Valentijn in het dubbel: tweelingzussen delen restaurant én huis met tweelingbroers

Met elkaar getrouwd, samen een bloeiend restaurant én samen onder hetzelfde dak: Marleen Dewulf (met bloemetjesblouse) en haar man Philippe Soete zijn twee handen op één buik met Katleen Dewulf en Stephane Soete. © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Valentijn belooft voor de eeneiige tweelingzussen Katleen en Marleen Dewulf en hun echtgenoten – de eveneens eeneiige tweeling Stephane en Philippe Soete -bijzonder druk te worden. De koppels runnen samen het restaurant Quatre Quarts in Bissegem én delen ook een huis met elkaar. “We zijn de klok rond samen, dan moet je wel goed overeen komen.”

In 1994 liepen de vier elkaar tegen het lijf, een jaar later beloofden ze elkaar eeuwige trouw. Sindsdien is het kwartet onafscheidelijk. Met dank aan een toevallige ontmoeting in café Den Gouden Bank in Gullegem, waar Stephane en Philippe Soete (49) van afkomstig zijn. “De vonk sloeg eerst tussen mezelf en Philippe over, niet veel later raakten ook Stephane en Katleen smoorverliefd op elkaar”, glimlacht Marleen. “Mochten we elkaar die avond niet leren kennen hebben, dan zag ons leven er zonder twijfel compleet anders uit.”

Sinds die coup de foudre delen de vier alle lief en leed. “Ons huwelijksfeest vierden we ook samen. Met vier voor het altaar en één groot feest. 36 graden was het die 21ste juli 1995. Sinds die dag zijn we niet meer van elkaars zijde geweken. In de baarmoeder van onze moeders waren we al onafscheidelijk en dat zal zo blijven tot een van ons sterft.”

Soms krijgen we de vraag of we ooit ‘missen’ van vent. Daar gaan we kordaat mee om: zoiets vraag je niet! – Katleen Dewulf

In 1998 besloten de echtparen om ook op zakelijk vlak een alliantie te vormen. Eerst runden ze de bistro ‘t Hoekske, in 2009 toverden ze die om tot restaurant Quatre Quarts, naar de befaamde cake waarin de vier ingrediënten evenwaardig zijn. “Marleen en ik zijn de suiker en de boter, onze venten zijn de bloem en de eieren, voor de binding”, knipoogt Katleen. “Maar het marcheert goed. Met de nodige ups en downs, zoals in elke zaak, maar wij hebben wel één groot voordeel: we kennen elkaar zó goed dat we letterlijk alles tegen elkaar kunnen zeggen. In het heetst van de strijd kunnen we soms fel tekeer gaan, maar achteraf zijn we dat snel vergeten. Weet je wat ons grote sterkte is? Dat we allemaal kei- en keihard werken voor ons restaurant. We weten ook hoe ver we mogen gaan en kunnen een discussie snel achter ons laten. Dat moet ook, want we leven de klok rond samen.”

Mannen zijn de ‘colle’

Veel me-timehebben de tweelingen niet nodig. Al ligt dat bij de vrouwelijke helft toch nog net iets anders. “Wij kunnen er echt van genieten om even alleen te zijn”, zegt Marleen. “Onze mannen denken daar anders over. Ze staan samen in de keuken, gaan samen een pint drinken op café en gaan zelfs samen naar de kapper! Die doen écht alles met twee. Stephane en Philippe kunnen elkaar geen moment missen. Net colle. Wij zijn ook twee handen op één buik, maar tien procent van onze tijd reserveren we voor onszelf. Dat beetje ademruimte doet wonderen.”

Valentijn in het dubbel: tweelingzussen delen restaurant én huis met tweelingbroers
© JOKE COUVREUR

De broers en zussen groeiden samen op, werken nu als koppels samen én ze wonen ook onder hetzelfde dak. “Vroeger hadden we elk een eigen huis in de straat van ons restaurant, maar sinds kort wonen we allemaal samen. We brengen het gros van onze tijd in ons restaurant door, waarom er dan nog twee huizen op na houden? We delen thuis alles, enkel onze slaapkamer is privé. Ook de badkamer is een gemeenschappelijke ruimte, maar wanneer we even een vrij moment hebben, valt het wel op dat we die tijd vooral per geslacht doorbrengen. Tja, opnieuw die onafscheidelijke band sinds de baarmoeder, zeker? Al hebben we wel vier televisietoestellen in huis. Je weet maar nooit dat we plots allemaal een ander programma willen volgen.” Hun huwelijksreis brachten de vier samen door in Mauritius, al kozen ze er destijds wel voor om twee verschillende hotels te boeken. “Maar die behoorden wel tot dezelfde keten, dus we konden makkelijk bij elkaar binnen lopen”, glimlachen ze. “Nu gaan we misschien nog één keer om de tien jaar op vakantie, het restaurant gaat voor. Maar áls we vakantie nemen, dan is het opnieuw samen. Dat spreekt voor zich.”

Afrikaan en Chinees

Als dubbele tweeling zowel de werkvloer als de woonkamer delen, dat moet toch voor de nodige verwarring zorgen. “In het restaurant zien we de klanten af en toe wel raar opkijken. Wij verzorgen de bediening, onze mannen staan in de keuken en hebben daar minder last van. Als ze ons vragen wie nu eigenlijk met wie getrouwd is, zeggen we dat het allemaal één pot nat is. We luisteren ook naar elkaars naam. Dat doen we trouwens al ons hele leven.” Om toch voor een béétje onderscheid te zorgen, kiezen Katleen en Marleen wel voor andere kledij. “Als kind hebben we veel te vaak dezelfde outfit moeten dragen, daar hebben we nu een hekel aan. Maar weet je wat we het meest ambetant vinden? Wanneer mensen echt moeite beginnen doen om onderscheid tussen ons te maken. Dat hoeft écht niet.”

Ook in huis delen we alles. Alleen de slaapkamer is privé. We hebben wel vier televisietoestellen. Je weet maar nooit dat we plots allemaal een ander programma willen zien – Marleen Dewulf

Binnen de muren van de gemeenschappelijke echtelijke woonst is van verwarring geen sprake. “Voor de buitenwereld zien we er misschien hetzelfde uit, maar wij zien perfect wie wie is. Philippe en Stephane zijn voor ons twee compleet verschillende mannen. Zoals een Afrikaan en een Chinees, zeg maar. En ja, af en toe krijgen we wel eens de ongepaste vraag of we nooit missen van vent. Daar gaan we kordaat mee om: zoiets vraag je niet.”

De zusjes hebben de kaap van de vijftig al gerond, voor de broers komt de leeftijd van Abraham ook in zicht. “We blijven de rest van ons leven samen. Ook in onze huwelijken zijn er al eens moeilijkere momenten geweest, maar het is stil waar het nooit waait, hé. Neen, wij worden gezellig samen oud en zullen dan voor elkaar zorgen. Dat is onze grote droom.”