Viroloog Marc Van Ranst beantwoordt vragen van kinderen: “Corona is een jong virus met puberstreken”

Viroloog Marc Van Ranst wordt geprezen voor zijn heldere communicatie tijdens de coronacrisis. © Photo News
Hannes Hosten

“Uiteraard wil ik op hun vragen antwoorden!” Marc Van Ranst is dezer dagen de meest gesolliciteerde man van het land. Toch vond de viroloog nog een gaatje in zijn agenda voor de allerjongste reporters van deze krant. Onze redacteurs gaven hun kroost immers de opdracht één vraag te bedenken voor Marc Van Ranst. Uit zijn antwoorden kunnen jong én oud iets opsteken…

Tijl (3): Hoe komt het dat die beestjes ons ziek maken?

“Eigenlijk willen die beestjes het virus ons niet ziek maken. Ze willen alleen leven en zichzelf vermenigvuldigen. Van oude virussen hebben we maar heel weinig last. Maar het zijn de jonge virussen, die nog maar net van bij een diersoort naar de mens zijn overgesprongen, die als het ware puberstreken hebben en waar we last van hebben. En ons lichaam verdedigt zich daartegen. Als we spierpijn krijgen, is de bedoeling dat ons lichaam in bed blijft liggen, zodat het virus zich niet verder kan verplaatsen. En ook als onze longen zich vullen met vocht en we daardoor sterven, is de bedoeling eigenlijk dat we het virus niet meer kunnen overdragen naar andere mensen.”

Floris (5): Waarom is dat virus zo klein?

“Dat is eigen aan virussen en bacteriën. Ze moeten in de cellen van ons lichaam kunnen raken. En die zijn al zo klein! Virussen zijn heel eenvoudige dingen. Mochten ze groot zijn, zouden ze te veel opvallen en onze cellen niet binnen raken.”

Frits (5): Wanneer mogen we opnieuw naar Bellewaerde?

“Alle pretparken zijn maatregelen aan het nemen omdat er in de zomermaanden toch iets zal kunnen. Zonder binnenactiviteiten, met minder volk in het park, zodat je afstand kan houden, eventueel met mondmaskers… Maar bij de exitstrategie wordt het toch een van de manieren om kinderen in de zomer iets leuks te laten doen. Het zal anders zijn, maar als het met de epidemie verder de goede richting uitgaat, zal het wel kunnen.”

Mories (5): Eind juni organiseren mijn mama en papa een junglefeest voor mijn zesde verjaardag. Hoeveel kindjes zal ik mogen uitnodigen om taart te eten en te spelen?

“Daar kan ik nu nog geen antwoord op geven. Dat zal vrijdag (vandaag, red.) of volgende week bekeken worden door de Nationale Veiligheidsraad. Zij kunnen ook niet alles in één keer beslissen. Maar we zijn al over feestjes aan het discussiëren en aan het berekenen wat het effect zal zijn op de epidemie.”

Lola (8): Wij gaan nu veel fietsen, maar als andere fietsers ons inhalen, is het fietspad niet breed genoeg om 1,5 meter afstand te houden. Wat moeten we dan eigenlijk doen?

“Het risico hangt af van de afstand en de duur van het contact. Als je elkaar gewoon op de fiets passeert, is het risico heel klein. Daar zou ik me niet te veel zorgen over maken. Maar je moet geen twee uur staan babbelen. En je moet wel proberen te vermijden dat je elkaar te dicht nadert. Op sommige plaatsen gebeurt dat al en wordt een deel van de autoweg als fietspad gebruikt. We zullen in de toekomst meer plaats moeten voorzien voor wandelaars en fietsers. Het is een schande dat we zoveel plaats hebben vrijgemaakt voor auto’s. Dat merk je nu heel duidelijk.”

“Knuffelen op een feest zal in de eerste maanden nog niet kunnen”

Mathis (3): Op 22 mei ben ik met mijn broertje Noah bruidskindje op het huwelijk van onze nonkel en tante. Zullen wij dan nog kunnen ‘voor gaan’?

“Mei wordt moeilijk. Een typisch huwelijksfeest met pakweg 150 mensen zou onverantwoord zijn. Trouwen kan je doen, nu ook al. Maar een feest waar meerdere generaties samenkomen? Geen goed idee.”

Miel (5): Zal ik deze zomer wel naar de trouw van peter Maarten kunnen gaan?

“Huwelijksfeesten zullen niet voor de eerste maanden zijn. Niet omdat we dat niet willen, maar omdat het nog niet verantwoord is. Wanneer het wel weer mogelijk zal zijn? Dat hangt van het verloop van de epidemie af.”

Tristan (4): Op 5 september trouwt mijn dooppeter Arno met tante Marlies. Zal ik naar het grote feest mogen gaan? En mag ik iedereen daar dan knuffelen?

“Knuffelen op een feest zal in de eerste maanden nog niet kunnen. Binnen het gezin wel, tot we mals zijn zelfs. Maar met andere mensen moeten we toch nog eventjes oppassen. Dat komt terug hoor, en ook kleinere feestjes zullen op een bepaald moment opnieuw mogelijk zijn. Deze zomer? Dat denk ik wel. Wij zijn een feestend volk, hé. Als het kan, zullen we het doen. Maar we weten: bij elke maatregel die we loslaten, zullen er meer mensen ziek worden. Het is balanceren op een slappe koord. Als we opnieuw feestjes mogen houden, zal het toch niet voor elke dag zijn.”

Saar (11): Als je besmet raakt, hoe groot is dan de kans op blijvende (long)schade?

“Dat hangt ervan af hoe ziek je wordt. De meeste mensen hebben geen blijvende problemen. Maar wie ernstig ziek wordt, krijgt daar wel last van. Daar moet je dus erg mee oppassen. Het gaat maar om een paar procent van de mensen die besmet zijn. Maar zij krijgen een heel erge longontsteking en dan zijn hun longen niet meer zo goed als daarvoor. De meeste mensen zullen dat niet voelen. Maar als je een topatleet bent, zal je nooit meer top zijn, maar een gewone goeie.”

Seppe (10): Als het coronavirus achter de rug is, hoe groot is de kans dan dat er over enkele jaren weer zo’n gevaarlijk virus komt?

“Die kans is groot. De natuur zit vol virussen die diersoorten infecteren. Maar we zullen ze vlugger herkennen en beter voorbereid zijn, en ook sneller vaccins en geneesmiddelen hebben. Daar worden we altijd maar beter en beter in.”

“Op kamp? Daar doen we ons best voor”

Annabel (8): Wanneer kan ik weer naar de KSA en zal ons zomerkamp wel kunnen doorgaan?

“Daar zullen we echt ons best voor doen. Er worden gesprekken gevoerd met de jeugdbewegingen om de kampen zo goed mogelijk te omkaderen. Het is niet duidelijk of een groep van 250 kinderen samen op kamp zal kunnen gaan, maar opgedeeld in kleinere groepen kan het wellicht wel. Meer dan één miljoen kinderen in Vlaanderen en Brussel behoren tot een jeugdbeweging, er zijn 8.000 kampen in Vlaanderen en nog 2.000 in Wallonië. Als het aantal besmettingen verder blijft verminderen, zullen we daar zeker ons best voor doen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier