10.000 stappen in Anzegem: Waar Streuvels thuis was, is nu het zwaar verkeer baas

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Anzegem is zonder twijfel één van de allermooiste gemeenten van West-Vlaanderen. De uitgestrekte en glooiende landerijen, doorsneden met hier en daar wat veldweggetjes en beekjes, de statige boerderijen, landhuizen, kastelen en bevallige kerkjes. Geen wonder dat zoveel kunstenaars en schrijvers er hun inspiratie kwamen vinden. Het is het land van Streuvels. Maar tegelijk is Anzegem misschien wel de gemeente met het lelijkste centrum van de provincie. En als de provincieraad zijn zin doordrijft, blijft er van de schoonheid weldra niets meer over.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Eigenlijk was ik graag mijn wandeling begonnen in de pittoreske buurt rond het kasteel van Vichte. Dat is weliswaar niet voor publiek toegankelijk, maar die hele buurt lijkt daar voor een postkaart gemaakt. Het oude kerkje ook en in de Kerkdreef de eeuwenoude geknotte wilgen en de huizen zoals ze er nu geen meer bouwen, zoals Villa Boschweelde en vooral Villa Ischia. Maar in 10.000 stappen geraak je van Vichte niet in Anzegem als je ook Tiegem wil zien. Dus op naar Ingooigem. Ook daar staan nog enkele beeldbepalende woningen van weleer, maar de moderne kolos met de naam Residentie Stijn Streuvels die naast de kerk aan het verrijzen is, zal spoedig in zijn eentje het beeld van het centrum veranderen. Nergens valt het beton te stoppen.

Broccoli

Maar goed, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Voorlopig zijn ze er niet. Wellicht omdat het dinsdag is, de dag waarop zowat alle winkels in IJvegem – zo noemen de inwoners hun eigen gemeente – hun rustdag hebben. Gelukkig is Broccoli wel open, de kruidenierszaak die Sophie Lecluyse al 30 jaar met haar man uitbaat in de Priester Verrieststraat. Eigenlijk is Sophie niet zo verlekkerd op broccoli. “Ik eet liever bloemkool”, bekent ze. “Maar mijn winkeltje Bloemkool noemen, was geen optie. De naam komt in feite van een leuk programma op Radio 2 waar we toentertijd altijd naar luisterden. Het was eens iets anders dan De Fruitkorf.” Sophie had marketing gestudeerd, “maar het was een vanzelfsprekende gedachte om een winkel te houden”, zegt ze. “Mijn oma had een juwelierswinkel, net als mijn papa. Ik wou liever groenten verkopen. Vooral omdat je dan meer mensen ziet. We doen het nu dertig jaar en hoewel we vroeg uit de veren moeten, ga ik iedere morgen met evenveel plezier aan de slag. Juist door dat sociale contact. Je hoort eens wat en je kunt de mensen helpen. Nee, ik zou mijn job niet kunnen missen. Als we met congé gaan, zijn we content, maar als we weer mogen opendoen, zijn we even content. Echt waar.”

Jubileum

En waarom op vakantie gaan? “Sinds de eerste lockdown kan je hier in de weekends over de koppen lopen van wandelaars die de Streuvelsroute afstappen en Het Lijsternest bezoeken, de villa van Streuvels die al jaren een museum is”, zegt Sophie. Ze heeft ooit wel de verfilming van De Vlasschaard gezien, maar de boeken van de schrijver, die alomtegenwoordig is in het dorp, heeft ze niet gelezen. “Eigenlijk zouden we dat wel moeten doen als IJvegemnaar . Ik zal het op mijn to-dolijst zetten.” Sophie wil de lange werkuren niet als excuus gebruiken: “Tijd maak je, hé”, zegt ze. Het had een uitspraak van Streuvels kunnen zijn. Al zou hij het wellicht in een archaïsche en meer bloemrijke taal hebben gezegd. Maar voor wie Streuvels nooit las door die verouderde taal, heeft Thomas Jacques, de jonge coördinator van Het Lijsternest, goed nieuws. “Naar aanleiding van de 150ste geboortedag van Streuvels zal uitgeverij Lannoo binnenkort vijf romans heruitgeven in een hedendaagse spelling.”

Thomas Jacques: ‘Ik lees oprecht graag het werk van Streuvels’© KVdm
Thomas Jacques: ‘Ik lees oprecht graag het werk van Streuvels’© KVdm

Zelf heeft Thomas, die volop bezig is aan het schrijven van een eerste roman, Streuvels wel al gelezen. “Komt wellicht ook doordat ik van Heule ben, waar hij geboren is. Ik heb natuurlijk nog niet zijn volledige oeuvre tot mij genomen. Ik denk als je het allemaal naast elkaar zet…” Hij slaat zijn armen open om een dikke meter uit te beelden, “je alleen voor zijn romans zoveel plaats in je boekenrek nodig hebt. Er wordt soms wat meewarig gezegd dat hij alleen boerenromans schreef, maar zoals De Vlasschaard over de generatieclash gaat, bevat zijn werk nog veel andere actuele thema’s. Streuvels was toch één van de grootste Nederlandstalige schrijvers. Hij is genomineerd geweest voor de Nobelprijs literatuur, dat zegt toch wel iets.”

Icoon

Je hoeft zelfs geen boekenwurm te zijn om Het Lijsternest te bezoeken. “Het is het meest iconische schrijvershuis dat we hebben in Vlaanderen”, zegt Thomas. “Streuvels heeft het Lijsternest in 1905 gebouwd en is hier blijven wonen tot aan zijn dood in ’69. Als je iedere keer verhuist, vergaar je weinig. Want bij iedere verhuis gooien mensen veel weg. Maar Streuvels is hier gebleven en heeft vanalles verzameld. Waaronder 7.000 boeken. Het huis is ingericht zoals het was toen hij hier leefde. Hij had een fantastische kunstcollectie. De eerste foto’s die bestaan van de streek, zijn bijna allemaal van de hand van Streuvels. En er is natuurlijk dat panoramische raam waardoor hij op dat glooiende landschap keek, dat er nog ongerept bijligt.” Zelfs een ongeletterde mens zou hier inspiratie vinden. Als je via de Waashoek, de onverharde wegel langs zijn huis, de hoogte instapt richting Tiegemberg, krijgen niet alleen je ogen de kost, je hele lijf wordt getrakteerd. Infoborden met lappen tekst geven je tal van mooie verhalen mee. En op de slingerende weggetjes staat de naam van buurtbewoner Sep Vanmarcke geschilderd. Geverfde aanmoedigingskreten van het BK Wielrennen.

Nog weinig contact

Daniel Mullie: ‘Als kind was alles hier open, nu zijn er omheiningen en hagen’© KVdm
Daniel Mullie: ‘Als kind was alles hier open, nu zijn er omheiningen en hagen’© KVdm

Alles lijkt nog zoals het was. Maar op de Tiegemberg staat de Witte Bergmolen niet meer waar hij stond. De huidige eigenaar van het domein heeft het beschermde monument wat laten verschuiven en het is net als de even beschermde, maar vervallen uitkijktoren niet meer te bezoeken. Daniel Mullie is 77 maar komt in werkersplunje, waarop het logo van zijn Agro Mullie prijkt, zijn depot uitgestapt. “Ik dreef vroeger handel in veevoeders, bouwde stallen en was ook bezig met landbouwadvies. Dat laatste doe ik nu nog een beetje. Maar nu ben ik op weg naar mijn weide, waar ik nog wat schapen en kleine beesten heb lopen. Dat is ontspanning voor mij.” Daniel woont boven op de berg, naast zijn bedrijf. “Ik ben hier wat verder opgegroeid op een hoeve. Tiegem is erg veranderd”, zegt hij. “Zodra er hier nog maar een hok vrijkomt, wordt het opgekocht om er een dure residentie van te maken. Als kind klauterde ik elke dag op de uitkijktoren.” Zijn ogen flikkeren terwijl hij het zegt. “Alles was hier open, niets was afgesloten. Nu staan er rond alle percelen hekken of hagen en hebben mensen nog weinig contact met elkaar.”

“Zodra er hier nog maar een hok vrijkomt, wordt het opgekocht om er een dure residentie van te maken”

Daniel Mullie

Het Sint-Arnolduspark is aan een heropleving toe sinds de coronacrisis. Gezinnen herontdekken de speeltuin, wandelaars komen er op adem, het bedevaartsoord dat de Sint-Arnolduskapel was, is nog altijd een prachtig bouwsel en de ligweide die tegen de flanken van de Tiegemberg ligt, is concurrentie voor elk strand. In het centrum van Tiegem zie je nog meer oude villa’s en van achter een muur en een scherm van bomen kan je een glimp opvangen van de puike restauratie van het kasteel van Tiegem. Beter verborgen dan vervallen.

Pijnlijke verminking

Te voet van Tiegem naar Anzegem gaat het langs de binnenwegen, de Kolstraat en Hollendries, waar je je bij momenten in de Dordogne of Toscane waant. Iedere stap die je hier zet, is voelbaar geluk. Wellicht heeft niemand in de provincie een mooier uitzicht dan de bewoners van het Berghof aan de Bergdries, die op een paradijselijk dal neerkijken. Maar eenmaal bij de uitgebrande dorpskerk, die volop verbouwd wordt, ben je in een hellegat. Een mens die niet van hier is, kan er met zijn verstand niet bij dat de aanhoudende slierten zwaar verkeer door dat centrum denderen. In de door die vlammende mastodonten geteisterde Kerkstraat hangen overal pamfletten aan de ramen die pleiten voor een ring rond Anzegem. Na 40 jaar discussie en almaar aanzwellend verkeer heeft de provincieraad er recent voor gekozen om het centrum van de verkeersdruk te ontlasten door inderdaad voor een ringweg te opteren.

Maarten Vandenberghe: ‘Ik hou ook van de natuur en het landschap hier is prachtig. Maar ik wil mijn bakkerij niet verliezen.’© KVdm
Maarten Vandenberghe: ‘Ik hou ook van de natuur en het landschap hier is prachtig. Maar ik wil mijn bakkerij niet verliezen.’© KVdm

De jonge bakker Maarten Vandenberghe uit Oudenaarde heeft er drie jaar geleden een bakkerij overgenomen. Co’Pain heet zijn zaak. “Het is zwaar”, zegt Maarten over zijn leven als bakker. Zijn liefje en zijn moeder staan hem bij, “en de zaken lopen goed. Ik ben vooral blij dat ik niet onteigend word. De optie die door Wegen en Verkeer geopperd werd om de straat te verbreden en de huizen aan de ene kant te slopen, had betekend dat mijn nieuwe zaak tegen de grond zou gaan. Ik ben opgelucht dat mijn bakkerij kan blijven, maar tegelijk vind ik het jammer dat er natuur en bos gaat sneuvelen voor die ring.” In de praktijk betekent het dat er nog jaren niets gedaan wordt en de situatie voor iedereen en ook voor de vele schoolgaande kinderen levensgevaarlijk blijft.

Spandoeken

Sien Crombez en Benjamin Grill: ‘Er moeten geen huizen gesloopt worden en geen natuur vernietigd. Dat zwaar verkeer heeft hier in Anzegem simpelweg niets te zoeken.’© KVdm
Sien Crombez en Benjamin Grill: ‘Er moeten geen huizen gesloopt worden en geen natuur vernietigd. Dat zwaar verkeer heeft hier in Anzegem simpelweg niets te zoeken.’© KVdm

Iets verder op de Landergemstraat hangen er overal zwarte vlaggen en spandoeken met leuzen: Waar een wil is, is geen weg en Ring Neen! Spaar ons landschap. Sien Crombez en haar man Benjamin Grill betreuren dat de gemeente in twee kampen wordt verscheurd. “Natuurlijk begrijpen we dat de mensen in het centrum hun huizen niet willen verliezen. En dat hoeft ook niet. De ringweg die ze hier willen aanleggen, en die vlak naast ons huis zou lopen en het hele prachtige landschap rond Anzegem zou verminken, hoeft evenmin. Dat verkeer heeft hier simpelweg niets te zoeken. Er zijn alternatieven. Het kan aan de ene kant via de N60 naar Gent of via Doornik naar Kortrijk. Of via het water en de sporen. Zo’n zwaar vervoer moet niet door een gemeente of door prachtige natuur. De provincie heeft 40 jaar lang niet naar onze bekommernissen geluisterd en nu men in Ruien, op de plaats waar men de elektriciteitscentrale heeft gesloopt een nieuw industrieterrein wil bouwen en het vrachtverkeer nog vijf tot acht keer zo druk zal zijn, wil men een ringweg aanleggen. Niemand heeft hier baat bij zo’n drukte. Landbouw en milieu zullen geschaad worden en de fraaiste plekjes in de streek zullen verloren gaan. Het kan toch niet dat we voor het geld en het beton onze gemeente helemaal kapot laten maken.”