pablo Annys relativeert: “Momenteel staan slechts vier handelspanden leeg.” En toch toch pakt Stad Brugge uit met een actieplan voor de Smedenstraat, die de buurt ook moet klaarstomen voor de komst van de nieuwe beurshal en congreszaal. Eén van die lege handelsruimtes, op de hoek met de Kegelschoolstraat, wordt voor twee jaar door de stad gehuurd om er enkele stadsdiensten een uitvalsbasis te geven. Het Centrummanagement krijgt er een kantoor, net als wijkagent Philip Malbrancke. “Dit stadspand moet een creatieve hub worden voor starters en een positieve impact teweegbrengen op de ondernemerscultuur in de Smedenstraat”, aldus Pablo Annys. Schepen van eigendommen Mercedes Van Volcem hoopt dat de eigenaars meewerken aan een gunstig verhuurklimaat via een redelijke prijszetting, zodat de leegstand verdwijnt.

Volgens Mohammed, een Nederlander van Marokkaanse origine die werkt in de slagerij Baraka van Adil Arbaj, zijn de huurprijzen van enkele leegstaande panden de laatste tijd, mede door corona, al gevoelig gedaald: “Met maar liefst 1.000 euro. Vroeger werd 3.000 euro gevraagd, nu zijn de prijzen gezakt tot 2.000 euro.”

Deze halal beenhouwerij is al drie jaar in de Smedenstraat gevestigd. Ze bevindt zich vlakbij tearoom ‘t Zandkoekje, dat zeven jaar geleden door de Roemeense Mihaele Dobre overgenomen werd. Haar Belgische kelner plaagt haar: “Problemen in de Smedenstraat? Er zitten hier te veel vreemdelingen!” Zelf betreurt Mihaele dat de viswinkel en de schoenwinkel uit de Smedenstraat verdwenen zijn: “En door de pandemie blijven de toeristen weg. Gelukkig heb ik hier ook mijn vaste klanten.”

De Afghaanse student Momen Dawra (17) volgt deeltijds onderwijs en spreekt al goed Nederlands, hoewel hij nog maar twee jaar in West-Brugge woont: “Ik heb vernomen dat er extra beveiligingscamera’s geplaatst zijn. Nochtans heb ik geen weet van veel vechtpartijen of drugs dealen in de wijk. Af en toe zitten Afghanen wel ‘s avonds laat buiten te chillen, met wat muziek. Misschien geeft dit een fout beeld? We doen geen kwaad.”

De Kosovaarse barbier Artan Dauti, die samen met zijn ouders al bijna 18 jaar kapsalon Luan uitbaat, zegt met een knipoog: “Welkom in de beruchte Smedenstraat! Ik begrijp die heisa helemaal niet. Toegegeven, er is meer druggebruik onder de Brugse jongeren. Dat is niet alleen zo in West-Brugge. Het onveiligheidsgevoel is subjectief, de bange blanke Bruggeling voelt zich niet op zijn gemak en is geïntimideerd als hij enkele bruine of zwarte mensen samen op straat ziet. Dat is jammer, ik voel mij hier in elk geval niet onveilig.”

Lugubere man

“Dat er in onze straat op korte tijd drie nieuwe barbiers bij gekomen zijn, valt op in Brugge. West-Vlaanderen volgt met vertraging een trend die zich al eerder in grootsteden als Antwerpen, Brussel en Gent manifesteerde. Goed verzorgde baarden zijn in, de gewone man imiteert zijn internationale idolen”, aldus Artan Dauti.

Aldo Laevens, die al 17 jaar delicatessenzaak Jam Jam runt, luidt een andere klok: “Mijn vriendin is al achtervolgd door een lugubere man toen ze ‘s avonds naar de parking stapte. Er is niks gebeurd, maar ze was echt bang. Ik ben geen racist, maar ik vrees dat onze straat over vijf jaar zal verloederd zijn als er zich geen nieuwe restaurants, kledingwinkels of speciaalzaken meer vestigen. Daarom is het goed dat de Stad uitpakt met een actieplan en met meer camerabewaking.”

Opticien Alain Blomme, die sedert 1973 in de Smedenstraat gevestigd is, wijst erop dat er nog veel kwalitatieve winkels in de buurt zijn: “Denk maar aan kaaswinkel Top, beddenzaak Auping en de fietsenwinkel van Wim Proot. De leegstand is beperkt tot vier handelspanden. Vergelijk het eens met het Brugs Handelscentrum met 27 leegstaande winkels. Tijdens de pandemie heb ik vaak een wandeling gedaan in de buurt, ik voelde mij niet onveilig en heb geen incidenten meegemaakt. Ik zag één keer een vechtpartij, dat gebeurt toch overal?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier