Café De Elleboog is een instituut in Roeselare: “Beste pint van ’t stad en dat aan 1,20 euro!”

Volkscafé De Elleboog lokt dagelijks heel wat klanten die bediend worden door zus Patricia en broer Yvan Houthoofd. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Een echt pintencafé. Dat is café De Elleboog langs de Brugsesteenweg. Eentje waar een pint maar de helft kost van wat je elders in de stad betaalt. Het café van Yvan en Patricia Houthoofd is elke dag open en stroomt vol vanaf openingstijd.

Een dorpscafé te midden de stad. Dat titelde onze krant, het artikel siert ingekaderd nog de muur van café De Elleboog. Yvan Houthoofd liet zich samen met zijn pa Freddy ook ooit interviewen in een ‘zo vader, zo zoon’-gesprek. En daarin stond dat hij geen alcohol dronk. “Dat klopt enigszins. Het was een klant die dat verklaarde. Die man kwam hier altijd tussen 10 en 11 uur ’s morgens en dan drink ik geen alcohol, maar een cola of een koffietje. Het was dus niet gelogen”, grinnikt Yvan.

“Ik verkoop liever vijf pinten aan 1,2 euro, dan drie aan twee euro”

Het café heeft ook al een hele geschiedenis achter de rug. Het was vroeger meer richting centrum langs de Brugsesteenweg gelegen, weet ma Frieda Galle. “Daar waar de Kleine Bassin een kleine bocht maakt, vandaar de naam De Elleboog. Het café werd door drie generaties van moeder op dochter uitgebaat en was ondertussen verhuisd naar onze huidige locatie. Zelf was ik de dochter van een beenhouwer, hier twee huizen verder. Mijn man was een Nieuwmarkter en leurde met textiel. In 1974 kwam ik hier het café openhouden, maar al snel moest mijn man ook bijspringen. Vanaf het eerste moment was het hier volle bak.”

Geheim van goede pint

Frieda (75) woont nu nog altijd boven het café. “En binnen twee jaar is het 50 jaar dat onze familie hier café houdt. In 1992 ben ik in de zaak gekomen. In 2004 is onze pa overleden, een medische fout”, klinkt het bitter. “Daarna kwam ook mijn zus Patricia in de zaak.” Yvan (52) en Patricia (50) zijn nu de tandem achter de zaak, ma Frieda is met pensioen, maar springt uiteraard wel bij waar nodig. “Mijn andere zus Ann runt met haar man Sanicentrum, zij heeft een andere professionele weg gekozen. Maar ikzelf heb niets anders geweten. Ik zou ook niets anders kunnen. Dus gaan we door.”

Een trein vol vaten

De Elleboog wordt ook vaak De Elletuit of gewoon de Tuite genoemd. Namen genoeg, maar vooral heel wat mensen vinden hun weg naar het echt volkscafé. “Op een zak chips of een kaasje na kun je hier niets eten. We zijn een echt pintencafé. Een perfect getapte pint, daarvoor moet je hier zijn. Ons geheim? Je moet in eerste instantie goed kunnen tappen. Het bier moet de juiste temperatuur hebben en na ieder vat worden de leidingen hier gespoeld. Een pint met een mooie kraag, wat is er smakelijker”, lijkt Yvan zelf te genieten. “En die moet je ook goed serveren: vriendelijk, op een bierkaartje en met het logo naar de klant”, voegt ma Frieda toe. Uiteraard zijn er ook andere dranken te verkrijgen in het café. “Maar de meeste mensen komen hier voor een frisse Stella.”

“We jeunen onze klanten ook iets, liever dan dat we het aan de belastingen moeten afgeven”

De beste pint en dan nog aan 1,20 euro. “Hoe we dat voor elkaar krijgen? Personeel hebben we niet. We doen alles zelfs, ook het poetsen van het café. Iedere morgen doen we dat zelf. We hebben ook goede afspraken met InBev, waar we uiteraard ook al jarenlang een deftige afnemer zijn. Hoeveel vaten in al de jaren al? Je zou er allicht een goederentrein mee kunnen vullen. We zijn ook in 1989 eigenaar geworden van het gebouw, waarna we uiteindelijk de caféruimte verdubbeld hebben. Natuurlijk zouden we veel meer voor een pint kunnen vragen, maar dat doen we bewust niet. We jeunen onze klanten ook iets, liever dan dat we het aan de belastingen moeten afgeven.”

“Iedereen kan hier trakteren, ook de man met de uitkering”

Maar 1,20 euro is toch wel heel weinig… “Onze laatste prijsverhoging dateert toch al van een tijd geleden. Er komen ook opnieuw stijgingen van de bierprijzen aan en de rest van het leven wordt ook snel duurder. Maar voorlopig lukt het en het is ook een van de troeven van ons café. Mensen van alle rang of stand komen hier, van de miljonair tot iemand die het moet doen met een uitkering. Ze zitten schouder aan schouder en kunnen door die prijzen ook aan elkaar trakteren. We hebben hier ook groepjes jonge gasten die hier komen voor ze uitgaan. Dan drinken ze hier pintjes waarvoor ze in het centrum het dubbele betalen. Ik heb altijd gezegd dat ik liever vijf pinten verkoop aan 1,2 euro dan drie aan twee euro”, gaat Yvan door.

Klanten kennen

Yvan is ook een patron die zijn klanten, en dat zijn er honderden, door en door kent. “Ik doe dit natuurlijk ook al heel wat jaren en ben hier in het café opgegroeid. Maar als er iemand binnen komt, kan ik hem bij naam noemen en weet ik al wat hij zal drinken en uit welk glas: een bakske, een rebbeke of een bolleke. En als er dan eens iemand nieuw binnenkomt, dan vragen we gewoon zijn of haar naam.”

Vader Freddy dweilde eind jaren zestig nog de flank van ’t Sport van Roeselare af, toen er nog op ’t Motje gevoetbald werd, zoon Yvan is een fervent Club Brugge-fan. “Ik heb jarenlang een abonnement gehad, maar heb daar nu de tijd niet meer voor. Maar ik ga af en toe nog eens kijken. Als het past. We zijn alle dagen open. Op dinsdagnamiddag blijven we dicht en op zaterdag ook tussen 13.30 en 17 uur. Maar als er koers of voetbal is, doen we toch open. Dat zorgt ervoor dat we soms wel tot 100 uur per week werken. Maar we doen het graag. En opvolgers zitten er momenteel nog niet aan te komen”, onderstreept Yvan.

Met de bus vanuit Oostkamp komen om een pintje in De Elleboog

Als het café ’s morgens om 10 uur opent, dan staan de eerste klanten al klaar. “De sfeer is hier gemoedelijk, maar we lachen natuurlijk wat af. Maar de mensen kunnen hier ook eens hun miserie kwijt. Er zijn hier al koppels gevormd, maar we hebben er ook al veel weten scheiden. En we moeten ook jammer genoeg vaak naar een begrafenis”, wijst Yvan naar de rij bidprentjes die achter de toog hangen.

De klanten komen soms ook van ver. “Zo hebben we iemand uit Oostkamp die de bus neemt om hier pintjes te komen drinken. Maar nog een troef van ons café is de parking die we twee huizen verderop hebben. Ik woon eigenlijk in de vroegere ouderlijke woning van mijn moeder en achteraan kunnen daar 40 wagens staan. De klanten weten dat, gratis parking doet ook wonderen.”

Tijdens corona was het café in totaal 39 weken gesloten. Dat heeft de ceo van De Elleboog, ma Frieda, netjes voorgerekend. “De klanten zien haar nog altijd graag”, weet Yvan. “Op maandag zit ze meestal met haar bril op in ‘haar bureau’. Friedagie noemen ze haar. Net als ik iedereen uitzwaai met mijn boutade totonemannegie.”

En toen wij vertrokken, kregen we hetzelfde te horen.

Volgende week: Café Flandria Wakken.