Orde van de Ezel zoekt nieuwe naaiploeg: “M’n handen werken niet meer mee”

Emeritus-Member Marc Coopman met echtgenote Christine Callens. (foto BRU) © BR1 BRU
Redactie KW

Sinds jaar en dag kan de Orde van de Ezel beroep doen op een eigen naaiploeg. Of het nu gaat om de gekende pluchen ezel die cadeau wordt gedaan aan de winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne of de epitoga’s en stola’s die de leden dragen, alles wordt al jaren met heel veel liefde en vakmanschap vervaardigd door de eigen vaste naaiploeg die nu graag de fakkel wil doorgeven.

Na jaren perfect vakmanschap te hebben afgeleverd, willen Christine Callens (75), Christiane Schietgat (78), Christine Decaevele (77), Christine Callewaert (76) en Monique Damman graag de fakkel doorgeven. Drie zaken hebben de dames gemeen: elk van hen levert perfect naaiwerk af, hun man was of is actief binnen de Orde van de Ezel en ze zijn allen al jaren actief in de naaiploeg.

Koningshuis

Op Ezelszaterdag 1 oktober werden Christiane Schietgat, Christine Decaevele en Christine Callewaert in de bloemetjes gezet voor het vele werk. De dag erna viel die eer te beurt aan Christine Callens uit Marke. “Mijn pijnlijke handen laten het niet meer toe om nog veel naaiwerk te verrichten”, vertelt Christine Callens. “Na meer dan 100 pluchen ezels te hebben gemaakt, is het welletjes geweest. Mijn werk zit zowat over de hele wereld, gezien elke winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne er eentje cadeau kreeg. Of het nu Peter Sagan, Dylan Groenewegen, Bob Jungels, Tom Boonen of Fabio Jakobsen is, allemaal konden ze er eentje meenemen naar huis. Maar ook in ons koningshuis is mijn ambachtelijk vervaardigde ezel terug te vinden, want ook koning Filip kreeg er eentje cadeau bij zijn bezoek aan de Leieslagherdenking in 2016.”

Het is welletjes geweest na meer dan 100 pluchen ezels

Kneepjes van het vak

Zo’n 13 jaar geleden erfde Christine het taakje om de ezels te vervaardigen nadat haar man Marc Coopman, Emeritus-Member van de Orde van de Ezel, tijdens een vergadering had beloofd dat zijn vrouw deze taak op zich zou nemen. “Ik kon altijd al goed overweg met de stikmachine, maar het was toch even aftasten vooraleer ik de kneepjes van het vak onder de knie had”, gaat Christine verder. “Per week kon ik zo’n drie ezels vervaardigen. Het moeilijkste was altijd om de juiste haren voor de ezel te vinden. Pas toen een buur, die groothandelaar was in stoffen, richting Parijs trok om er een beurs bij te wonen, slaagde hij erin om mij de juiste stof aan te leveren. Daarmee kon ik uiteindelijk een dertigtal ezels vervaardigen.”

Op de foto herkennen we Christine Decaevele (77), Christiane Schietgat (78) en Christine Callewaert (76). (foto BRU)
Op de foto herkennen we Christine Decaevele (77), Christiane Schietgat (78) en Christine Callewaert (76). (foto BRU) © BR1 BRU

Stoute schoenen

Maar ook naast de pluchen ezels viel er binnen de Orde nog veel meer naaiwerk te verrichten. Daarvoor kon de orde terecht bij Christiane Schietgat, Christine Decaevele, Christine Callewaert, Hedwige De Block en Monique Damman die vakkundig de epitoga’s en stola’s van de orde stikten. “Omdat we allemaal naaischool hadden gevolgd, werden we al snel door onze partners aangesproken om het stikwerk te verzorgen van de Orde”, vertelt Christiane Schietgat. “Terwijl Christine Callewaert het snijwerk verrichtte, stond de rest van het team in om alles keurig aan elkaar te naaien. De kelder van mijn woning was ons atelier. Voor de gezelligheid stond er zelfs een jukebox in. Ik hou alleen maar leuke herinneringen over aan de momenten die we daar samen hebben beleefd. Ik herinner me nog dat we op een bepaald moment met een groot probleem zaten toen er geen patroon meer voorradig was voor de epitoga’s. Ik heb toen mijn stoute schoenen aangetrokken en ben gaan aankloppen bij een vrederechter in Heule. Toen zijn echtgenote opendeed vroeg ik om de toga van haar man te zien, waarna we gelukkig weer aan de slag konden.”

Opvolging

Tot op heden produceerden Christiane Schietgat, Christine Decaevele en Christine Callewaert al zeker 100 epitoga’s en diverse stola’s. Voor de dames is het alvast welletjes geweest, want ook hun handen werken niet meer mee. Ze hopen dat de orde heel snel vervanging vindt. “Tot onze grote vreugde hebben vier kandidates zich al aangemeld”, vertelt grootmeester Eddy Lafaut. “We zijn alle dames van de naaiploeg heel dankbaar voor het vele werk dat ze voor ons verricht hebben.” (BRU)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier