Van alle dialecten is het West-Vlaams het sterkste

Olaf Verhaeghe

We kunnen het het best, spreken het het vaakst en zijn er bovenal het meest trots op. Het West-Vlaams dialect is nog lang niet dood, integendeel. Van alle dialecten in Vlaanderen staat het West-Vlaams veruit het sterkst, ondanks het feit dat er nu en dan wel lacherig over oeze toale wordt gedaan. Maar zal ons dialect er altijd blijven? Van waar komt dat West-Vlaams enthousiasme? En vooral: welk woord koesteren wij het meest?

Oké, de g en de h uit elkaar houden is niet altijd even gemakkelijk. Maar dat is ook het enige puntje van kritiek dat je op het West-Vlaams hebben kan. Het West-Vlaams dialect staat veruit het sterkst van alle lokale spreektalen in Vlaanderen. En neen, dat zeggen wij niet, dat zegt taalkundig onderzoek.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

In de allereerste Atlas van het Dialect bundelen vier onderzoekers van de Universiteit Gent en het Instituut voor de Nederlandse taal alle kennis over dialecten in Vlaanderen. Roxane Vandenberghe, opgegroeid in De Panne en adept van het dialect, is een van hen. “Of we trots mogen zijn op het West-Vlaams? Het moét zelfs”, lacht ze, terwijl ze vijf redenen geeft waarom zwiens en seulen nog wel eventjes zullen blijven.

1. We verstaan elkaar vlot, van Kortrik tot aan ’t zèètje

Veel meer dan we soms zelf denken, lijken de lokale dialecten op elkaar. “Of je nu Brugs of plat Kortriks spreekt, binnen West-Vlaanderen lukt het zeker om elkaar te verstaan. Dat ligt in andere provincies anders”, zegt Roxane. “Een Gentenaar krabt zich in de haren als hij iemand van Aalst hoort praten. Wij niet, ook al kan de goede verstaander op een West-Vlaamse kaart wil aanduiden waar iemand vandaan komt.”

2. De lange geschiedenis is hier het best bewaard

De dialecten in Vlaanderen gaan terug op het Middelnederlands van zo’n 800 à 1.000 jaar geleden. Maar waar Brabants of Limburgs sindsdien erg zijn geëvolueerd, is die erfenis in West-Vlaanderen veel meer bewaard gebleven. “De ie– en uu-klank bijvoorbeeld hebben we hier wel nog, terwijl die elders is weggesleten. In die optiek is ons dialect wat meer archaïsch, maar tegelijk ook authentieker.” Ook de ligging, de latere industrialisering en de beperktere verstedelijking zorgden ervoor dat het West-Vlaams langer echt bleef: weinig mensen van buitenaf vestigden zich hier waardoor er ook minder taalinvloed was.

3. De braindrain houdt het West-Vlaams in stand

De braindrain uit West-Vlaanderen – studeren en hoger opgeleid werken buiten de provincie en daar blijven hangen – remt het proces van dialectverlies fel af. “Economisch gezien wordt die braindrain als minder fijn ervaren, maar voor de lokale taal is het wel een voordeel”, oppert Roxane.

“Bovendien krijg je ook expansie van het West-Vlaams. Denk maar aan Gent, intussen de officieuze hoofdstad van West-Vlaanderen, waar de voorbije decennia duizenden West-Vlamingen zijn blijven plakken. De moedertaal, de taal vanthus, wordt daar massaal gesproken. Die trots voel je, net omdat het dialect een stuk van onze identiteit vormt. De echteGentenaars lachen er misschien mee, maar het West-Vlaams is wel veel levendiger dan het Gents.”

4. Oud én jong kunnen en spreken nog dialect

Bij elke volgende generatie gaat een stukje dialect, vooral specifieke woorden en uitdrukkingen, verloren. “Dat is onvermijdelijk”, aldus Roxane. “We worden nu eenmaal minder en minder in het dialect opgevoed. Maar in West-Vlaanderen zijn jongere mensen veel dialectvaster dan in andere provincies. West-Vlamingen jonger dan 35 jaar geven opvallend vaker dan Limburgers of Oost-Vlamingen aan hun lokale dialect te begrijpen én zelf nog te spreken.”

Wel is West-Vlaams het moeilijkste dialect om te leren voor anderstaligen. “De woordjes en uitdrukkingen, dat kan nog lukken. Maar de typische klanken en constructies liggen moeilijker”, zegt Roxane. “Het West-Vlaams staat van alle dialecten het verst van de standaardtaal. Voor een anderstalige is het bijna alsof ze nóg een taal extra aanleren, naast het al moeilijke Nederlands.”

5. We vechten tégen de achteruitgang van dialect

West-Vlaams mag dan wel het sterkst staan, het dialectverlies is ook bij ons stilletjes merkbaar. “Misschien niet over 10, maar wel over 50 jaar zal je zien dat het nog achteruit is gegaan”, duidt Roxane dat verlies. “Persoonlijk betreur ik dat, en ik denk dat vele West-Vlamingen die mening delen. Of er iets aan te doen valt? De maatschappelijke veranderingen meer mobiliteit, beter onderwijs, invloed van allerhande media – houden we niet tegen, maar wat je wel ziet is dat de West-Vlaming de meerwaarde van het eigen dialect inziet en uitdraagt. Eigenlijk zou iedereen een beetje dialectambassadeur moeten zijn. Het is ergens vechten tegen de bierkaai, maar ik ben zeker dat we het hier langer volhouden dan in Antwerpen of Brabant.”

De tien favoriete West-Vlaamse woorden en uitdrukkingen

Meer dan 5.500 West-Vlamingen vulden de Grote Dialecttest van Vlaanderen in, bijna de helft van alle respondenten. Weet jij wat de favoriete woorden en zegswijzen betekenen?

1. ‘t Zwien deur de bjitn joagn

2. Stute

3. Seule

4. Jaak! Nins! Jaas! Nees!

5. Pijpegaal/pupegoole

6. Pimpanpoentje/pimpaljoentje

7. Keppe

8. Tiserututusenatrinttrintrin

9. Goesting

10. Jutekako

1. Een feestje bouwen

2. Boterham

3. Emmer

4. Vervoeging van ja en neen

5. Kruiwagen

6. Lieveheersbeestje

7. Schatje

8. Er is een raam uit het huis en als het regent regent het erin

9. Zin

10. Schommel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier