Bianca is de vijfde generatie in café De Flandria in Wakken: “Vroeger kwamen ze bij Mory, nu naar Bivke”

Bianca Verbeke (centraal in het groen) tussen haar klanten met wie ze een uitstekende band heeft. © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Op de Wapenplaats in Wakken tel je nog twee cafés. “Voor corona hadden we hier nog vijf cafés, maar om diverse redenen zijn mijn collega’s er mee opgehouden”, zegt Bianca Verbeke (52). Zelf staat ze nu al 14 jaar achter de toog en daar wil ze er nog heel wat bij doen.

Je hoort het wel vaker. Zoon of dochter die zweren nooit het café van hun ouders over te nemen. Ook bij Bianca Verbeke was dat zo. “Maar ik kwam al helpen bij mijn ouders op drukke momenten, zoals de kermis bijvoorbeeld. Ik had het wel in de vingers, maar hele dagen het café open houden, dat was niets voor mij. Tot het zover was natuurlijk. Mijn ouders lieten het café over en ik liet me overhalen. Ik was op dat moment aan de slag als medisch secretaresse. Ik zat nogal wat uurtjes in de wagen en dacht die uit te sparen door dicht bij huis te komen werken. Maar ik had het eerlijk gezegd ook wat onderschat. Ook als je niet open bent, komt er nog veel bij kijken. Van bestellingen tot ander papierwerk en het poetsen doe ik ook nog zelf.”

De energiekosten

Bianca heeft er net een deugddoende vakantie op zitten en heeft ook haar openingsuren wat aangepast. “Woensdag was altijd al de sluitingsdag. Op maandag, donderdag en vrijdag ga ik nu vanaf 16 uur open. ’s Morgens niet meer, met die hoge energieprijzen drong die beslissing zich op. Op dinsdag zijn we wel nog open vanaf 7.30 uur, maar dat is omwille van de markt.”

En is de markt in Wakken nog een trekpleister? “Er staan een achttal kramen, maar ik vermoed soms dat het café beter draait dan de markt zelf”, realiseert Bianca zich. “Een markt trekt ook een ouder publiek aan en soms zijn die mensen niet meer zo mobiel. De uitbater van het kaaskraam opperde al om aan de gemeente voor te stellen een busje in te leggen die die mensen kan gaan oppikken. Een uitstekend idee vind ik zelf. Maar zoals gezegd, ik mag niet klagen. De marktdag is voor mij nog altijd uitstekend.”

“Sommige klanten komen hier al 50 jaar en hebben elk hun vaste stek in het café”

Op zaterdag opent het café om 10.30 uur, op zondag zelfs al om 8.30 uur. “En dan staan de eerste al klaar aan de deur. Dat zijn mensen die hier al sinds jaar en dag komen. Zo heb je er hier al veel, sommigen komen al 50 jaar. En ze hebben elk hun vaste stek in het café.”

Café was vroeger hotel

Toen de overgrootouders van Mory, Bianca’s pa, de zaak startten, heette die nog De Appel en bevond die zich waar nu Frituur Bea is. De moeder van Mory nam uiteindelijk het café over van haar tante en in 1972 volgde de verhuizing naar het Hotel de Flandre, dat werd omgedoopt tot De Flandria. “Kamers zijn er hier niet meer”, knipoogt Bianca. “Vroeger hadden we hier wel nog een zaaltje boven”, wijst ze naar de draaitap. “Daar vonden toen feestjes of zelfs rouwmaaltijden plaats. Maar je krijgt een traiteur vandaag de dag niet meer naar boven langs die trap.”

“Mijn moeder was uit Wakken afkomstig, maar woonde in Amerika. Mijn vader leerde haar kennen tijdens haar bezoek aan Wakken Kermis en drie dagen later vroeg hij haar ten huwelijk”

De naam Mory viel ondertussen al. Marcel Verbeke (76), zoals Mory volgens de burgerlijke stand heet, is in Wakken een bekend figuur. Zijn bijnaam dankt hij aan zijn periode als snijder bij jeansfabrikant Wallaert toen hij eens een dag met een roetzwart gezicht rondliep. Daarna ging hij aan de slag als facteur. “Maar tegen de middag had hij gedaan en kwam hij mijn moeder gezelschap houden. Weliswaar aan de andere kant van de toog.” De ouders van Bianca maakten op een opmerkelijke manier kennis. “De ouders van mijn moeder waren na de oorlog naar Amerika uitgeweken. Mijn ma was hier met Wakken Kermis op bezoek en leerde mijn vader kennen. Na drie dagen had hij haar al ten huwelijk gevraagd, maar ze moest uiteraard nog eerst weer naar Amerika terug. Haar moeder dacht dat de verliefdheid zou overgaan. Maar mijn pa is dan ook eens naar Amerika gereisd en na een jaar zijn ze getrouwd.”

Een eigen toogstoel voor Mory

Ma Daniëlle Libbrecht (74) komt nog vaak over de vloer. “En ze steekt ook een handje toe op drukke momenten. De gezondheid van mijn pa is wat minder. Hij rijdt nog in auto, maar heeft hulp nodig om de straat over te steken. Maar hij heeft hier nog zijn eigen toogstoel, die is wat lager dan de andere en met een rugleuning. En hij heeft ook nog een eigen plaatsje, op het einde van toog naast de hoge tafel. Daar kan hij zich dan aan vasthouden. En de andere klanten moeten dan met zijn allen wat opschuiven…”

“Dentergemnaars die in Wakken café komen. Vroeger zou het ‘not done’ geweest zijn, nu zijn het hier vaste klanten”

Aan die hoge tafel zit op donderdag vaak de ‘Dentergemse bende’. “Vroeger zou het not done geweest zijn, toen heerste er nog een tweestrijd tussen deelgemeenten Wakken en Dentergem. Maar ondertussen zijn er ook in Dentergem nauwelijks nog cafés. En die Dentergemse gasten noemen me ook steevast Bivke. Die BIV waren mijn binnenpostinitialen toen ik nog bij Eraplastics werkte. Iedereen noemde me er Bivke en die naam is naar hier mee verhuisd. Vroeger gingen ze bij Mory, terwijl het eigenlijk mijn moeder was die café hield, nu komen ze bij Bivke.”

Nieuwe pietjesbakclub

Het café heeft ook heel wat verenigingen. De wielertoeristenclub heet De Mandelvrienden, de vinkenmaatschappij Eerlijk Duurt Langst en de duivenvereniging, die van april tot september de duiven achteraan het café inkorft, De Vlaamse Reisduif. “Vanaf oktober gaat die club in winterslaap. Om die vrijdagavonden wat op te vrolijken hebben we een pietjesbakclub in het leven geroepen en dat slaat goed aan.”

“In het café kun je op tv zien hoe er in de keuken gebiljart wordt”

Ondertussen is in de keuken ook plaats gemaakt voor een tapbiljart. “Na corona is café De Schaak gestopt, de biljarters zijn toen naar hier gekomen. Maar we zouden hier graag ook een recreatieve club starten. De competitiespelers van De Schaak hebben we hier niet meer. Maar de biljarttafel staat hier niet in het café zelf, daar hebben we de ruimte niet voor. Maar als er gebiljart wordt dan kunnen we via een camera de wedstrijd tonen op het tv-scherm. Zo is er toch wat interactie tussen de biljarters en het andere publiek.”

Bianca heeft ook haar eigen specialiteiten. “We serveren hier nog altijd het Wakkens Kommeke, dat is een citroenjenever die speciaal voor de dames gecreëerd werd. Een traditie die ver teruggaat in de tijd. De mannen dronken vroeger altijd pintjes, voor de dames was er niet echt iets. Cava werd toen nog niet geserveerd. Ik maak die jenever nu nog altijd zelf via het vertrouwde recept en dat wordt nog altijd gesmaakt. Niet enkel door de dames, ook door de mannen. Er is hier zelfs iemand die hem in zijn Ice Tea giet en dat erg lekker vindt. En ook onze picon, daar staan we voor bekend.”

Geen zesde generatie

Bianca heeft twee dochters, Philine (27) en Axelle (25). “Opvolging zit daar allicht niet aan te komen. Philine is vroedvrouw en werkt op de pediatrie in Waregem, Axelle bij Bizbike waarvoor ze vaak in het buitenland vertoeft. “Zelf was ik 38 jaar toen ik startte, als twintiger ging ik het ook niet zien zitten hebben. Maar we zien wel, wij doen alvast nog even door.”

“Bij betalen evenveel voor de aankoop van ons bier als in grote steden waar ze minstens 2,5 euro vragen voor een pint”

Ook met haar buurman Nico Follens van A la cour de Ste Cécile kan Bianca het goed vinden. “We zijn maar met twee cafés meer nu Het Schaak, Oud Molenhof en Golden Pearl er om allerlei redenen de brui aan gegeven hebben. Meer volk gaat er niet op café, maar we moeten het verdelen onder slechts twee cafés. Maar we spreken ook af. Zo zullen we straks allicht toch onze prijs moeten omhoog doen. Nu vragen we hier 1,80 euro voor een pintje, door alle prijzen die stijgen is dat niet langer houdbaar. En wij betalen bij aankoop evenveel als iemand die in een stad nu al 2,5 euro voor een pint vraagt. Maar hier kun je dat niet maken en dat zal ik ook niet doen uiteraard. Maar we moeten toch ook wat naar het bord kijken, want we willen het nog een tijdje blijven doen. Het eerste jaar heb ik ‘mijn peren gezien’, maar nu zou ik niet meer zonder kunnen.”

Volgende week: Sportkaffee in Ledegem.

Lees meer over: