Volksrestaurant Vork is een restaurant om te eten én te leren

Wie bij Vork wil eten, doet er goed aan te reserveren. (Foto AN)
Redactie KW

Opleidings- en volksrestaurant Vork hoort wellicht niet helemaal thuis in het rijtje van ‘refters’. De prijzen zijn er dan wel democratisch, maar je hebt het gevoel op restaurant te zitten. Er zijn tafels voor grote groepen, maar evengoed gezellige tafeltjes voor twee. Bovendien is er bediening aan tafel. Er gaan eten zonder reservatie is haast niet meer mogelijk.

Het restaurant is in vele opzichten uniek. Zo kost een dagmenu inclusief soep, dessert en gratis kraanwater er normaal 14 euro. Maar Kortrijkzanen met een verhoogde tegemoetkoming kunnen er eten voor 7 euro en mensen met een leefloon zelfs voor 2 euro. “Die verrekening gebeurt via de UIT-pas”, weet instructeur voor de zaal en coach voor de keukenmedewerkers Mieke Roquet ons te vertellen. “Dat is allemaal heel discreet, de persoon aan de tafel naast die van jou zal niet weten hoeveel je betaald hebt voor je maaltijd. Op dit moment komt ongeveer 40 procent van onze klanten eten aan een kortingstarief. En eigenlijk zouden we dat graag 50/50 zien.”

Daarnaast dient Vork ook als opleidingscentrum voor keuken- en zaalpersoneel. Cursisten draaien er een aantal maanden mee onder het toeziend oog van verschillende coaches. “Zo goed als iedereen die hier werkt is in opleiding”, verduidelijkt Mieke. “We werken met een systeem waarbij iedereen alle taken een keer heeft uitgevoerd en hameren enorm op klantvriendelijkheid. Eens ze hun opleiding hebben afgerond zijn onze cursisten helemaal klaar om door te stromen naar de reguliere horeca en dat doen ze dan ook. Hier zitten ze niet met hun neus in de boeken, ze leren al doende.”

“Eens ze hun opleiding hebben afgerond zijn onze cursisten klaar om door te stromen naar de horeca” – Mieke Roquet

Niet dat de klanten daar veel van merken. Het eten wordt dagelijks ter plaatse vers bereid. Er is een vast weekmenu dat elke week verandert, maar zich wel houdt aan bepaalde thema’s. Zo staat maandag in het teken van de Vlaamse klassiekers, eet je er op dinsdag steeds steak friet en is donderdag voorbehouden voor de wereldkeuken. “Bovendien letten we erop dat we enkel werken met lokale en eerlijke producten en gebruiken we vaak voedseloverschotten“, vertelt Mieke.

Benn Vandamme en zijn mama. (Foto AN)
Benn Vandamme en zijn mama. (Foto AN)

“Is dat echt waar?”, reageert Benn Vandamme uit Anzegem. “Wij komen hier al zo lang en je zou denken dat eten met voedseloverschotten niet zo lekker zou zijn”, lacht hij. Benn komt al sinds de opening van Vork geregeld eten samen met zijn moeder. “Het is vandaag de 57ste keer dat we hier zijn.”

Gezond en lekker

“Het idee was eigenlijk om hier elke donderdag te komen voor de wereldkeuken, maar het is zo lekker en gemakkelijk dat we hier nu meestal vier dagen per week komen lunchen”, vult zijn mama aan. “We hebben een druk leven en dus niet veel tijd om te koken. Hier kan je gezond en lekker eten. Waar we vroeger snel eens naar de McDonald’s liepen of naar de frituur komen we nu naar hier”, vertelt Benn.

“En we komen graag tussen de mensen. Ondertussen kennen we hier al veel volk want er zijn nog heel wat mensen die hier dagelijks komen. Dat sociale spreekt ons enorm aan. Bovendien weet je waar je aan toe bent. Je betaalt 14 euro en geen cent meer. Vroeger gingen we wel eens eten in het ziekenhuis AZ Groeninge. Maar daar leg je van alles op je plateau en nergens staat wat er inbegrepen is. Dan betaal je toch plots een hoop geld.”

Reserveren

“We hebben inderdaad heel veel vaste klanten”, bevestigt Mieke. “Hier gewoon binnen wandelen om iets te eten is heel moeilijk. We zijn bijna elke middag volledig volgeboekt. Reserveren is dus eigenlijk een must.” Dat is meteen de reden dat er ook kritiek komt op Vork. Mensen die daar een dagschotel gaan eten doen dat immers niet meer bij de reguliere horecazaken. “We gaan niet in concurrentie met de andere horecazaken”, benadrukt OCMW-voorzitter Philippe De Coene. “We zijn een opleidingscentrum, andere horecazaken kunnen dus alleen maar voordeel halen uit onze activiteiten. Het is immers niet gemakkelijk om goed geschoold personeel te vinden. Bovendien is 14 euro voor een dagschotel een marktconforme prijs.”

Vork is elke weekdag open van 11.30 tot 14 uur. Op donderdag en vrijdag kan je er ook ‘s avonds terecht.

Philippe De Coene wil het volk met Vork leren eten

OCMW-voorzitter Philippe De Coene (SP.A) wil een onderscheid maken tussen volksrestaurant Vork en de andere zaken die opgenomen zijn in het lijstje van onze ‘refters van ‘t stad’. “Het volksrestaurant heeft helemaal geen economische motieven”, stelt hij. “Je ziet ook niet de gelijkenis met de ambtenarenrestaurants in Brussel die plots worden platgelopen door buitenstaanders. Dat zijn voorzieningen voor personeel die plotseling met ongewenste indringers te maken krijgen. Terwijl Vork wel degelijk de bedoeling had om zoveel mogelijk mensen samen te brengen. En dan in de eerste plaats de mensen die niet over de middelen beschikken om van een goeie maaltijd te genieten. Het Vork-cliënteel bestaat nu al voor 40 procent uit mensen in armoede of met een verhoogde tegemoetkoming. Maar we willen geen apart restaurant voor mensen in armoede.”

In die zin krijg je ook in Vork tot in zekere mate een sociale mix. Je ziet er mensen in elkaars gezelschap eten, die voorheen op straat nauwelijks naar elkaar knikten. “Wie het niet breed heeft, komt er vaak niet toe om thuis te koken. En ook wie alleen is, zal thuis minder snel achter het fornuis gaan staan. Ook al omdat het in verhouding stukken duurder is om een warme maaltijd te bereiden als je in je eentje bent. Oudere mensen die met zijn tweetjes wonen, doen ook minder moeite om nog eten klaar te maken. In al die categorieën van mensen vind je velen die niet over de budgetten beschikken om uit te gaan eten. Omdat armoede en ongezonde voeding al te vaak samengaan, worden in Vork ook cursussen georganiseerd om kansarmen met weinig geld gezond te leren koken. “

Bistro + 1 euro

“Vork wil vooral geen concurrent worden van de plaatselijke horeca”, beklemtoont de OCMW-voorzitter. “Wel integendeel. We baseren ons voor de prijszetting op de gemiddelde prijs van een lunch in een bistro en tellen er 1 euro bij. En we doen inspanningen om de horeca te steunen. Door onze restaurantopleiding bijvoorbeeld, die erkend is door de VDAB. De horeca kampt met een tekort aan geschoold personeel en wij trachten mensen op te leiden die na hun stage hopelijk in horecazaken elders in de stad aan de slag kunnen.”

(ANK/KVDM)