Stijgend aantal leden bij kaartersclub De Plaetse in Geluwe: “Te danken aan de goede sfeer en het succes van het café”

Kaartersclub De Plaetse bestaat vijf jaar en kent een stijgend aantal leden. Men wil er graag nog enkele nieuwe leden bij. “Zodat we elke clubkaarting met minimum acht tafels zijn”, aldus voorzitter Geeraard Verschaeve. Een babbel over kaarters op café, een uitstervend ras.

“Net voor de coronacrisis uitbrak in 2020 zijn we begonnen met onze kaartersclub”, opent Geeraard. “In het begin waren we met 18 leden. Door de pandemie lag het dan twee jaar stil. In 2022 hadden we dan een doorstart met 20 leden, een jaar later zaten we al aan 28 en vorig seizoen sloten we af met 34 leden. We zouden graag nog een viertal nieuwe leden hebben zodat we aan acht tafels kunnen kaarten. Iedere kaarting zijn er een paar afwezigen.”

Café De Plaetse bevindt zich aan de overkant van de Sint-Dionysiuskerk en wordt uitgebaat door Christophe Quenoi. “Ons stijgend aantal leden heeft onder meer te maken met de goede sfeer en het succes van de café”, zegt de voorzitter. “De uitbater zorgt elke clubkaarting voor belegde broodjes.”

Eerste vrijdag

De eerste afspraak voor het nieuw seizoen is op vrijdag 6 september om 19 uur. “De clubkaartingen zijn iedere eerste vrijdag van de maand”, zegt Geeraard. “De leden betalen één euro per partij. Dat komt uit op drie euro per avond of dertig euro per seizoen voor wie er iedere keer bij is.”

“We hebben leden uit Geluwe en Menen. We tellen ook elf vrouwen. Het laatste weekend van maart organiseren we een verrassingskaarting voor iedereen. Met de opbrengst hiervan bieden we onze leden een gratis feestmaaltijd aan. De partners schuiven aan tegen de helft van de prijs.”

Mooi tijdverdrijf

Sinds enkele jaren is er ook een kaartersclub in café Sint-Krispijn. “Kaartersclubs zijn een zeldzaamheid aan het worden”, zegt Geeraard. “Vroeger was men op zondagvoormiddag in verschillende cafés aan het kaarten, maar dat is sterk aan het verminderen. Kaarters zijn een uitstervende ras. Het is nochtans een mooi tijdverdrijf en dat moeten we wat in ere houden”, besluit Geeraard. (Erik De Block)