Verzamelaar Philip Fourier woont in zijn eigen museum

"Ik word graag geprikkeld in mijn eigen huis. Er is hier altijd wel iets wat je aandacht trekt", zegt Philip . (foto's WK)
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Philip Fouriers huis in de Luikstraat heeft veel weg van een museumpje. Zodra je er binnenstapt, word je ondergedompeld in de luisterrijke tijd van Napoleon. “Mijn huis is mijn hobby: ik kom tijdens de lockdown weinig buiten.”

Philip Fourier (61) bezit een waardevolle collectie achttiende- en negentiende-eeuwse muziekinstrumenten, maar is ook een verwoed verzamelaar van kunst- en interieurobjecten uit die periode. Zijn stokpaardje is de neoclassicistische of empirestijl uit de tijd van Napoleon Bonaparte. “Ik hou enorm van de vormgeving en de materialen uit die periode. De stijl grijpt terug naar de klassieke oudheid, ze maakt veelvuldig gebruik van verguldingen en ornamenten. Alles uit die tijd ademt zo’n luxe uit.”

Egyptische motieven

De liefde voor antiquiteiten werd hem thuis ingelepeld, maar Philip is er ook trots op een nazaat te zijn van ene Joseph Fourier. Hij was een van de geleerden, die Napoleon in 1798 vergezelden op zijn expeditie naar Egypte. “Een van de meest interessante stukken in mijn collectie, is een canapé gemaakt door Jacob Desmalter anno 1805. Deze associatie van vader en zoon leverde heel wat meubilair voor Napoleon, en ook aan andere vorstenhuizen. Ze waren de belangrijkste makers voor de empireperiode”, vertelt Philip.

De canapé is ontworpen in een stijl die ‘retour d’Egypte’ heet. “Die Egyptische motieven waren geïnspireerd door de ontdekkingen ten tijde van Napoleon. De vader van Jacob Desmalter was onder het ancien régime ook al hofleverancier voor koningin Marie Antoinette. Van hem heb ik een zetel uit 1796 in mijn bezit”, klinkt het.

Stoelen uit Charles X-periode

Van Jeanselme, ook meubelmaker aan het Franse hof, heeft Philip dan weer mooie stoelen uit de Charles X-periode. “En ik zou Chapuis nog vergeten. Jean-Joseph Chapuis, een Brusselaar, was een gerespecteerd ebenist die aan het einde van de achttiende eeuw, nadat hij in Parijs zijn meesterschap behaald had, terug naar Brussel kwam. Ook hij maakte meubelstukken in opdracht van Napoleon.”

“In mijn verschillende vertrekken probeer ik een impressie te geven van de interieurs uit die tijd. Mijn bibliotheek is bijvoorbeeld in empirestijl; een ‘tentkamer’ zoals deze in de mode was in de vroege negentiende eeuw. Een andere kamer is in Charles X-stijl ingericht, met passende pendules en kandelaars. Voor mij is dit authentieker dan een museum, waar alles wordt afgeschermd.”

Philip wordt elke morgen wakker in een empirebed van Chapuis.
Philip wordt elke morgen wakker in een empirebed van Chapuis.

Elk object in zijn museumpje vertelt een verhaal. “Onlangs botste ik op volgend citaat op het raam van een antiquair: ‘Waarom denk je dat mensen allemaal dezelfde topnamen uit de moderne en hedendaagse kunst kopen? Een Warhol of Basquiat heeft niets met smaak, maar alles met status te maken. Decoreer je huis met antiquiteiten en de klasse is veel minder makkelijk leesbaar. Het vergt veel meer cultuur en kennis om dat te ontcijferen’…”

Graag veel prikkels

“Antiek verheft een mens. Er gaat een vakmanschap van uit, dat het menselijke kunnen zo mooi illustreert. Kijk eens naar die verhoudingen: wat een finesse”, aldus Philip. We opperen dat het wel een beetje een drukke indruk geeft. “Ik heb graag veel prikkels”, glimlacht Philip. “En terwijl een ander zich misschien liever laat prikkelen in de natuur, word ik graag geprikkeld in mijn eigen huis. Er is hier altijd wel iets wat je aandacht trekt.”

“Weet je: mijn huis is mijn hobby, tijdens de lockdown ben ik nog niet veel naar buiten geweest. Ik vind het ook leuk om af en toe iets te verplaatsen, zodat het weer een andere beleving geeft. Op die manier lééf ik echt met mijn collectie.”

Philip staat ermee op en gaat ermee slapen, en dat mag je gerust letterlijk nemen: hij wordt elke morgen wakker in een empirebed van Chapuis. Of hij niet simpelweg in de verkeerde tijd is geboren? “Dan had ik me met mijn ambtenaarsloontje niets van dit alles kunnen veroorloven”, knipoogt hij. (WK)