De brand in het Europacentrum doet opnieuw heel wat vragen rijzen. Wat als het op een van de hogere verdiepingen brandt? Hoe luidt de procedure en zitten de mensen van de hoger gelegen verdiepingen dan effectief als ratten in de val? We gingen te rade bij de brandweer.
Gelukkig ging het zaterdag om een brand op een van de lager gelegen verdiepingen van het gebouw. Toch brandde het in het verleden al meerdere keren op de hogere verdiepingen. Op dinsdag 19 juni 2007 ontstond omstreeks 23 uur brand in de machinekamer van de lift, op de hoogste verdieping. Het gemeentelijk rampenplan werd preventief afgekondigd. Niemand hoefde geëvacueerd te worden, al was daar in eerste instantie sprake van. Op vrijdag 22 maart ontstond er opnieuw brand, deze keer in een slaapkamer op de 34ste verdieping van het gebouw toen de elektrische verwarming vuur vatte. De brandweer had de brand, ondanks de moeilijke omstandigheden snel onder controle. Op vrijdag 28 augustus 2015 lag het defect van een elektrische installatie aan de bron van een brand in de luchtkoker van de bovenste verdiepingen. De brandweer had de situatie snel onder controle.
Regelmatig oefenen
Bij de brandweer van Oostende oefenen ze regelmatig op branden ontstaan op hoger gelegen verdiepingen. “Met onze ladderwagen kunnen we ongeveer vanop 30 meter hoogte een brand bestrijden. Dat is goed voor zo’n negen verdiepingen”, vertelt korporaal Sven Rycx van de Oostendse brandweer. “Vanaf de negende verdieping gebruiken we een andere tactiek en techniek om branden te bestrijden.”
Een nieuw systeem laat ons toe te blussen zonder de ruimte te moeten betreden
Een brand tot aan de vijfde verdieping kan volgens de korporaal eerst van buitenaf aangevallen worden vanop de begane grond. “Door de druk van het water geraken we gemakkelijk tot aan de vijfde verdieping vanop de grond”, gaat de korporaal verder. “Vanaf de vijfde verdieping kan de ladderwagen ingezet worden. Zo kunnen we tot aan de veertiende verdieping met een straalpijp gemakkelijk een brand van buitenaf aanvallen gevolgd door een binnenaanval als de brand is neergeslagen. Brandt het op een hogere verdieping dan de veertiende, dan hebben we de ‘Floor Below Nozzle’. Het woord zegt het zelf: we vallen de brand aan vanop de verdieping onder het appartement waar de brand woedt. Soms kunnen we de brand ook bestrijden vanop het terras van het appartement ernaast.”
De brandweer van Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, waaronder ook brandweerpost Oostende valt, krijgt vermoedelijk nog dit jaar een volledig nieuw hulpmiddel ter beschikking. Met een zogenaamd ‘Cold Cut Systeem’ kan men met een door middel van een hogedrukstraal puntstraal met water en abrasief (kleine synthetische deeltjes) een gaatje spuiten door beton. “Op die manier kunnen we dus een gat maken in het beton en meteen ook de brand bestrijden door de voordeur of van het appartement ernaast zonder dat we de ruimte effectief moeten betreden. Dat zou een oplossing bieden voor brandbestrijding in hogere gebouwen. In steden waar heel wat wolkenkrabbers staan, worden branden al even bestreden met een dergelijk systeem”, aldus de korporaal.
Andere normen in 1969
“Het Europacentrum heeft een heel specifieke constructie en bestaat uit een sokkel en drie verschillende torenzuilen. “Elk appartement wordt beschouwd als een compartiment en is dus in principe brandwerend van elkaar gescheiden. Het gebouw dateert uiteraard van 1969 en dan waren andere normen en wetgeving van kracht. Met de huidige normen in hoogbouw wordt veel meer rekening gehouden met een eventuele brand op de hoger gelegen verdiepingen. Zo zijn er voor hoogbouw altijd twee vluchtwegen beschikbaar voor bewoners om te evacueren. Als brandweerdienst zijn we erop getraind om met dergelijke situaties om te gaan. In Oostende houden we er rekening mee dat het altijd kan voorvallen dat het brandt op een van de hoge verdiepingen van de hoge gebouwen”, geeft kapitein Dries Van Der Veken nog mee. Het aantal woontorens in Oostende zal de komende jaren trouwens nog gevoelig toenemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier