De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Café De Garage in Outrijve: “We zouden kunnen groeien maar we blijven hier, bij Francine”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Kurt Vandemaele op zoek naar de wijheid in de kan, deze week in Café De Garage in Outrijve.

Ieder volkscafeetje mag dan anders zijn, de verhalen zijn op de ene of andere manier altijd dezelfde. Outrijve is weliswaar gelegen in die contreien waar de tweeklanken uitgesproken worden alsof zelfs geheelonthouders er dronken zijn, de cafépraat is er niet anders dan elders.

‘Iedereen kent iedereen’ of ‘oes kent oes’, zeggen ook daar de tooghangers op de vraag wat de charme is van hun stamkroeg. En net als zoveel volkscafeetjes in de provincie, wordt ook ‘Café De Garage’ uitgebaat door een weduwe. Want ook nabij de Schelde is de vrouw het sterke geslacht. Al herinnert Francine zich makkelijk de momenten dat ze niet zo sterk was. Heeft ze er veel gelachen, even vaak heeft ze er gehuild.

Tien jaar geleden verloor ze in korte tijd haar man, haar zus en haar moeder. En zonder haar dochter had ze toen ook haar cafeetje gesloten. “Maar mijn dochter zei : ‘Ma, het café is juist de manier om onder de mensen te blijven komen.” Het waren jaren van stil verdriet. “Mensen verstonden dat niet. Ze zeiden : ‘Ge ziet er goed uit, ge stelt het goed.’ Maar ze voelen je binnenste niet. Je tracht je goed voor te doen, te lachen, te klappen.”

Een cafébaas mag zelf beslissen of er in zijn zaak gerookt wordt of niet

Ze doorworstelde de moeilijke jaren. En nu, op haar zesenzestig, houdt ze het café alleen nog in het weekend open, vanaf ‘s vrijdags om 16u30. Tijdens de week versiert ze haar café, ze zorgt ze voor de kleinkinderen, voor de hond Sloeber, die graag een Rodenbach drinkt, voor Stella de kat en voor haar konijn dat Blanche heet, omdat ‘Witteke van Hoegaarden’ te lang was als naam.

“Als het vrijdag is, verlang ik ernaar om de mensen te zien komen. Mijn dochter had gelijk.” Je voelt meteen waarover ze het heeft wanneer de gasten binnendruppelen. “We zijn allemaal maten,” zeggen ze. Ook al laten de rokers haar snel weer achter om op de koer een sigaretje op te steken. Sommige van de niet-rokers lopen mee om het gesprek niet stop te moeten zetten. Toevallig gaat het over roken. “In Oostenrijk mag je nog altijd roken op café, las ik,” zegt iemand.

“Een cafébaas mag zelf beslissen of er in zijn zaak gerookt wordt of niet. Dat zouden ze hier ook moeten doen. Mensen die willen roken, hebben er de keuze om naar een rokerscafé te gaan. Zeg nu zelf, zijn er nu werkelijk zoveel minder rokers sinds het rookverbod op café?” De koer is zo prachtig versierd dat een mens bijna zou beginnen roken om in ‘De Garage’ even naar achter te kunnen. Je hoort er de vogeltjes in de volière fluiten, je ruikt er bloemen en planten en bovenop krijg je er tal van wijsheden die de vele spreukjestegels je toeschreeuwen. Zoals ‘Veranderen om jezelf te blijven’.

Francine inspireert haar gasten. Zelf is ze met de jaren misschien wel veranderd, roken heeft ze nooit gedaan. En drinken doet ze met mate. Momenteel kan ze wel een Elixir verdragen. Voor de gezondheid, zegt ze. “Ik las eens een verhaal van een vrouw die 105 geworden is en elke dag een Elixir dronk.” Ook Francine merkt dat er in de media de laatste tijd nogal wordt tekeergegaan tegen wie een glaasje teveel drinkt.

(lees verder onder de video)

“Terwijl mannen die dagelijks vijf pintjes drinken absoluut niet dronken zijn als ze hier buitengaan. Maar laat iemand die nooit alcohol drinkt, vijf pinten achterover gieten, hij zal niet meer op zijn benen staan.” Het is een thema waarover het hele café kan meepraten. “Niet iedereen die een pintje drinkt is meteen onder invloed. Maar tegenwoordig moet alles politiek correct zijn. Je mag geen fouten meer maken, of je wordt aan de schandpaal genageld.”

Laat iemand die nooit alcohol drinkt, vijf pinten achterover gieten, hij zal niet meer op zijn benen staan

Karel Koning komt binnen en zegt dat hij vanavond niet kan drinken. Hij moet de volgende morgen met de bus op stap en die start niet als hij gedronken heeft. Karel Koning heeft zijn bijnaam niet te danken aan zijn fors postuur, volle baard en lang haar, waarmee hij zonder moeite op het etiket van een Keizer Karel-biertje zou kunnen prijken. “Ik heb de naam overgehouden aan een grapje. We hadden het erover dat Antwerpen in het Frans Anvers is en Roeselare Roulers, en dus vroeg ik me af waarom Charleroi niet Karel Koning was.”

Zijn buik schudt. En er schudden nogal wat buiken mee. Zoals die van Dirk, die samen met twee gezanten de spaarkas is komen ledigen. “Voor de jaarlijkse souper,” zegt hij. “Iedereen stopt erin wat hij wil.” Of de ene dan meer mag eten dan de andere als de opbrengst geteld wordt? Een man met een tonnetje wrijft over zijn buik en lacht : “Zie je aan mij dat ik weinig gespaard had?”

Ook Kristof kan al redelijk schudden. Hij is secretaris van de ‘Omloop der 3 provincies’. “De meet ligt hier voor de deur. Een koers met geschiedenis, maar geld om de profs te lokken is er niet. We gaan over 8 hellingen en 2 kasseistroken. Het is de mooiste junioreskoers van het jaar. We zouden kunnen groeien, maar we blijven hier, zolang Francine hier blijft. De koers moet leven, maar dit geweldige café ook. Schrijf het maar in je agenda : ’10 mei : Omloop der 3 Provincies.’