Vida Acquaro staat aan het roer van Restaurant Marina: “Mensen zijn altijd blij als ze me zien”

Vida Acquaro van restaurant Marina: " Ik hou enorm van het sociale contact van mijn job. © Davy Coghe
Gillian Lowyck

Horeca, je bent er voor gemaakt of niet. Dat Vida Acquaro haar eigen restaurant zou runnen stond in de sterren geschreven. “Ik ben dan ook geboren op een zaterdagavond”, lacht de uitbaatster van restaurant Marina. “Deze job voelt niet als werken.”

In 1973 opende vader Domenico restaurant Marina aan de Visserskaai. Vandaag vind je het restaurant niet meer in het stadscentrum, maar wel aan de overkant. Op de Hendrik Baelskaai zette Vida het succesvolle restaurant van haar vader verder. Marina is met 14 op 20 nog altijd het hoogst genoteerde Oostendse restaurant in de Gault&Millau, al hecht Vida daar weinig belang aan: “Uiteraard is dat superleuk. Maar je doet het voor de klanten. Eerlijk gezegd droom ik daar niet van. Het is het totaalplaatje die telt.”

Dat je in de horeca zou belanden, stond al lang vast?

“Juist, ik ben dan ook geboren op een zaterdagavond (lacht). We woonden lang boven het restaurant en als kind rende ik altijd rond in de keuken. Ik wilde niet naar bed en zat dan maar in mijn pyjama in het restaurant! Dat was waar het volk was, de gezelligheid en ambiance. Ik hield van die bedrijvigheid. Vandaag nog altijd: een klein restaurant runnen, dat zou niets voor mij zijn. Ik hou van de drukte die zo’n grote zaak met zich meebrengt.”

Enkele jaren geleden nam je het restaurant over van je vader.

“Klopt. Ik heb lang in de keuken gewerkt van de traiteurszaak. Maar ik merkte dat dat fysiek niet vol te houden was. Nu, het was wel heel leerrijk. Toen papa een stapje achteruit zette, heb ik de zaak overgenomen. Na tien jaar in de keuken was ik ook wel toe aan een nieuwe uitdaging. Vorig jaar verhuisde ik de zaak naar de Oosteroever en ik ben zó blij dat we die stap gezet hebben. Vandaag nog meer: door corona voelen mensen zich veilig bij ons, verder weg van de drukte van het centrum. Tachtig procent van onze klanten komt uit het binnenland. De winter is bij ons het beste moment in het jaar, en juli het minste (glimlacht).”

Je vader is van Italië afkomstig. Heb jij nog altijd een band met het land?

“Jazeker. We hebben er nog veel familie. En met mijn papa spreek ik Italiaans, al is het vaak een mengelmoes van Italiaans, Nederlands, Oostends (lacht). Ik heb een mooie jeugd gehad. Ik mocht in twee verschillende culturen mijn mama is van Thailand opgroeien. Die roots wil ik ook wel meegeven aan mijn kinderen.”

Jij bent het gezicht van Marina. Iets waar je je ding in hebt gevonden?

“Ik wil nu zeker niet verwaand klinken, maar ik merk dat mensen altijd heel blij zijn als ze me zien. En daar krijg ik energie van. Ik ben er ook echt wel mee bezig: ik ben goed in gezichten onthouden, weet meestal ook nog waar iemand gezeten heeft in het restaurant.

Tijd met mijn gezin spenderen, vind ik enorm belangrijk

Ik sla het nummer van klanten op in mijn gsm. Wanneer ze bellen en ik weet wie ze zijn: mensen voelen zich meteen speciaal. Dat wordt echt enorm geapprecieerd. Ik hou enorm van het sociale contact van deze job. Het voelt niet aan als werken voor mij.”

Hoe heb jij de coronacrisis beleefd als horeca-uitbater?

“Eerlijk? Ik vond het stiekem wel leuk (hilariteit). Begrijp me niet verkeerd, het is zeker niet gemakkelijk geweest voor de zaak. Maar ik was thuis met mijn gezin. Ik had het gevoel dat ik eindelijk mijn zwangerschapsverlof kon opnemen: ik ging bij mijn zoon en dochter na respectievelijk 12 dagen en 19 dagen weer aan het werk. Op dat moment zit je natuurlijk in die flow, maar achteraf bedenk je je toch: hoe héb ik dat in godsnaam gedaan? Dat we nu dus even quality time hadden. Toch hebben we ook gewerkt, uiteraard: we hebben takeaway gelanceerd. Dat heeft goed gedraaid. Veel klanten zaten met ons in: nog maar pas verhuisd en investeringen gedaan, ze waren bang dat we er niet meer zouden zijn. Dat was wel echt hartverwarmend. Nu was het wel maar een pleister op de wonde. Daarnaast kregen we ook steun van de overheid, maar het had eerlijk gezegd echt niet langer mogen duren.”

Stel: je moet iets anders doen dan het restaurant runnen. Wat zou je doen?

“Oei. Moeilijk! Ik zou ofwel kapster zijn of architect, denk ik. Kapster omdat je dan ook zoveel sociaal contact hebt, net zoals in het restaurant. En architect is iets wat me altijd al aansprak. Toen we het restaurant gerenoveerd hebben, lag me dat ook wel: die werf opvolgen, meedenken, het esthetische…”

Wat vind je belangrijk in het leven?

“Ik hoop dat ik dit nog heel lang kan blijven doen. Maar tegelijkertijd besef ik ook heel goed dat dit niet het enige is wat telt in het leven. Hoe ouder ik word, hoe meer ik mezelf verplicht om af en toe vakantie te nemen. Voor mijn papa was het heel gewoon om zeven op zeven te werken. Ik heb zeker geen ongelukkige jeugd gehad, maar ik heb mijn ouders niet altijd evenveel gezien. Dat wil ik anders doen. Tijd met mijn gezin spenderen, dat vind ik enorm belangrijk.”

Je vader is een enorm belangrijk in je leven.

“Ja, echt wel. Hij is iemand waar ik enorm naar opkijk en heel veel aan te danken heb. Hij wordt nu 72 en ik mag er niet aan denken dat er iets zou gebeuren met hem. Hij komt nog elke dag naar het restaurant. Niet altijd om te werken, soms gewoon eens om zijn koffietje te drinken. Hij kan het niet laten hé (glimlacht).”

Wie is Vida Acquaro?

Privé

Vida (38) is geboren in Oostende, waar ze vandaag nog altijd woont. Ze heeft twee kinderen: Nina (12) en Vic (10). Ze is samen met Nick Vanhaecke.

Opleiding en loopbaan

Vida volgde een opleiding fiscaliteit aan de Hogeschool Gent en volgde hotelschool in Koksijde. Na wat ervaring in verschillende horecazaken, baatte ze lang de traiteurszaak Pomodoro uit op de Groentemarkt. Enkele jaren geleden nam ze het restaurant Marina over van haar vader Domenico Acquaro.

Vrije tijd

Tijd spenderen met haar gezin, tennis, padel, en wintersport.