Verdachte in zaak kasteelmoord daagt ex-werknemer voor rechtbank

Redactie KW

Voor de correctionele rechtbank van Kortrijk is woensdag een dossier van laster en eerroof gepleit. Kasteelmoordverdachte Peter G. (33) daagde een ex-werknemer van zijn transportbedrijf voor de rechter, nadat die verklaringen aflegde in het moorddossier.

Op 23 oktober 2013 werd Izegemnaar James V. (42) verhoord als moraliteitsgetuige in het onderzoek naar de kasteelmoord in Wingene. In 2002 werkte de man als chauffeur voor het intussen overgenomen transportbedrijf AGT van Peter G., die verdacht wordt van betrokkenheid bij de kasteelmoord.

Buitenlandse sigarettensmokkel

James V. verklaarde onder meer aan de speurders dat er door G. illegale sigaretten gesmokkeld werden naar het buitenland. Hij zou daarvoor meerdere keren naar Barcelona gereden zijn als vrachtwagenchauffeur. Peter G. diende klacht in voor laster en eerroof en daagde James V. rechtstreeks voor de rechtbank.

Volgens meester Johan Platteau, die de belangen van Peter G. verdedigt, heeft de beklaagde een kans gezien om zijn cliënt zwart te maken. “Het dossier begint eigenlijk in 2002, wanneer mijn cliënt naar de politie stapt omdat hij slagen gekregen heeft van de beklaagde. Beklaagde wordt daarover verhoord, maar keert het verhaal om. Die klacht is aanleiding om beklaagde te verhoren als moraliteitsgetuige in het dossier van de kasteelmoord. Daar maakt hij allerlei beschuldigingen die hij niet kan bewijzen, waardoor mijn cliënt in een slecht daglicht komt te staan.” Peter G. vraagt 1 euro symbolische schadevergoeding.

Laster en eerroof?

Advocaat Gerard Soete benadrukt dat beklaagde wel de waarheid spreekt. Bovendien zijn volgens hem de voorwaarden om van laster en eerroof te kunnen spreken niet voldaan. “Als men binnen de beslotenheid van het politiekantoor niet meer vrij kan getuigen, dan kan een onderzoek niet meer serieus gevoerd worden“, meent hij. “Er is geen sprake van openbaarheid in de beschuldigingen van cliënt. Daarnaast is ook het kwaadwillig opzet niet bewezen.” De openbaar aanklager treedt hem daarin bij en gedraagt zich naar de wijsheid van de rechtbank.

Een eerste proces vond in Brugge plaats, maar daar verklaarde de rechter zich onbevoegd, omdat de verklaringen in Izegem waren afgelegd en dus de rechtbank in Kortrijk bevoegd is. De strafrechter in Kortrijk zette de zaak voor sluiting van debatten op 27 januari.

(Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier