Week van de Bij: Brugse onderwijsinspecteur schrijft kinderboekje over bijtjes

"Met dit boekje ga je niet aan de slag om zelf te gaan imkeren, maar je wekt er wel de interesse mee op bij jonge kinderen", stelt Peter De Clerck. © Davy Coghe
Thomas Rosseel
Thomas Rosseel Journalist

De spotlights staan komende week helemaal op de bijtjes gericht. Met de Week van de Bij roept de overheid op tot aandacht en positieve acties voor deze fascinerende en uiterst nuttige honingmakers. Peter De Clerck (55) uit Brugge ging nog een stap verder. Als een van de imkers van Hoeve Hangerijn in Assebroek schreef hij een boekje op rijm om ook de allerkleinsten in de wereld van de bij onder te dompelen. “Bijtjes behoren tot de interesse- en leefwereld van kinderen.”

In het dagelijkse leven is de Bruggeling onderwijsinspecteur. Een jaar of vier geleden ontdekte hij de passie van het imkeren en is hij amateurimker in Hoeve Hangerijn. “Het is stilaan hoogseizoen voor de bij. Dan telt een kast zo’n 60 à 90.000 ijverige bijen”, weet Peter, die zelf best een bezige bij is. “Ik ben ook officieel stadsgids in Brugge en werk mee aan de app iBruges. In die context viel mijn oog een tijdje geleden op het boekje Het zwaantje van Brugge van Terry Van Driel. Ik stelde Terry voor om iets in die lijn te maken rond de bijen. Als jij het dan schrijft, zei hij. Ik ging akkoord en Terry besloot het uit te geven. Ik hoef er niets aan te verdienen en vond het gewoon fijn om de bijen zo onder de aandacht te brengen. Ik ben best trots op het resultaat.” Dat resultaat is een fijn boek op rijm voor peuters en kleuters: De bijtjes van Juliette en Juliaan. Elke pagina leert de kleuters iets bij over de kledij van de imker, de ontwikkeling van de bijen, hun voedsel, noem maar op.

Waarom wou je dit boekje eigenlijk zo graag maken?

“Het voelde als een uitdaging. Schrijven voor kleuters is moeilijk. Vanuit mijn beroepservaring weet ik dat veel kleuteronderwijzers wel íets doen rond bijen, maar niet altijd het fijne ervan weten. Ik neem hen dat uiteraard niet kwalijk. Dit boekje biedt de mogelijkheid om per pagina een thema over de bijen aan te snijden. De rijmpjes bevorderen de taalontwikkeling en Heinrich Walgraeve zorgde voor de vertaling in het Frans. Er is inhoudelijk over nagedacht om iets meer te maken dan zomaar een boekje. Met dit boekje ga je niet aan de slag om zelf te gaan imkeren, maar je wekt er wel de interesse mee op bij jonge kinderen.”

Waarom is het belangrijk dat kinderen dit leren?

“Jonge kinderen leren heel veel en alles is in feite belangrijk. Maar kinderen worden in hun brede ontwikkeling altijd getriggerd door extremen, enerzijds de hele grote dieren, zoals dinosaurussen, en anderzijds de kleinste beestjes. Wat vinden kleuters bijvoorbeeld fijner dan wroeten in de aarde om pissebedden en wormen te zoeken? Ook bijen vinden ze fascinerend en sympathiek. Denk maar aan Maya de Bij. De bij wordt heel vaak lieflijk voorgesteld. Heel wat kleuterscholen hebben trouwens een bijtjesklas. Ze behoren nu eenmaal tot de leefwereld en interesse van jonge kinderen.”

“Bovendien wil ik sensibiliseren. In de huidige maatschappij is er meer en meer aandacht voor de bijen. Het imkeren zit in de lift, net als het product dat ze afleveren. Mensen willen eerlijke honing en kopen die graag lokaal. Uiteraard vind ik het belangrijk dat er, als onderwijsman, correcte informatie gegeven wordt. De ervaring leert mij dat de wereld van de bijen ook voor volwassen mensen geheimzinnig en onbekend is. Als ik mijn imkerpak aanheb, vinden mensen dat mysterieus en komen de vragen over bijen als vanzelf.”

De Week van de Bij staat voor de deur. Gaat het goed met de bijen in onze streek?

“Neen. Eerst en vooral is er een heel eigenaardig fenomeen qua seizoenwissels. De winters zijn niet streng genoeg. Bijen vliegen langer uit vooraleer ze in de winter in de kasten blijven. Ten tweede is er de varroamijt. Een heel vervelend beest dat heel wat bijenvolkeren onderuithaalt. Ook pesticiden doen geen goed aan de bijen. Wel positief is dat mensen meer aandacht hebben voor bloemen. Maar echt goed met de bijen gaat het dus niet.”

Hoe kunnen we ze helpen?

“Eerst en vooral moet je respect voor ze hebben. Kinderen moeten bijen respecteren en leren dat ze er niet bang voor moeten zijn. Als imker geef ik die zaken graag mee als mensen Hoeve Hangerijn bezoeken en de kasten zien staan. Belangrijk is ook de beroepstrots van de leerkrachten om zelf activiteiten op te zetten voor en over bijen. Ik denk maar aan bijenhotels of een imker uitnodigen op school.”

Tot slot: hoe kwam je op de namen Juliette en Juliaan?

“Ik vind Juliette sowieso een leuke naam. Elke kast telt één koningin, die allemaal de naam Juliette dragen. Dat is ook een administratief handigheidje. Hoe het met de kasten gaat, leg ik vast in een computerprogramma. Mijn bestanden heten dan Juliette 1, Juliette 2… In de imkerwereld heb je trouwens traditioneel meer mannen dan vrouwen. Ik wil ook dat rolmodel doorbreken. Ook dames zijn geïnteresseerd in het imkeren. Daarom heb ik als hoofdimker in het boekje een vrouwtje gekozen. Daarnaast is er Juliaan, wiens naam gewoon goed paste bij Juliette. Juliaan heeft een donkere huid, zonder te stigmatiseren. Om ook daar multicultureel te werken en het stereotiepe te doorbreken. Ik vond dat belangrijk.”

De bijtjes van Juliette en Juliaan – vanaf 2 jaar – 9,95 euro – uitg. Van Driel. Een boekje bestellen en educatief materiaal vind je via www.juliette-en-juliaan.be