Wat als het brandt in Roeselare? “Alles boven 45 m is niet meer bereikbaar”

In de Sint-Michielstoren is er duidelijk ook heel wat houtwerk. (foto SB) © (foto SB)
Peter Soete

Met de verschrikkelijke beelden van de Notre-Dame in Parijs op ons netvlies gebrand, wilden we van de Roeselaarse brandweer toch eens weten als men in onze stad voorbereid is op een grote torenbrand.

“Echt voorbereid is men nooit op een dergelijke ramp zoals in Parijs is gebeurd”, zegt Geert Desender, die samen met Fons De Backere postoverste is van de brandweerpost Roeselare. “Wij oefenen vaak om mensen te redden uit brandende gebouwen en daar horen ook hoge gebouwen zoals flatgebouwen of kerken bij. Maar wanneer bijvoorbeeld een kerktoren in brand zou staan dan zouden we ons in de eerste plaats focussen op het beveiligen van de omgeving. Onze ladderwagen reikt 32-34 meter hoog en de waterstraal kan misschien tien meter hoger geraken. Alles wat brandt boven de 45 meter is voor ons dus niet meer bereikbaar vanaf de grond met de ladderwagen. Het zou er dus op neer komen om een brandende toren proberen zo gecontroleerd mogelijk te laten neervallen zonder slachtoffers in de omliggende woningen.”

Beveiligde gangen

“In Roeselare vormen de kerken de grootste risico’s voor ons. Het zijn niet alleen hoge gebouwen maar vaak ook oude gebouwen met heel veel hout in de torens en de hoofdbeuk. Er is ook geen compartimentering zodat een mogelijke brand kan geïsoleerd worden. Daarom is het van groot belang dat er ingezet wordt op preventie en snelle detectie. Indien een brand zeer snel wordt ontdekt dan zijn haspelaansluitingen boven in de toren natuurlijk een pluspunt. Maar indien de toren brandt dan zijn die aansluitingen niet bruikbaar want dan kunnen de brandweermannen toch niet naar boven.”

“Jaren geleden hebben we in Roeselare een brand gehad in het restaurant Orchidee op de bovenste verdieping van het gelijknamige appartementenblok. Maar dat is anders dan een kerktoren. In een flatgebouw zijn er beveiligde gangen en trappen en kunnen we met de manschappen veel hoger geraken. En wanneer er in een kerk of kerktoren een klein brandje is, dan zullen wij alles proberen om de brand te blussen of toch snel onder controle te krijgen. Wanneer een kerktoren, met de vele houten balken, in brand staat en het is een uitslaande brand, is het meestal onmogelijk om de toren te redden. Wij gaan dan ook de levens van onze mensen niet op het spel zetten door hen de kerk of de toren in te sturen voor iets dat niet te vermijden valt. Als we met 50 brandweerlui de kazerne verlaten, willen we er ook met 50 terugkeren.”

Is ons erfgoed voldoende beveiligd tegen natuurrampen zoals een brand ? We vroegen het deken Renaat Desmedt. “Zo’n ramp als in Parijs doet je onmiddellijk nadenken over de eigen kerken natuurlijk. Al is de Sint-Michielskerk uiteraard niet te vergelijken met de Notre-Dame in Parijs.”

“Maar het is wel een goed idee om dat punt op de dagorde van de volgende vergadering van de kerkfabriek te plaatsen. Hoe kunnen we nog meer inzetten op preventie en op welke manier kunnen we mogelijke risico’s verminderen. We moeten daar in alle rust eens over spreken. We moeten nu ook niet denken dat alle kerken opeens in brand zullen vliegen, hé. Angst is helemaal niet nodig.”

Guy Slagmulder.
Guy Slagmulder.© (gf)

Vroeger was er vooraf advies

Branddetectieapparaten zijn volgens Guy Slagmulder, gedelegeerd bestuurder van Ardovlam in Beveren van cruciaal belang bij dergelijke reusachtige branden als die van de Notre-Dame in Parijs.

Ardovlam uit de Kruisboommolenstraat is een bedrijf dat onder andere gespecialiseerd is in branddetectie en -beveiliging. Volgens Guy Slagmulder verspreidden de vlammen zich in het dak van de Notre-Dame zo snel door de massa’s droog hout en een groot volume aan zuurstof.

“Of er in de zoldering van de kathedraal detectieapparaten stonden, weet ik uiteraard niet”, zegt hij.

“Maar als dat wel zo was en die apparatuur effectief ook werkte, kon de brandweer vroeger en vlugger ingegrepen hebben en zou er ook minder schade geweest zijn. Maar het gebeurt vaak dat men bij dergelijke dakwerken de detectieapparatuur aflegt om geen onnodig alarm te laten afgaan. Of dat in Parijs het geval was zal verder onderzoek wel uitwijzen. Ardovlam plaatst op zolders van kerken ook aspiratiesystemen, waarbij de lucht aangezogen en geanalyseerd wordt in hoog gevoelige rookdetectors, die de analyses dan doorsturen naar brandcentrales.”

Sint-Salvator Brugge

Ardovlam plaatste branddetectie- en aspiratiesystemen in de Sint-Salvatorkathedraal in Brugge. “Die werken zijn daar zeer grondig gebeurd en nog maar sinds vorig jaar opgeleverd. Die detectoren zijn voor de bezoekers aan de kathedraal onzichtbaar, iets wat opgelegd wordt door Erfgoed Vlaanderen. De kathedraal is dus zeer goed beveiligd tegen brand en met de juiste detectieapparaten. Om uit te zoeken welke detectiesystemen we in een kerk best plaatsen, doen we soms testhaarden branden in kerken waar men met restauratie bezig is.”

Naar het schijnt zou Erfgoed Vlaanderen nu minder investeren in branddetectie en brandbeveiliging… “Vroeger was er een centrale cel binnen Erfgoed Vlaanderen die daarover advies gaf aan de kerkfabrieken, die dan aan de hand van dat advies een aanbesteding voor de werken konden doen. Die centrale cel bestaat niet meer. Nu moeten kerkfabrieken – en dat zijn allemaal vrijwilligers – dat zelf uitzoeken of laten uitzoeken en dat is moeilijk. Wij kunnen die taak van de centrale cel overnemen, maar dan moeten ze wel ook de werken door ons bedrijf laten uitvoeren. En misschien zijn we nog te weinig gekend, ook al deden we al de branddetectie en -beveiliging in een 400-tal kerken in Vlaanderen. De laatste jaren hebben we echter veel minder aanvragen van kerken.” (Ivan Balliu)

(PS/IB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier