Verdronken Artin kreeg twee weken geleden nog hulp van West-Vlaamse vrijwilligers

© GF
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

In de nacht van maandag op dinsdag is een bootje met vluchtelingen gekapseisd op het Kanaal. Van de 28 opvarenden verdronken er 13, onder wie de 15 maanden oude Artin uit Iran. Op 17 oktober stal het jongetje nog de harten van de West-Vlaamse vrijwilligers van ‘Allemaal Mensen’ toen ze in Duinkerke hun maandelijkse hulp kwamen bieden.

Het bootje waarmee Artin met zijn gezin vanop Loon-Plage naar Engeland probeerde te varen, kapseisde in de nacht van maandag op dinsdag. De lichamen van papa Rasool (35), zijn mama Shiva (35), zijn zusje Anita (9) en zijn broertje Armin (6) zijn intussen geborgen. Artin is nog vermist. In totaal zouden er 28 opvarenden zijn geweest, 15 mensen zijn gered.

Het nieuws kwam hard aan bij Bruno Libbrecht uit Westouter en de andere vrijwilligers van ‘Allemaal Mensen’. Iedere derde zaterdag van de maand trekken ze met hun auto’s vol tenten, slaapzakken, kleren, voedsel en andere hulpmiddelen naar het natuurreservaat van Grande-Synthe nabij Duinkerke waar naar schatting zo’n 500 à 1.000 vluchtelingen wachten om de oversteek naar Groot-Brittannië te maken.

Trots op laarsjes

Tijdens hun meest recente bezoek op 17 oktober leerde Bruno de vijftien maanden oude Artin kennen. “Hij stond alleen, midden in het bos in het vuur te poken, kleine crocs aan z’n voetjes en een reddingsvestje aan. Het sneed recht in ons hart“, vertelt Bruno. “Dit is niet hoe een peuterleven in 2020 er moet uitzien, te jong voor het vuur, te klein voor een reddingsvestje. Al snel zagen we de rest van de familie. We deelden wat dekens en Artin was zo trots op die laarsjes die hij kreeg: te groot, maar voor hem was het prachtig.”

(lees verder onder de foto)

De kleine Artin, die maandagnacht verdronk in het Kanaal.
De kleine Artin, die maandagnacht verdronk in het Kanaal.© Allemaal Mensen

“We keerden terug naar de auto’s tot bij de douches die we uitprobeerden en wat later zagen we hem terug… Zijn vestje was opgeborgen en hij liep recht naar ons, vreemden voor hem, toe. Zijn familie – broer, zus en mama en papa – volgde eerder bedeesd. We hadden schoenen beloofd en een voetbal voor zijn broer. Artin bleef maar lachen en klom avontuurlijk onbevreesd in onze camionette. Ik nam hem op en zette hem dollend terug op de grond waarna hij onvermoeid en ondeugend terug klom. Hij liep van me weg, achteromkijkend of ik volgde. Ik joeg hem spelend op met kleine harde stappen op de grond en hij liep stralend verder weg, af en toe achteromkijkend tot bij zijn mama. Ik vroeg haar of ik een foto van Artin mocht nemen en dat mocht. ‘Zwaaien, Artin’ zei ze trots en je zwaaide onmiddellijk terug. Wist ik toen veel dat die foto nu zoveel voor me zou betekenen.”

Wassen met groen water

“Thuis dacht ik nog aan hem. De liefde die uitging van zijn mama en papa. De geborgenheid die hij van hen kreeg in deze erbarmelijke, onmenselijke omstandigheden. Het voelde zo bevreemdend aan. Hoe ze in deze chaos op zoek waren naar een beter leven voor Artin. Hoe zijn broer Armin en zusje Anita duidelijk meer getekend waren door de situatie dan kleine Artin. Hij die zo vrolijk door het leven stapte in zijn te grote laarsjes, die alles wat wij abnormaal en schrijnend vonden als heel gewoon ervoer. Slapen in een afgedankt tentje, ronddolen in het bos, wassen met het groene water uit de vijver, wakker worden met tien gewapende agenten rond zijn tentje die alles afnemen of kapotmaken… om dan te hopen op een nieuw deken van een vrijwilliger die langskomt. Aanschuiven in een lange rij tussen honderden mannen om eten. Ik bedoel maar: ik vroeg me af hoe die onwetendheid van het ‘normale’ ervoor zorgde dat hij vrolijker door het leven huppelde dan zijn bedeesde zusje van 12.”

Kleine Artin… je reddingsvestje heeft je niet kunnen redden – Bruno Libbrecht

Dinsdag kregen Bruno en zijn gezin het bericht dat er een familie met drie kindjes was omgekomen tijdens een mislukte overtocht. “Even dachten we: oh nee, hopelijk niet Artin. Je duwt het weg en probeert verder te gaan. Maar het gaat niet weg. En hoe meer berichten we opvingen, hoe pijnlijk duidelijk het werd… Twee ouders, broer en zus zijn overleden en gevonden, een kindje van 15 maanden is vermist. Ondertussen kregen we bevestiging…”

Cijfer krijgt gezicht

Op de facebookpagina van ‘Allemaal Mensen’ schreef Bruno een aangrijpende boodschap voor Artin. “Kleine Artin… je reddingsvestje heeft je niet kunnen redden”, schreef Bruno. “Had je het nog? Werd het je afgenomen in een ontruiming of had je het fier aan en werd het koude water en de hoge golven je fataal? Werd ‘onze’ Noordzee, de zee waarin onze kinderen spelen en zwemmen, voor de kleine kapitein van het gammele bootje een zeemansgraf? Waren die laatste kilometers van je reis van meer dan 7.000 km dan echt te veel? Dekens, soep en tentjes zullen vandaag niet helpen. We kunnen niks meer voor je doen. Behalve het anonieme kleine ventje een gezicht geven. Opdat meer mensen weten dat dit allemaal niet zou mogen zijn. Zodat mijn kleine, korte vriendschap met je niet voor niets was en dit kleine anonieme cijfertje uit de statistieken een gezicht krijgt. En een naam: ARTIN.”

Gevaarlijke tocht

Hoe kunnen we voorkomen dat mensen blijven sterven door in gammele bootjes de gevaarlijke oversteek te maken richting Engelse kust? Bruno Libbrecht weet het ook niet. “De kern van het probleem is dat er geen legale manier bestaat om asiel aan te vragen in Groot-Brittannië. Mensen moeten asiel aanvragen in het land waar ze aankomen, meestal Griekenland of Italië, en het idee erachter is dat er van daaruit gedispatcht wordt over Europa. Maar dat werkt dus niet. Die mensen blijven hangen in het aankomstland omdat niemand ze wil“, zegt Bruno. “Als ze naar Engeland willen, kan het bijna alleen op die manier. Telkens zeg ik tegen de mensen: doe het niet. Het is veel te gevaarlijk. Maar de omstandigheden in de kampen in Duinkerke zijn ook verschrikkelijk: ze zitten daar zonder water en elektriciteit in kapotte tentjes. Ze hebben al 7.000 km achter de rug. Voor hen is dat het laatste stukje en wellicht zijn ze onderweg al in gevaarlijkere situaties terechtgekomen.”

“Geen oplossing in zicht”

“Ze zijn overgeleverd aan smokkelaars. Ze vluchten allemaal voor iets. Is het niet de oorlog, dan is voor Al Qaida en andere terroristengroeperingen. Officieel is er geen oorlog in Iran, maar er zijn veel mensen die bijvoorbeeld gewerkt hebben voor het Amerikaans leger, die worden beschouwd als meeheuler met de vijand en met de dood worden bedreigd of hun huis verliezen. In Duinkerke zijn er bijvoorbeeld kinderen van 14 jaar die door hun ouders weggestuurd zijn omdat de ‘rebellenlegers’ hen willen ontvoeren om hen te ‘heropvoeden’, maar dat is opleiden voor terroristische aanslagen. Hier is het beeld ontstaan dat het moslimfundamentalisten zijn die naar hier komen, maar het zijn net zij die vluchten voor die fundamentalisten. Zo lang het daar niet opgelost is, zullen de mensen blijven vluchten. En als wij ze niet willen opvangen… Een oplossing zie ik niet meteen, ik weet alleen dat niemand het verdient om zo behandeld te worden”, besluit Bruno.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier