Johan en Sylvie openden jaar geleden D’Oude Glorie in hún De Ruiter: “Stormloop van opening is nooit gaan liggen”

Sylvie en Johan (centraal) hebben zich hun keuze om opnieuw naar De Ruiter te komen met hun café nog geen seconde beklaagd. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

De wijk De Ruiter heeft sinds een jaar opnieuw een café. D’Oude Glorie loste meteen alle verwachtingen in, uitbaters Johan Debrauwer en Sylvie Maugé zijn dan ook cafébazen pur sang. “Het voelde meteen als thuiskomen”, zeggen ze.

Een nieuw café opstarten en ook zwaar investeren in een pand. In deze tijden zou iedereen je gek verklaren. Maar als je Johan Debrauwer en Sylvie Maugé achter de toog plaats laat vatten en dat dan nog in hún De Ruiter, dan is dat een match made in heaven. Johan en Sylvie, ondertussen beiden 50, wonen nu nog op De Ruiter in de ouderlijke woning van de familie Debrauwer-Lamsens. Met Justine (25) en Julien (17) hebben ze twee kinderen.

“Onze toog komt uit een art deco café in Nederland”

Johan en Sylvie stapten als prille twintigers in het horecaleven. “Mijn ouders hadden lang café De Nieuwe Ruiter uitgebaat, na hen was er nog een andere uitbater, maar vanaf 1993 hielden wij het open”, zegt Johan. “Dat waren topjaren. We hadden er wel 16 of 17 verenigingen: van de scheidsrechters tot de wielertoeristen, de rally-organisatoren, minivoetbalclubs… Maar het was ook best een zware periode. We waren heel vaak tot in de vroege uurtjes open.”

Slager in de Colruyt

Na 15 jaar hielden Johan en Sylvie het cafébestaan voor bekeken. Johan zocht het in de brocante en ging later ook als beenhouwer aan de slag in Colruyt, Sylvie die afkomstig is van Langemark hield even een frituur op De Ruiter open. “We waren toen al even uit het caféleven, maar toen we hoorden dat Sherry’s Pub in de Westlaan over te nemen stond, besloten we opnieuw de sprong te wagen.” Dat was begin 2014, Sylvie en Johan zouden er 8,5 jaar blijven. “Maar opnieuw waren het de late uren die begonnen door te wegen. Bovendien kregen we de kans om via een goede maat (Peter Vanpoucke, red.) van ons terug te keren naar De Ruiter. Ja, aan de overkant van waar we vroeger café hielden. In het pand was ooit een kledingboetiek, maar de jongste decennia deed het dienst als woonhuis.”

Het pand werd helemaal gestript. “En we hebben zelf veel gedaan, op de elektriciteit na. Maar alles binnen is nieuw. Behalve de vloer! Toen we het vinyl verwijderden, zagen we die oude vloerstenen boven komen. Die moesten we behouden. Na het polieren hadden we weer de authentieke vloer.”

Johan Debrauwer en Sylvie Maugé stralen geluk uit in hun nieuwe café.
Johan Debrauwer en Sylvie Maugé stralen geluk uit in hun nieuwe café. © Stefaan Beel

Voor het interieur kon Johan zijn eigen gang gaan. “In de coronaperiode had ik het Ruiterschooltje al omgevormd tot een mancave, nu doet het vooral nog dienst als opslagplaats. Maar ik had al heel wat spulletjes verzameld en ben eigenlijk nog altijd bezig met het uitbreiden van mijn collectie.”

“De laaste pint wordt geserveerd om middernacht, een half uur later sluiten we”

Voor wie voor het eerst D’Oude Glorie binnenwandelt, springt de indrukwekkende toog in het oog. “Die heb ik op de kop kunnen tikken dankzij een bevriende Nederlandse antiekhandelaar. Hij moet ooit in een art deco café gestaan hebben in ‘s-Hertogenbosch. De toog is één geheel, de barkast meerdere stukken.”

Ook de rest van het café oogt als een klein museum. “Vooral met zaken die verwijzen naar Roeselare. Maar ook naar mijn opleiding als slager. De voute, die dus vroeger dienst deed als slaapkamer, is gewijd aan de sport”, zegt Johan, zelf gewezen voetballer, later ook triatleet. “Ik heb twee Ironmans op mijn conto, ik hoop dit jaar ook nog een halve Ironman af te werken in Knokke. Maar ik moet dringend weer beginnen trainen.”

Rijksweg als barrière

In het weekend van 1 mei 2022 ging het café open. “En het was meteen een schot in de roos. Voor ons voelde dat ook als thuiskomen. En de mensen van de wijk waren natuurlijk blij dat er hier weer een café was, want De Nieuwe Ruiter is nu al een tijdje gesloten. In Sherry’s Pub zagen we wel wat van onze oude klanten, maar die Rijksweg is voor sommigen echt een barrière. Zeker voor mensen die uit Moorslede, Passendale, Zonnebeke… komen. Veel oude klanten waren hier meteen weer van de partij. Dat je tijdens je openingsweekend goed scoort en daarna tijdens een goede zomer, dat lijkt misschien evident. Maar ook nu in de winter was het hier vaak volle bak, de stormloop sinds de opening is nog niet gaan liggen.”

Wij zijn er te gast op een donderdag. “Voor mij is dit eigenlijk mijn maandag”, geeuwt Johan. “Op dinsdag en woensdag zijn we gesloten. Op donderdag gaan we om 15 uur open, de andere dagen om 10.30 uur. Maar er is één constante. Om middernacht gaat de bel voor het laatste pintje, om 0.30 uur gaan we onherroepelijk dicht. We wilden geen nachtcafé. En als je om 0.30 uur sluit, dan duurt het toch nog tot 2 uur tegen dat je in je bed ligt.”

Brainstormen over naam

De naam D’Oude Glorie kwam er toen het koppel op reis was. “Eerst hadden we gedacht aan De Oude Ruiter, verwijzend naar het café aan de overkant. Ons tweede gedacht was De Blekken Pot, maar dat bestaat al. En toen kwam ik met D’Oude Glorie op de proppen en Sylvie vond dat meteen top. We laten de oude glorie van De Ruiter hier wat herleven.”

Het is vaak volle bak in het café, mensen komen er ook van ver een kijkje nemen. “We zijn hier ook goed gelegen op fietsroutes, we behoren sinds dit jaar ook tot de Leiespots. Ons terras, waar we tot 140 mensen kunnen plaatsen, is een grote troef natuurlijk. In de tuin, die we helemaal onder handen namen, zijn nu ook petanquebanen. Er wordt hier geregeld een balletje gegooid. En we organiseerden ook al eens een cote à l’os-avond met een optreden. De mensen vinden vlot hun weg naar hier. De sfeer is goed en de muziek staat niet te luid zodat de mensen kunnen babbelen.”

In D’Oude Glorie kun je natuurlijk terecht om wat te drinken, naast Stella en Rodenbach is er ook Karmeliet en Sint-Bernardus van ’t vat, maar er is ook een eetkaart. “We serveren hier een lekkere stutte, met hoofdvlees, gehakt, paté… Wat verwijzend naar mijn verleden als beenhouwer. En vleesplankjes. Maar ook de spaghetti doet het hier goed. We hebben geregeld groepjes vrienden of collega’s die hier komen.”

Meteen in de prijzen

In het café zelf kun je natuurlijk aan de indrukwekkend toog zitten en staan verder alleen hoge tafels opgesteld. Maar in de andere ruimtes zijn ook de lagere tafels voor wie iets wil eten. Op de horaca-awards viel het café amper anderhalve maand na de opening al in de prijzen als ‘beste starter’.

Het café ademt sfeer en gezelligheid uit, maar er zijn natuurlijk ook de uitbaters die mee het verschil maken. Johan schudt de ene kwinkslag na de andere mop uit zijn mouw, Sylvie fungeert als ideale sidekick. Met hun tweetjes kunnen ze het op drukke momenten niet aan, dus springen er flexi’s in. “We hebben een goede equipe en ook met de buren doen we het goed. We zijn dus weer vertrokken.”

Volgende week: De Groene Dreve in Ardooie.