Zij leven om anderen te helpen: supervrijwilligers Inge, Els en Dorothy getuigen over wat hen drijft

Ook West-Vlaanderen barst van de vrijwilligers. © WK/FOD Buitenlandse Zaken/GF
Phebe Somers

Nog tot en met zondag vieren we de Week van de Vrijwilliger. Hét moment om mensen die zich kosteloos opofferen voor anderen eens extra in de kijker te zetten. Wij zetten dan ook met plezier de spotlights op supervrijwilligers Inge, Els en Dorothy.

Els helpt als vroedvrouw in het B-Fast veldhospitaal in Turkije

© FOD Buitenlandse Zaken

Twee weken geleden trok Els Dobbelaere (54) uit Deerlijk samen met een hoop andere vrijwilligers naar het veldhospitaal van B-Fast in Turkije. Daar bracht zij het eerste kindje ter wereld. “Ik heb me tien jaar geleden al aangesloten bij B-Fast. Ik help elke dag patiënten in het OLV van Lourdes Ziekenhuis in Waregem, waar ik fulltime als vroedvrouw werk. Maar om iets te kunnen betekenen voor mensen die in een echte noodsituatie verkeren, dat is toch nog iets anders”, vertelt Els vanuit de getroffen stad Kirikhan. In het veldhospitaal werken tientallen vrijwilligers, allen met hun eigen expertise en capaciteiten. Els helpt er vrouwen en kinderen bij allerlei lichamelijke maar ook psychologische problemen. Heel zwaar, maar soms gebeurt er toch eens iets waardoor iedereen er weer even tegen kan.

“De dankbaarheid valt niet te beschrijven”

“Maandag 20 februari werden we opnieuw opgeschrikt door een aardbeving, dat was een heftige dag. Vier uur daarna, een beetje voor middernacht, kwam er een Syrische zwangere vrouw samen met haar man bij ons langs. Zij was actief aan het bevallen van haar tweede kindje, eigenlijk heb ik niet zo heel veel meer moeten doen. Alles ging vlot, en om 0.36 uur werd hun prachtige dochter geboren. Een magisch moment”, klinkt het trots. “De dankbaarheid die je dan terugkrijgt, valt niet te beschrijven.” (PS)

Inge beschermt zeehondjes

© WK

Inge De Bruycker (69) is voortrekker van het NorthSealTeam, de groep vrijwilligers die zich sinds 2020 ontfermt over de zeehondjes die steeds vaker op onze stranden voorkomen. “Tijdens de lockdown had ik zoals zoveel mensen mijn dagelijkse wandelroutine, en toen we uiteindelijk weer uit ons kot mochten, zag ik ter hoogte van de strekdam geregeld samenscholingen: wandelaars – vaak vergezeld van hun viervoeter – verstoorden er de rust van de zeehondjes”, vertelt ze. Inge besloot samen met andere vrijwilligers de voorbijgangers te sensibiliseren.

“Samen richtten we het burgerinitiatief Oostende, hoeder van de zeehondjes op dat niet veel later werd omgedoopt tot NorthSealTeam. Ondertussen hebben we in iedere kustgemeente een groepje vrijwilligers paraat staan. Ons werk blijft nodig, er komen elk jaar een pak zeehondjes bij. Ondertussen hebben we al meer dan 140 vrijwilligers, en dat is eigenlijk nog te weinig”, aldus Inge, die er zelf ook vele uren tijd in steekt.

“Die diertjes verbazen mij nog elke dag”

“Ik heb aan NorthSealTeam meer dan een voltijdse dagtaak – in de zomermaanden zijn we dag en nacht actief. Ook al toont 99 procent van de mensen wél respect voor wat we doen, dat ene procentje maakt het extra uitdagend. Gelukkig is er een goede samenwerking met de politie, want die eeuwige discussie dat wij niet bevoegd zijn, daar begin ik niet meer aan”, klinkt het. Inge was in een vorig leven reisagente. “Had je mij toen verteld dat ik hier elke dag zou staan, ik had je vast niet geloofd. Maar die zeehondjes zijn ontzettend intrigerende diertjes. Ze verbazen mij nog elke dag.” (WK)

Dorothy helpt vluchtelingen in Duinkerke

© gf

Al zeven jaar trekt Dorothy Saudemont (76) uit Gistel naar de vluchtelingenkampen in het Franse Duinkerke. Haar dochter was daar al langer aan de slag als vrijwilliger. “De eerste keer ging ik met haar mee. Er werd toen een barbecue voor 1.200 man georganiseerd. Ik zat uien te snijden naast een zwangere Iraakse vrouw. Ze vertelde me dat haar eerste zoontje een kogel in het hoofd had gekregen in haar thuisland. Toen wist ik meteen dat ik die mensen moest helpen”, vertelt Dorothy. Vrijwilligerswerk was haar trouwens niet vreemd, want tijdens haar loopbaan als zelfstandige ging ze 25 jaar lang meermaals per jaar naar Roemenië op humanitaire missie. Als gepensioneerde zocht Dorothy een plek dichter bij huis om te helpen.

De kampen in Duinkerke worden gebruikt door vluchtelingen die de oversteek willen maken naar het Verenigd Koninkrijk. Vroeger hadden ze onderdak in houten huisjes, tegenwoordig spreekt Dorothy over een jungle van tentjes in het bos. “Twee keer per week vul ik mijn auto met basisbenodigdheden. Denk aan handdoeken, sokken, voeding, wasmiddel, jassen, dekens, hygiëneproducten… Om de zoveel dagen worden die kampen ontruimd en zijn de mensen opnieuw alles kwijt. Wanneer ik daar toekom vraag ik aan elke individu wat hij/zij nodig heeft. Niemand is hebberig, iedereen is vooral heel dankbaar voor wat ze krijgen. Vroeger financierde ik die spullen allemaal alleen, nu kan ik gelukkig ook rekenen op donaties en inzamelacties. Maar zelfs al heb ik niet veel op uit te delen, met een glimlacht of korte babbel zijn die mensen vaak al meer dan tevreden. Een beetje menselijkheid, het gevoel dat ze ertoe doen. Soms is dat het enige wat ze willen.”

“Mensen helpen zit in mijn bloed”

“Mensen helpen zit in mijn bloed, mijn ouders hebben zich ook altijd ingezet voor hun medemens”, zegt Dorothy en dat heeft een bijzondere reden. “Mijn grootouders zijn tijdens WO I tijdelijk gevlucht naar Engeland. In WO II deden mijn ouders hetzelfde. Mijn broer is zelfs geboren in Wales voor ze terug zijn gekeerd naar België. Als zij toen op empathie en steun konden rekenen, waarom verdienen die vluchtelingen in Duinkerke niet dezelfde behandeling? Ik hoop dat ik nooit meer hoef te zien dat een verdronken lichaam terug naar het kamp wordt gebracht. Ik kan ook niet alle problemen oplossen, maar hulp bieden kan ik wel. En dat zou iedereen wat meer moeten doen.” (PS)