Voorzitter John Lannoo blij met gang van zaken bij Sint-Cecilia Deerlijk: “Er zit nog altijd muziek in”

John Lannoo en de fanfare Sint-Cecilia hebben met de Lierefeesten een druk weekend voor de boeg. © DRD
Redactie KW

Het gaat prima met de Koninklijke fanfare Sint-Cecilia die aan de vooravond staat van de jaarlijkse Lierefeesten. “We groeien en bloeien”, lacht voorzitter John Lannoo. “We tellen heel wat nieuwe gezichten. Dat is positief voor de toekomst. Er zit meer dan ooit muziek in de fanfare.”

“Muziek is de moedertaal van het hart”, beweerde ooit Ernst Hohenemser. Van de onwrikbare waarheid die achter deze gevleugelde woorden schuilgaat, hoef je John Lannoo (47) niet te overtuigen. Hij runt samen met zijn echtgenote Petra Carlier – “mijn manager”, zo typeert hij haar – een bedrijf dat instaat voor de fabricatie en productie van serviceverpakkingen, voornamelijk broodzakken en vleespapier. Samen hebben ze vier kinderen: Jamie, Jessica, Jennifer en Jasmin.

“Ik ben op mijn negende als trommelaar gestart bij de drumband”, start John zijn verhaal. “André Dewaele en wijlen Marcel Putman waren toen de instructeurs. Maar na vier jaar zat mijn muzikale carrière er eigenlijk al op. Een vijftiental jaren geleden vroeg Carl De Donder, een goede KSA-vriend, of ik wou toetreden tot Pro Musica, het vriendencollectief dat de fanfare de nodige financiële armslag geeft door sponsoring en ook logistiek paraat staat tijdens optredens van de fanfare.”

gedreven bestuursploeg

“Vier jaar geleden beslisten de anderhalve maand geleden overleden voorzitter Frans Vanden Broucke en Yves Loosveldt, twee belangrijke steunpilaren van de fanfare, gezamenlijk om een stapje opzij te zetten. Ik was de enige kandidaat voor het voorzitterschap en werd met unanimiteit van stemmen verkozen. (lacht) Het is hard werken om een dergelijke vereniging draaiende te houden, maar ik blijf het graag doen. Ik prijs me gelukkig dat ik over een gedreven bestuursploeg beschik. Met ondervoorzitter en duivel-doet-al André Dewaele, secretaris Dries Dewaele, penningmeester Carly Carrette en nog een rist dynamische bestuursleden ben ik alvast prima omringd.”

Het oubollige imago van het ‘Muziekske Dust’ hebben we helemaal herwerkt

“Een vereniging staat of valt met een goed functionerend bestuur waarin iedereen zoveel mogelijk aan hetzelfde zeel trekt. Dat is bij ons het geval. Het moet vooral plezant blijven. Zeker als de werkkracht van vrijwilligers komt. We hebben de jongste jaren flink gewerkt aan de uitstraling van de fanfare. Het oubollige imago van het ‘Muziekske Dust’ hebben we helemaal herwerkt. Die aanpak heeft ons geen windeieren gelegd want de jongste jaren kwamen er heel wat nieuwe gezichten bij. We worden voor ‘vol’ aanzien en dat weerspiegelt zich ook in het stijgend aantal optredens waarvoor we gevraagd worden.”

Eigen lokaal

“De mooiste realisatie is en blijft het eigen lokaal De Liere, dat we voor een stuk delen met Move-d, het vroegere Appollon. Een oud fabrieksgebouw is met vele handige handen en nog meer vrijwilligerswerk omgebouwd tot wat het nu is. Het was voor beide verenigingen een schitterende zaak. We werken bovendien heel goed samen. Sport en cultuur, hand in hand. We hebben een eigen ruimte en een eigen kantine. Dat is heel bevorderlijk voor de goede sfeer in de groep.”

Enkele facelifts

“Een eigen lokaal hebben, is één zaak. Het in stand houden, is minstens even belangrijk. De Liere heeft al enkele facelifts ondergaan. We blijven investeren in het onderhoud van ons gebouw. Dat kost uiteraard handenvol geld. Onze bar is altijd open na de wekelijkse zaterdagavondrepetitie. Lies De Witte, die steevast zorgt dat alles wordt aangevuld, levert op dat vlak schitterend werk. Op muzikaal vlak zijn we heel stabiel. In het 96-jarig bestaan van de fanfare zijn we nog maar aan de vierde dirigent toe. Na René Vandekerckhove volgden José Vandeplassche, Frank Commeene en Wouter Deprez. Ik ben een tevreden voorzitter. Schrijf maar dat de fanfare een heel positieve noot blaast”, rondt John Lannoo af. (DRD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier