Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?

Het Europacentrum torent 50 jaar na de bouw nog steeds uit boven de kust en is uitgegroeid tot een iconische blikvanger, die nog steeds controverse oproept. © Peter Maenhoudt
Gillian Lowyck

Het Europacentrum blijft ook na vijftig jaar de gemoederen beroeren, dat blijkt uit de antwoorden op de vragen die we tien Oostendenaars stelden. Vind je het Europacentrum een troef voor de stad? Moet het gebouw gesloopt worden of niet? En tot slot: zou je er zelf willen wonen? Opvallend: slechts twee van de tien kiezen voor de afbraak.

Lees meer over deze reeks op www.kw.be/europacentrum.

Dirk Metsu (auteur Oostendse stadsgids): “Panoramisch dakterras kan troef zijn”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© GLO

1. “Het Europacentrum was ooit een echte toeristische troef, toen het panoramisch terras met brasserie nog algemeen toegankelijk was. Het terras werd in 1996 om veiligheidsredenen gesloten voor het grote publiek. Als dit opnieuw toegankelijk zou zijn, zou de stad er volgens mij weer een grote troef bij hebben. De vraag is natuurlijk of dit technisch en ook financieel nog wel haalbaar is?”

2. “Om iets te slopen moet je ook goeie redenen hebben. Zo’n goeie reden zou voor mij bijvoorbeeld de bouw kunnen zijn van een eigentijdser wooncomplex waar tegelijk ook een nieuw en groot stadsmuseum in ondergebracht kan worden. Oostende heeft een ongemeen rijke geschiedenis waar volgens mij nog veel toeristisch potentieel in zit. Kijk maar naar het succes van het Museum aan de Stroom (MAS) in Antwerpen. Wij hebben hier in Oostende ook interessante collecties. Sommige collecties liggen nog te wachten op hun ontdekking door het grote publiek. Realistischer op korte termijn is dat we beginnen bij het huidige stadsmuseum. Dat historische gebouw is vooral aan de binnenkant dringend toe aan een grondige renovatie. De collectie verdient een waardig onderkomen.”

3. “Het zicht op zee en het hinterland is allicht schitterend, maar toch bedank ik liever voor een appartement in het Europacentrum. Ik ben nog niet klaar om afscheid te nemen van mijn Belle-Epoquewoning met stadstuintje. Maar wie een aardig bod wil uitbrengen, die mag mij natuurlijk altijd bellen.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ellen Distave (uitbaatster Lily): “Het maakt deel uit van onze skyline”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© GLO

1. “Voor het woord ‘troef’ zie ik het gebouw niet graag genoeg, maar het bepaalt zeker wel mee de identiteit van de stad. Oostende zou Oostende niet zijn zonder die heel herkenbare skyline, die je van ver op de autostrade en van ver op zee kan zien. Die wolkenkrabber maakt ook dat de stad al jaren als een échte stad aanvoelt. Ik heb de voorbije jaren al veel fotoshoots kunnen begeleiden en vaak kwam het Europacentrum op de achtergrond terecht.”

2. “Ik zou het misschien nooit hebben toegestaan om het destijds te bouwen, maar ik zou het zeker niet slopen nu het één geworden is met het stadscentrum. Ik ben wel voorstander van een openbare invulling om velen te laten meegenieten van het zicht dat er echt fenomenaal is. Ik kan het iedereen aanraden de lift eens te nemen naar minimum de 30ste verdieping. Op de bovenste verdieping herinner ik me dat er ‘boodschappen’ stonden de voorbije jaren. Een vriend van me opperde onlangs het idee om er in het groot WELKOM te zetten. Ik vind dat echt een schitterend idee.”

3. “Ik zou er niet willen wonen. In deze fase van mijn leven vind ik het heerlijk om met ons gezin in een huis met een tuin te wonen. Verder vind ik de benedenverdieping van het gebouw allesbehalve een hartelijke welkom uitstralen. Het is er leeg, zeker niet altijd netjes en er hangt een sfeer die me niet op mijn gemak stelt. Ik geloof wel dat dat op te lossen valt, maar dan moeten er grote veranderingen gebeuren.”

Youri Vandenberghe (architect): “Er mag gerust meer hoogbouw zijn in de stad”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© Davy Coghe

1. “Het Europacentrum maakt tegenwoordig een wezenlijk onderdeel uit van de skyline van Oostende. Het draagt bij aan het metropolitane karakter van de enige stad aan zee. Voor mij mag er gerust nog wat meer hoogbouw in de stad komen, alleen mogen dit geen adhoc beslissingen zijn – wat in het geval van het Europacentrum wel enigszins het geval was. Het is dus van kapitaal belang dat er een algemene visie over hoogbouw in Oostende komt, zodat de zones die in aanmerking komen voor hoogbouw duidelijk afgelijnd worden.”

2. “Hoe lelijk sommige mensen het misschien ook vinden, je kan dergelijke beslissingen uit het verleden niet terugschroeven. Ondertussen zijn er heel wat mensen eigenaar van een pand in het gebouw en dit eigendomsrecht kan je niet zomaar afnemen. Ik vind wel dat gebouwen die een impact hebben op de skyline ook iets moeten teruggeven aan de stad. Zo vind ik het positief dat vastgoedontwikkelaar Degroote in de Sky Towers aan het station een rooftopbar plant.”

3. “Ik zou er niet kunnen wonen, omdat ik vind dat er te weinig collectiviteit is. Iedereen woont er anoniem rond een liftschacht, zonder dat er in het gebouw plekken zijn waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Mocht ik schepen van Ruimtelijke Ordening zijn, dan zou ik in de stedenbouwkundige verordening bij elk groepsbouwproject in de stad een collectieve buitenruimte verplicht maken, en liefst ook een collectieve binnenruimte.”

SaraCasteur (directeur De Gelukkige Haard): “Voor het zicht zou ik er zeker willen wonen”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© PETER MAENHOUDT

1. “Het Europacentrum is van heinde en verre een herkenningspunt. Als je nu vanop zee Oostende binnenvaart, of vanop de A10 terugkeert van reis, dan is het Europacentrum het eerste herkenningspunt van onze stad vanuit de verte. Je kan het gebouw lelijk, verouderd of fout gelegen vinden, maar mij geeft het een vertrouwd gevoel. Ik vind het dus een troef voor Oostende.”

2. “Nee, maar als stadsbestuur zou ik wel investeren in het gelijkvloers van het gebouw, om het gebouw vanop de plint een nieuw zicht te geven. De heraanpak van de plint van het gebouw zou de Langestraat en de Van Isegemlaan een volledig nieuw elan geven. Doordat er zoveel verschillende mede-eigenaars zijn, waaronder ook de stad. Net daarom kan het stadsbestuur hier een ondersteunende rol spelen door bijvoorbeeld een studie uit te laten voeren en te begeleiden welke weg ermee moet worden ingeslagen.”

3. “Of ik er graag zou wonen? Zeker! Mijn overleden schoonvader die er woonde, zei altijd: ‘Het gebouw is verschrikkelijk voor zij die erop moeten kijken, maar is prachtig voor zij die erin wonen’. Ik schaar me graag achter die uitspraak. De zichten die je hebt in die appartementen zijn fantastisch en je hebt er geen last van de buren of van de uitgaansbuurt, terwijl je toch overal op wandelafstand van woont. Alleen jammer van de hoge maandelijkse kosten in het gebouw. Dat is de enige reden waarom ik er niet zou willen wonen.”

Peter Craeymeersch (directeur Toerisme Oostende): “Slopen hoeft niet, maar pak die sokkel aan”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© Davy Coghe

1. “Een troef? Op zich niet. Maar samen met het Kursaal is het een van de meest herkenbare gebouwen van onze stad. Met Toerisme Oostende hebben we het al vaak gebruikt als achtergrond op affiches. Nu worden er vaak foto’s genomen vanop de strekdam en ook dan is het Europacentrum aanwezig op de achtergrond. Voor de mensen die er wonen is het uitzicht spectaculair. Als je in een ander gebouw woont op de zeedijk heb je vanop pakweg de achtste verdieping ook een mooi zicht, maar nóg hoger is toch nog iets helemaal anders.”

2. “Een jaar of tien geleden werd er veel gevloekt op het Europacentrum, en op hoogbouw in het algemeen. Vandaag zie je daar een evolutie in. Kijk maar naar de Oosteroever. Het is meer geaccepteerd. En het heeft aantrekkingskracht. Als je naar New York gaat, ga je toch ook kijken naar de wolkenkrabbers? Ik zou het dus niet slopen, maar ik zou wel de sokkel aanpakken. Heel jammer hoe het er nu uitziet, vind ik. In de tijd dat het Europacentrum gebouwd werd, hield men weinig rekening met hoe het in de omgeving geïntegreerd is. Daar moet toch een oplossing voor gevonden worden: een aansluiting met het toekomstige Ensorbezoekerscentrum, de Langestraat… En wat meer groen.”

3. “Nee, ik zou er niet kunnen wonen. Door de ruimte om naar je appartement te gaan: de gangen, de lift… Er zijn ook heel wat kosten en als je iets koopt, dan hou je daar toch wel rekening mee. En ik hoef ook gewoon niet zo hoog te wonen.”

Tine Wyns (directeur CAW): “Lelijk of niet, het bepaalt mee het stadsbeeld”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© HH

1. “Door de jaren heen is het Europacentrum een iconisch gebouw geworden. Hoewel veel oudere Oostendenaars nog niet vergeten zijn dat het in de plaats kwam van een prachtige schouwburg. Een deel van de kaalslag van historische panden is te wijten aan het achterhaalde idee van de vooruitgang, waarbij de geschiedenis moest wijken voor de modernisering. Jan Piers zal altijd voortleven als de burgervader die zijn stad mee stuwde in de vaart der volkeren. De stedenbouwkundige verkrachting van de Belgische kustlijn is niet zijn schuld, maar wel het gevolg van een dadendrang waar we voorzichtig mee moeten zijn, weten we nu.”

2. “Alleen als ik zeker weet dat er een architectonische parel in de plaats zou komen… Maar misschien moeten we onze iconen koesteren, want lelijk of niet, op den duur bepalen ze mee wie we zelf zijn. Laat het maar staan dus. En als ik een suggestie mag doen, vervang de schreeuwerige reclame voor sterke drank boven door een mooie verbindende tekst. Allemaal Oostendenaar, of zo?

3. Naar het schijnt is wonen in het Europacentrum een voorrecht. Ik zou wel genieten van het schitterend uitzicht. Maar om in die hemel te komen moet je wel eerst door het vagevuur: een aartslelijke, ongezellige en onveilig aandoende inkom. Of ik er zou willen wonen? Ik zit met een dubbel gevoel. De anonimiteit van wonen in zo’n building en de eenzaamheid in de winterperiodes zou mij alvast afschrikken.”

Bart Tommelein (burgemeester): “Ik kan me stad zonder niet voorstellen”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© Davy Coghe

1. “Ik vind het Europacentrum een troef voor Oostende. Je kan het gebouw al van heel ver zien en het is een echte landmark voor onze stad. Als burgemeester kan ik me de stad niet zonder voorstellen. Ik heb trouwens nooit anders geweten. Toen ik klein was stond het er ook al. Daarnaast ben ik zeker geen tegenstander van hoogbouw. Het Europacentrum maakt gewoon deel uit van onze skyline.”

2. “Ik zou het gebouw niet slopen, maar wel iets doen aan de sokkel. Als je kijkt naar de hoogbouw die tegenwoordig in Oostende verrijst denk maar aan de Oosteroever en binnenkort ook aan de hotelschool dan is dat met een mooie, open en groene ruimte aan de onderkant. Geen blok beton zoals met het Europacentrum. Als ik mag kiezen, dan laat ik het dus staan, maar wel met aanpassingen aan de sokkel. Daar moet toch wel dringend werk van gemaakt worden.”

3. “Of ik er zelf graag wil wonen? In feite wel. Ik heb nog nooit op een appartement gewoond en het heeft iets aantrekkelijks, vind ik. Als ik met mensen spreek die in het Europacentrum wonen, zijn ze ook altijd vol lof. Ik ben er talloze keren geweest als kleine jongen. Naar de 34ste verdieping toen er nog een tearoom was. Jammer dat dat niet meer toegankelijk is, want je hebt er een schitterend uitzicht over de stad. Als ik dus iets zou willen, dan is het dat de bovenste verdieping weer wordt opengesteld voor de Oostendenaars. Als is dat misschien ook gewoon nostalgie van de burgemeester…”

Erna Schelstraete (schrijfster): “Lelijk, maar misschien fijn om er te wonen”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© GLO

1. “Hoe kan een lelijk en toch wel opdringerig aanwezig gebouw een troef zijn voor een stad? Neen, wat mij betreft is dit zeker geen troef dus. En de trieste titel van het hoogste gebouw aan de kust zal het misschien binnenkort ook moeten afgeven… Als dat al een troef was.”

2. “Of het Europacentrum afgebroken moet worden? Goh, dan moet er in Oostende wel heel veel tegen de vlakte gehooid worden! Ik zou al blij zijn als ze nu eens zouden stoppen met steeds maar hoge torens bij te bouwen en voortdurend nieuwe toekomstige stadkankers en spooksteden te creëren. Ik pleit er heel erg voor om in plaats daarvan respect op te brengen voor het waardevolle erfgoed. Het zou de stad ten goede laten evolueren.”

3. “Om een lelijk gebouw te verdragen, is het beste wat je kan doen er zelf in gaan wonen, vind ik een treffend citaat. Wie dat zei, weet ik niet meer, maar het geeft wel weer wat ik zelf van het Europacentrum vind. Lelijk, maar misschien wel fijn om er te wonen, natuurlijk vooral vanwege het uitzicht. Alleen: ik hou niet van grote hoogtes, dus toch maar liever niet. Toen ik voor een voorstelling van Theater aan Zee een paar jaar geleden met een koptelefoon door het gebouw zwierf, kreeg ik zelfs een gevoel van claustrofobie in de gangen. Het licht ging uit vóór de lift eraan kwam op de 24ste verdieping. Dat gaf een akelig opgesloten gevoel. Neen, hoe meer ik erover denk, hoe meer ik zeker weet dat ik er niet wil wonen.”

Hubert Rubbens (Oostende voor Anker): “Van mij mogen ze het meteen afbreken”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© Davy Coghe

1. “Nee, ik vind het Europacentrum absoluut geen troef voor Oostende! Meer zelfs, ik vind het écht oerlelijk. Ik ben niet meteen een voorstander van hoogbouw, al vind ik wel dat er mooie gebouwen tussen kunnen zitten. De gebouwen die vandaag gezet worden, zijn ook helemaal anders. Vroeger moest het allemaal in beton zijn en mocht het niet te veel geld kosten. Het is trouwens niet alleen het gebouw dat ik zo lelijk vind, ook de sokkel is vreselijk. Vroeger kon je door de gang wandelen van de Langestraat naar de Van Iseghemlaan. Dat was altijd vuil, het stonk er naar urine, er hing een gure sfeer. Ook de handelszaken errond zijn niet echt fantastisch. Pas op, ik ben er ooit eens in een appartement geweest en het zicht is er wel fenomenaal.”

2. “Ja. Afbreken die handel. Mocht je een enquête houden bij de Oostendenaars, dan denk ik dat de meesten vol overtuiging voor de afbraak zouden gaan. Eigenlijk mogen er wel meer gebouwen aan onze kust worden afgebroken. Meer naar Oostduinkerke op valt het nog mee, maar als je kijkt naar Oostende, Middelkerke… En zeker bij ons in Oostende. Ze noemen het niet voor niets de Atlantikwall. Vergelijk dat eens met de Opaalkust in Frankrijk, wat een verschil. Maar het Europacentrum is toch wel de parel op de kroon van lelijkheid!”

3. “Nee. Ik hou niet van het gebouw, en je hebt er geen plek om buiten te zitten. Als ik ooit in een appartement zou wonen, dan moet daar een mooi terras bij. Ik ben een buitenmens, hé.”

Guy Servaes (voorzitter Dement): “Ik zou niet willen wonen in banale toren”

Wat vinden de Oostendenaars van het Europacentrum? Slopen of niet?
© GLO

1. “Het theater uit de Bellle Epoque, dat werd afgebroken om dit gebouw te kunnen plaatsen, zou een veel grotere troef zijn geweest voor Oostende. Jammer genoeg was de toen heersende politieke klasse totaal niet geïnteresseerd in het verleden en het erfgoed van onze stad. En dat is vandaag nog steeds een beetje zo. Je mag niet vergeten dat Oostende gehavend uit de Tweede Wereldoorlog kwam. De belangrijkste monumenten uit de Belle Epoque werden toen serieus beschadigd. Maar waar het bestuur in de jaren vijftig nog koos voor een moderne waardevolle architectuur, werd daar vanaf de jaren zestig geen belang meer aan gehecht. Het Europacentrum vind ik architecturaal heel banaal. En de sokkel, meer een parkeergarage, heeft totaal geen aantrekking. Alle winkels zien er troosteloos en gedateerd uit.”

2. “Ik zou het zeker laten slopen, maar vanwege de vele eigenaars en het geld dat al die appartementen opbrengen voor de stad, vrees ik dat dit er niet inzit. Maar ik ben zeker niet tegen hoogbouw. In moderne steden kiest men voor belangrijke eyecatchers die een nieuwe dynamiek kunnen geven. Maar deze banale toren heeft nooit iets van dynamiek of leven in de buurt gebracht, integendeel.”

3. “Uiteraard moet het heel tof zijn om daar te wonen. Het zicht op de zee en de polders is fantastisch. Maar ik zou het niet over mijn hart kunnen krijgen om in zo’n lelijk gebouw te moeten wonen. Ik zou beschaamd zijn.”