Koninklijke Toneelkring Onder Ons:“Onze spelers staan te popelen om er weer in te vliegen”

Ronnie Dereese en Guy De Coninck zijn respectievelijk ondervoorzitter en voorzitter van Koninklijke Toneelkring Onder Ons. (foto WK)©WK
Ronnie Dereese en Guy De Coninck zijn respectievelijk ondervoorzitter en voorzitter van Koninklijke Toneelkring Onder Ons. (foto WK)©WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Koninklijke Toneelkring Onder Ons uit Blankenberge stevent af op zijn 150-jarige bestaan in 2022. Voorzitter Guy De Coninck en ondervoorzitter Ronnie De Reese blikken terug en vooruit.

Koninklijke Toneelkring Onder Ons werd gesticht in 1872, weliswaar onder de noemer van het ‘Concience’s Taal, Toneel en Letterkundig Genootschap’. “Maar dat wil dus wel zeggen dat onze toneelkring momenteel 149 jaar oud is, en daarmee de oudste culturele kring van Blankenberge”, zegt Ronnie De Reese (74), samen met voorzitter Guy De Coninck (57) de drijvende kracht achter de vereniging. “De stuwende kracht bij de oprichting was de voor Blankenberge legendarische figuur Leopold Konkelberghe. Hij was gehuwd met Coralie Mamet, dochter van de toenmalige burgemeester”, weet Ronnie.

In onze groep hoor je nu verschillende dialecten. Zelfs Gents

Tot eind de jaren 80 had Onder Ons zijn vaste stek in ‘Ons Huis’, een feestzaaltje in de Van Maerlantstraat dat ondertussen verdwenen is. “Daarna hebben we een paar jaar in de oude turnzaal van de normaalschool gespeeld, tot we halverwege de jaren 90 in het Casino beland zijn. Onze gewone voorstellingen vonden altijd plaats in de Consciencezaal, de revue was in de Saveryszaal”, vertelt Guy.

Ook ‘aangespoelden’Die revue is ondertussen weggevallen. “Bij gebrek aan vers bloed”, zegt Ronnie. “En niet iedereen kan een goede revue schrijven. De evolutie van ons publiek heeft daarin ook meegespeeld”, merkt Guy op. “Vroeger waren het uitsluitend echte Blankenbergenaars, nu zitten er ook veel aangespoelden in de zaal. Wat op zich wel leuk is, want ook in onze groep hoor je nu verschillende dialecten. Zelfs Gents. Maar onze revues gingen altijd over Blankenbergse personages.”De revue is volgens Ronnie ook teloorgegaan door het overaanbod aan evenementen. “Ik ben er bijgekomen in 1968, in de gouden jaren. In die tijd was er nog weinig ander vertier, maar als wij onze revue speelden, zorgden andere verenigingen er wel voor dat ze dat weekend niets organiseerden. Iedereen kwam naar ons kijken.”“De sfeer in de zaal was magnifiek”, pikt Guy in. “Als er te lachen viel, lachte iedereen mee en soms kon het publiek al voorspellen wat er zou komen. Dan hoorde je zo een geroezemoes door de zaal gaan. Bij de revues verwachtte het publiek ook dat de waarheid eens goed gezegd werd, bijvoorbeeld over een bekende figuur die een scheve schaats had gereden.”“Hoewel onze kring van in het begin heel volks toneel bracht, was toneel toen iets voor ‘de betere burgerij’. Blankenberge was in die tijd ook iets mondainer dan nu. Door de eeuwen heen was het hoofddoel van onze vereniging toneel spelen in al zijn facetten, in het begin zelfs operettes”, aldus Guy.Ondertussen liggen de repetities al meer dan een jaar stil. “We hopen nu in september weer te kunnen opstarten. Al die tijd hebben we ook niet meer vergaderd, want met tachtigers in het bestuur is dat niet zo evident”, klinkt het. De voorzitters die in het 150-jarige bestaan de revue passeerden, zijn gek genoeg op één hand te tellen. Guy is pas de vierde. “Ik heb een hart voor het verenigingsleven en Onder Ons was voor mij pure nostalgie: al op mijn veertiende ging ik met mijn ouders mee naar de revue.”“Geen eigen lokaal hebben, is dus wel een gemis want dan kun je na een repetitie niet blijven plakken”, merkt Ronnie op. “We hebben vroeger ook nog een tijdlang gerepeteerd in café La Couronne, een café in de Kerkstraat met zo’n achterafzaaltje dat in de volksmond ‘de peerdestal’ werd genoemd. Het was daar, aan den dis bij Firmin, dat na de repetities de leukste revuesketches werden geschreven.” Abel en ModestDe Blankenbergse revue leverde enkele legendarische duo’s op zoals Pette en Mette en Abel en Modest. “Dat waren twee uitersten, zoals den dikke en den dunne. We kwamen op en iedereen begon te lachen”, glimlacht Ronnie, die Modest speelde. In 1989 werd er gestart met een jeugdopleiding, en in 1997 werd er zelfs een seniorengroep opgericht. “We merken dat de oudste generatie nu stilaan wat afhaakt, maar er zijn wel een paar gemotiveerde jonge spelers bijgekomen. Op die manier kunnen we stap voor stap verjongen. We proberen ook mee te zijn met de tijd, maar voor ons werkt de ouderwetse mond-aan-mondreclame nog altijd het beste: je hebt iets gemist hoor, vertellen de mensen na de voorstelling aan wie er niet bij was. Voor corona zaten we eigenlijk net weer in de lift, onze voorstelling ‘Vliegen’ was helemaal uitverkocht. Of we geen schrik hebben dat de mensen thuis gaan blijven? Ik denk eerder het omgekeerde: iedereen zal na corona de behoefte hebben om uit te breken”, zegt Guy. ‘Vliegen’ is, naar aloude traditie, een komedie. “’Het leven is al ernstig genoeg, ons publiek komt om eens goed te lachen en in de huidige tijden is daar extra nood aan. Ook onze spelers staan te popelen om er weer in te vliegen.” (Wim Kerkhof)