Veerle is brenger van slecht nieuws bij slachtofferzorgteam: “Soms moet ik tranen verbijten”

Veerle Cool en Isabelle Degraeve van de sociale dienst. "We gaan normaal langs in burger, met een gewone auto." © AN
Annelies Nollet
Annelies Nollet medewerker KW Kortrijk-Menen

Veerle Cool (50) uit Kuurne is een erg sympathieke madam, maar je ziet haar liever niet aan je voordeur verschijnen. Ze is immers aan de slag bij het politioneel slachtofferzorgteam, een onderdeel van de sociale dienst van politiezone Vlas (Kortrijk, Kuurne en Lendelede), als brenger van slecht nieuws.

Als iemand omkomt bij een auto-ongeluk, een zelfmoordpoging of zelfs moord, dan gaat Veerle Cool of een van haar collega’s naar de plaats van het onheil. Eens ze weten hoe de vork in de steel zit, lichten ze de familie van het slachtoffer in. “Het gekke is dat mensen je daar meestal enorm dankbaar voor zijn”, aldus Veerle.

Veerle is al 18 jaar aan de slag op de dienst interventie van politiezone Vlas. Een drietal jaar geleden kreeg ze de kans om een opleiding van een week te volgen op de politieschool. Bedoeling was om agenten aan te leren hoe ze het best slecht nieuws kunnen brengen. “Ik heb enorm getwijfeld”, vertelt Veerle. “Ik vreesde dat ik te emotioneel betrokken zou geraken. Als je op interventie bent, dan heb je een probleem waarop je je kan focussen. Als brenger van slecht nieuws is dat veel minder het geval. Je leeft echt mee met de mensen.”

Heel specifieke vragen

Ondertussen doet Veerle de job wel met hart en ziel. Zij en haar 20 collega’s werken in shiften. Er is steeds iemand die wachtdienst heeft. “Als er iets gebeurt in de zone waarbij dodelijke slachtoffers vallen of waarbij mensen een zwaar trauma oplopen, ga ik eerst ter plaatse”, legt Veerle uit. “Denk maar aan een homejacking, een brutale overval, een moord, een verdacht overlijden, een zelfmoord of een auto-ongeval. Mooi om te zien is dat natuurlijk nooit. Maar ik heb ondervonden dat familieleden vaak heel specifieke vragen hebben. Ze willen weten hoe iets gebeurd is, hoe hun geliefde eruit ziet, wat ze aan hadden… Als ik zelf ga kijken, kan ik daar veel beter op antwoorden.”

Op het moment dat je op die bel drukt, sta je op het punt om iemands leven te verwoesten – Veerle Cool

Daarna trekt Veerle naar de familieleden van de overledenen. “We doen dat in burger, met een gewone auto. Zo hoeft niet de hele straat zich af te vragen wat wij daar komen doen. Toch weten mensen vaak al dat er iets niet pluis is als ze ons aan hun deur zien staan. Als er iemand om 2 uur aan je bel hangt, dan is het niet met goed nieuws hé.” Maar daar stopt het nog niet. Ook het helpen identificeren van een lichaam behoort tot de taken van Veerle. “De meeste mensen hebben dat echt nodig. Ze moeten zien dat die geliefde werkelijk overleden is. Vaak is de eerste reactie ongeloof, pas als ze het met hun eigen ogen zien, kunnen ze het een plaats geven. Soms is dat niet simpel, zoals bij een treinongeval bijvoorbeeld. Dan proberen we soms een hand toonbaar te maken.”

Toch een dankjewel

Veerle houdt van haar werk, ook al went het nooit om de brenger van slecht nieuws te zijn. “Op het moment dat je op die bel drukt, sta je op het punt om iemands leven te verwoesten. Dat besef ik heel goed”, vertelt ze. “En neen, dat went nooit. Ik moet geregeld mijn tranen verbijten, zeker als het om een herkenbare zaak gaat. Dan denk ik ‘dat had mijn dochter kunnen zijn’. Als je dat niet meer voor hebt, denk ik dat het tijd is om ermee te stoppen. Al is niet iedereen ontroostbaar als je hen het nieuws van een overlijden brengt. Sommigen vragen me meteen hoe ze aan hun erfenis kunnen geraken. Triest, maar wel een stuk gemakkelijker voor ons. Het meest frappante is dat het grootste deel van de mensen mij bedanken als ik weer vertrek. Ik verwoest hun leven in een paar uur en dan zeggen ze dankjewel. Dat doet mij beseffen hoe noodzakelijk deze job is.”

Zelf boekje ontwikkeld

Veerle Cool is al drie jaar actief bij het politioneel slachtofferzorgteam. Na een tijdje merkte ze dat er nog iets ontbrak bij haar huisbezoeken. “Er komt zoveel op de mensen af bij wie wij langsgaan, dat ze de helft niet eens horen van wat we zeggen. Ze zijn daarvoor nog te veel in shock. Als het nodig isn ga ik uiteraard een tweede keer langs, maar ik wilde ook iets kunnen achterlaten.”

Daarom ontwikkelde de agente een praktische leidraad in de vorm van een boekje. “Wie moet je verwittigen, wat met abonnementen, rekeningen, verzekeringen, noem maar op. Dat soort zaken kan je erin terug vinden. Het is niet de bedoeling dat ik dat tijdens het bezoek ga overlopen. Ik laat het gewoon achter, zo hoeven mensen niet alles te onthouden.” Politiezone Vlas was meteen enthousiast en drukte een 100-tal exemplaren. Er wordt overwogen om het boekje te vertalen.