Verlamde arm krijgt kapster niet klein: “Eens ik de borstel vast heb, dan los ik die niet meer”

Ilse Vanwynsberghe kon rekenen op kapster Daphné Demuynck tijdens haar afwezigheid: "Ik kan Daphné niet genoeg bedanken, dankzij haar bleef het kapsalon open." © SLW
Stefaan Lernout

Of Ilse nog ooit een kam zou kunnen vasthouden? Veel Gullegemnaren gaven daar geen cent meer voor. Door een tumor in haar ruggengraat verloor ze veel kracht in haar rechterhand. Een drama, want kapsters leveren hun visitekaartje af dankzij de magie van hun handen. De ziekte had echter geen vat op Ilses wilskracht want wie de coiffeuse kent weet dat opgeven niet in haar woordenboek staat.

Zonder overdrijving mag je Ilse Vanwynsberghe (47) een BG noemen, een Bekende Gullegemnaar. “Ik ben eerder berucht dan bekend”, zegt ze daar zelf over. Haar bijnaam ‘de coiffeuse’ heeft ze niet gestolen. Tot twee jaar geleden werkte ze acht tot twaalf uur per dag, meestal thuis in Haarstudio Ilse in de Bissegemstraat. Buiten de werkuren zag je ze met kam en schaar of met haar grimekoffer opduiken in het Gullegemse verenigingsleven. Als lid van carnavalsvereniging De Moaten, als grimeuse voor de revue, als kapster bij toneelvereniging De Lustige Slijters, op de carnavalsmodeshow of bij de activiteiten van Unizo.

Brandend vuur

Tot in februari 2017 Ilses leven een andere wending nam. “Mijn rechterarm voelde al een tijdje aan alsof hij volledig verdoofd was“, begint ze haar verhaal. “Ik stond daar niet onmiddellijk bij stil. Met wat bezoeken aan de kinesist deed ik gewoon mijn werk verder. Tot op een dag die verstijving zich verspreidde naar mijn rechterborstkas en ruggengraat. Een groot deel van mijn lichaam was gevoelloos geworden, in die mate dat ik geen prikkende naalden of een brandend kookvuur meer voelde.”

Na grondig onderzoek ontdekten de dokters een tumor in haar ruggengraat. Geen paniek, want diezelfde dokters wisten te vertellen dat het gezwel niet kwaadaardig was. Ilse was gerustgesteld en vloog weer in haar bezigheden. De operatie werd uitgesteld tot het najaar. “Ik deed door”, kijkt Ilse daarop terug. “Hoewel het lastig werken was. In mijn rechterzijde had ik voor 65 procent krachtverlies en verlammingsverschijnselen. Ik stond er gewoon niet bij stil dat het fout kon aflopen.”

Het operatief verwijderen van de tumor was gepland voor 12 oktober 2017. De dag voordien was ze nog aan het werk tot 19 uur. De operatie duurde zes en een half uur. Toen ze ‘s anderendaags wakker werd sloeg de paniek toe. “Het enige wat ik nog kon bewegen waren mijn linkse ledematen. En mijn tong”, lacht ze. “Op dat moment schoten me de woorden te binnen van de dokter, bij een consultatie een tijdje voor de operatie: ‘we zullen er alles aan doen om volledige verlamming te voorkomen.’ Toen pas besefte ik ten volle de mogelijke gevolgen. Zou ik nog ooit in mijn kapsalon staan? Dat was het ergste, niet meer kunnen coifferen. Dat is wat ik graag doe, wat ik goed kan. Al van toen ik drie jaar was wou ik kapster worden.”

Verlamde arm krijgt kapster niet klein:
© SLW

De coördinatie tussen hoofd en armen was weg. Ilse moest weer een voorwerp leren grijpen en vasthouden. “Even hoopte ik om rond Nieuwjaar opnieuw te beginnen maar van haar knippen was nog lang geen sprake.”

Roddelmachine

Gelukkig kon ze op heel wat steun rekenen van familie en vrienden, maar vooral van kapster Daphné Demuynck. “Ik kan Daphné niet genoeg bedanken, dankzij haar bleef het kapsalon open. Ze werkte al zeven jaar bij mij in de hairstudio, dus ze kende de omgeving. Gelukkig zijn veel klanten ons trouw gebleven, niettegenstaande de onheilsberichten over mij die de ronde deden in de gemeente.”

De roddelmachine stond inderdaad niet stil: Ilse was failliet, Ilse was terminaal, Ilse zou nooit nog een schaar kunnen vastnemen. “Wie het goed met me voorhad vroeg me op de man af of het waar was dat ik moest stoppen. Steeds opnieuw luidde het antwoord dat ik deeltijds weer aan de slag zou gaan. Wie mij trouwens kent, weet dat ik niet opgeef. Zo ben ik. Die boodschap gaf ik ook via Facebook: ‘We gaan ervoor, we trunten niet, gaan met die banaan…’.”

Verlamde arm krijgt kapster niet klein:
© SLW

Het was pas vanaf april 2018 dat de klanten Ilse weer in haar vertrouwde kapsalon zagen opduiken. Was ze niet bezorgd over de reactie van de klanten, want zeker in het begin ontbrak haar de kracht en finesse in de rechterhand? “Niet echt”, antwoordt ze. “Ik weet dat ik goed kan haar knippen, zelfs met een hand die maar half mee wil. Of het nu met de schaar of de tondeuse is, het resultaat is hetzelfde als voordien. Alleen duurt het nu wat langer.”

Fingerspitzengefühl

Ondertussen zijn we een jaar verder. Ilse werkt een drietal uur op woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag. ‘Ik ben tevreden met waar ik nu sta. Volgens mijn ergotherapeut zijn de armbewegingen die een kapster doet zelfs positief voor herstel. Hoewel ik voel dat het snel te veel wordt en mijn zetel mij roept, ben ik niet iemand om stil te zitten.”

Wat haar het meest hindert, is het fingerspitzengefühl zoals ze het zelf noemt. De fijne motoriek. “Klanten kwamen bij mij om hun haar te laten opsteken. Waar ik vroeger tien minuten over deed, daar heb ik nu een half uur voor nodig. Voor een kapster zijn haar handen goud waard, ze niet ten volle kunnen gebruiken is dan ook superlastig. Maar ik voel dat het beter en beter vlot. Ik kan al meer kracht geven bij het borstelen. Eens ik de borstel vast heb, dan los ik die niet meer”, lacht ze.

Ontelbaar veel keren heeft Ilse al haar verhaal verteld en toch moet ze tijdens ons gesprek herhaaldelijk een traan wegpinken. Maar het volgende moment fonkelen haar ogen weer van strijdlust. ‘De coiffeuse’ is nog lang niet klaar met knippen en kammen, zoveel is duidelijk.