Het verhaal van hoe ‘De Kleine Bassin’ groot werd: versmarkt startte in 2004 in Roeselare en heeft nu al vier vestigingen

Frederik Deketelaere in De Kleine Bassin waar ook de traiteurgerechten voor de andere vestigingen worden bereid. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

De Kleine Bassin lijkt ondertussen een kleine keten geworden, maar het is niettemin een familiebedrijf gebleven. En het verhaal erachter startte 18 jaar geleden in de Brugsesteenweg in Roeselare, toen Bernard en zoon Frederik Deketelaere en hun partners een oude garage plaats lieten maken voor de versmarkt die ondertussen al verdubbeld is in omvang.

We moeten dus terug naar 2004. “Ik was 22 jaar, mijn vrouw Christel Vandenbogaerde nog maar 19. Ik had zes jaar voor beenhouwer geleerd in Ter Groene Poorte, had er nog een jaartje traiteur bij gedaan en had vervolgens drie jaar ervaring opgedaan”, zegt Frederik Deketelaere (40). Samen met zijn ouders – ondertussen zestigers – Bernard Deketelaere en Marleen Vandekerckhove startten ze in de Brugsesteenweg. De naam Kleine Bassin gingen ze letterlijk niet ver zoeken, maar een band met Roeselare hadden ze niet echt. “Mijn moeder groeide op in een groentebedrijf in Wingene, mijn vader stamt uit een slagersfamilie uit Egem. Mijn opa ging varkens slachten op de boerderijen, hij maakte ook zijn eigen paté. Nu verkopen we die hier nog steeds, Paté Pepe genoemd. Echte boerenpastei met de traditionele ingrediënten die we ook de unieke smaak geven door onze bakwijze. Onze grootvader prijkt ook op het logo van die paté.”

Nieuwe vestigingen

Frederiks vader Bernard zat ook zijn hele leven in de slagersstiel, had beenhouwerijen in Brugge en Schuiferskapelle, stapte toen over naar supermarktketen Nopri en opende vervolgens samen met zijn dochter een restaurant. “Hij was al een tijdje op zoek naar een pand om iets te starten in Roeselare. Aanvankelijk had hij een stek tegenover De Spil op het oog, maar het werd dus De Kleine Bassin. Het heeft twee jaar geduurd voor het helemaal van de grond geraakte, we hebben veel reclame moeten maken. Maar eens de mensen ons gevonden hadden, was er geen houden meer aan. De winkel is ondertussen meer dan verdubbeld in oppervlakte. Het concept is altijd hetzelfde gebleven, al is ons aanbod in al die jaren uitgebreid. Zo hadden we vroeger 20 verschillende dagschotels, nu pakweg 40.”

“Pa had eerst een stek tegenover De Spil op het oog”

In 2008 kwam er in Menen een tweede Kleine Bassin bij. “De naam hebben we behouden, al moeten we daar soms uitleggen waar die vandaan komt. Mijn zus Eveline en haar man Wim Vanbogaert leiden die zaak. In 2012 is mijn vader in Kortrijk gestart met een derde zaak en recent – in oktober 2022 – is mijn zus samen met een zoon gestart in Waregem. De derde generatie heeft ook al de intrede gemaakt. In Waregem was de start ook schitterend. Meestal piekt het de eerste weken, maar daar blijft het succes maar aanhouden.”

Ook in Waregem startte de familie met een nieuwe vestiging en die bleek meteen een schot in de roos.
Ook in Waregem startte de familie met een nieuwe vestiging en die bleek meteen een schot in de roos.

De schaalgrootte biedt uiteraard ook voordelen. “In Roeselare werken we met 33 mensen, in totaal met meer dan 100. Maar we kopen ook aan bij dezelfde leveranciers, als die kunnen blijven volgen tenminste. Zo kun je ook betere prijzen bedingen en zo kunnen we onze klanten scherpere prijzen aanbieden. We zorgen in alles voor een goede prijs-kwaliteitverhouding. We staan bekend om ons groot aanbod, ook de colli’s die we aanbieden en vooral ook ons groot assortiment aan kazen, dat tussen de 150 en 200 soorten ligt. Om voldoende kennis van de kaas op te doen, hebben we een speciale opleiding gevolgd.”

Drukke periode

Eindejaar is voor de zaak uiteraard een belangrijke periode. “Wij zijn in Roeselare open op 24 en 31 december, maar louter voor bestellingen. Tussenin sluiten wij, dat doen we ook voor ons personeel. Zo hebben zij ook even vrij, als je blijft doorwerken zie je de mensen ook sneuvelen. Die feestdagen zijn vooral organisatorisch een grote klus.”

De toppers blijven na al die jaren vaak dezelfde. “Gourmet, fondue, teppanyaki,… Dat blijft het allemaal goed doen. Net als de koude schotels. Iets wat typisch is voor ons is de reuzenvispan met zeven verschillende soorten vis. Die kun je au bain-marie klaarmaken terwijl je zit te aperitieven, het benodigd materiaal daarvoor krijg je van ons mee. Ook de kaasplanken, voorzien van nootjes en confituurtjes, blijven het doen. Op zo’n plank liggen 12 tot 17 kazen, je hebt dus veel soorten om van te proeven.”

Frederik en Christel hebben ook in Nieuwpoort een eigen traiteurzaak: Né Me Mé.
Frederik en Christel hebben ook in Nieuwpoort een eigen traiteurzaak: Né Me Mé. © gf

Ook in Nieuwpoort

De keuken voor alle traiteursbereidingen bevindt zich in Roeselare. “Daarvoor hebben we hier een uitbreiding gedaan, we hebben ook vijf koks in dienst”, gaat Frederik verder. Er wordt vanuit Roeselare dus heel wat uitgevoerd, ook richting Nieuwpoort. “Daar heeft mijn vrouw een eigen zaak, Né Me Mé. Vers vlees verkopen we daar niet, wel charcuterie en kaas. En ook wie aan de kust verblijft, kan eindejaarsbestellingen doen bij ons en ze daar afhalen.”

Frederik leeft ook duidelijk voor de zaak. “We zijn er zeven op zeven mee bezig, op zondag ben ik zelf ook vaak in Nieuwpoort. Maar ik vind het ook belangrijk om verder mee op de werkvloer te staan. Dan weet je echt wat er leeft.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier