Vader en zoon rijden elke week naar Oekraïne met goederen en komen terug met vluchtelingen

Taïr (links) en zijn pa Sayt (rechts) in hun busje samen met Artem die Oekraïne kon ontvluchten. © Stefaan Beel
Peter Soete

Sayt Kassymov (61) en zijn zoon Taïr (35) van de Noodle Bar in Roeselare hebben het hart op de juiste plaats. Samen hebben ze een levenslijn opgezet voor Oekraïense vluchtelingen. Op vrijdagavond vertrekken ze met een busje met voedsel en medicamenten naar de grens van Polen en Oekraïne en ze keren terug naar België met een busje met oorlogsvluchtelingen.

We treffen Sayt en Taïr in hun zaak in Roeselare. Ook de zestienjarige Oekraïense vluchteling Artem Samarchuck is mee met hen. De Noodle Bar op de Botermarkt is de broodwinning van Sayt en zijn echtgenote, terwijl zoon Taïr in hun woonplaats Wervik de kost verdient als evenementorganisator en er ook een foodtruck heeft.

“Toen ik van de Belgische regering de oproep hoorde om vluchtelingen uit Oekraïne te helpen, heb ik geen ogenblik geaarzeld”, vertelt Sayt. “Wij zijn Oeigoeren en worden in China ook systematisch onderdrukt en gediscrimineerd. Wij zijn 22 jaar geleden naar België gevlucht met enkel een klein valiesje. We werden hier ontzettend goed en vriendelijk opgevangen en willen nu op deze manier iets terugdoen. Ik heb er met mijn zoon Taïr ook over gepraat en hij wilde ook onmiddellijk helpen.”

“Ik ben eveneens brandweerman in Wervik en als ik mensen kan helpen, sta ik op de eerste rij”, neemt Taïr over. “Magdalena, een Poolse ex-collega van mij, heeft een zus Monica die in Polen woont en er Oekraïense vluchtelingen opvangt. Ze heeft al onderdak en hulp voor meer dan 90 families geregeld. Toen ik haar contacteerde, hoorde ik dat ze dringend nood hebben aan voedsel en medicijnen en dus besloten mijn pa en ik naar ginder te rijden met ons busje met aanhangwagen gevuld met hulpgoederen. Ik heb een oproep via Facebook gedaan en de respons van de mensen hier was hartverwarmend.”

Leven in schuilkelders

“We vertrekken op vrijdagvond en rijden tot in het Poolse Lublin op 80 km van de grens met Oekraïne. We lossen daar onze hulpgoederen, nemen Oekraïense vluchtelingen mee naar België en we zijn op zondagavond opnieuw in ons land. Met de eerste rit hebben we zes mensen meegebracht en met onze tweede rit negen mensen. Nu vrijdag vertrekken we voor de derde keer.”

“Mijn pa en ik rijden afwisselend aan één stuk door. Het is best lastig en niet goedkoop, want een rit heen en weer kost toch meer dan 600 euro aan benzine. Maar dat valt allemaal in het niets door de hulp die we kunnen bieden.”

De verliezen die de Russen lijden, zijn echt gigantisch

“Zo is er het verhaal van Sandra die met haar dochtertje de hele tijd in schuilkelders heeft geleefd. Eerst woonde ze in een schuilkelder zonder enige vorm van comfort in Kiev en dan is ze verder gevlucht tot Rivne waar ze in een andere schuilkelder woonde. Die stad is trouwens zondag gebombardeerd geweest, omdat er in Rivne een grote kerncentrale is. Sandra is er met haar dochter in geslaagd om de Poolse grens te bereiken en daar heeft Monica voor opvang gezorgd tot ze met ons mee kon naar België. Die mensen hebben nu tijd om opnieuw evenwicht te vinden in hun leven, maar dat is niet makkelijk. Wij wonen niet zo ver van het vliegveld van Wevelgem en iedere keer dat er een vliegtuig overvliegt, roepen Sonja en haar dochter dat er zullen bommen vallen. Ook krimpen ze ineen wanneer ze het geluid van een ziekenwagen horen. Het is verschrikkelijk.”

Fluo op huizen

“De verhalen van de vluchtelingen zijn hallucinant. De voorbereidingen voor deze oorlog blijken al een heel eind aan de gang. Zo vertellen verschillende mensen afzonderlijk dat er enkele maanden geleden al fluomarkeringen op bepaalde huizen en kruispunten werden geplaatst die vanuit aanvalshelikopters makkelijk te herkennen vallen. Die plaatsen worden dan vernietigd net voor de Russische troepen aankomen.”

“Het is een bloedige oorlog, maar een oorlog die Poetin nooit kan winnen”, zegt Sayt. “Poetin is er wel in geslaagd om door een volledige desinformatie drie Slavische volkeren tegen elkaar op te zetten: de mensen uit Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne zijn eigenlijk broedervolkeren, maar door een sinister spel worden ze tegen elkaar uitgespeeld. Wij kennen twee zussen, de ene woont in Wit-Rusland en de andere in Oekraïne, die niet meer met elkaar praten omdat de ene de andere de schuld geeft van het conflict. Stel je voor!”

Leed verzachten

“Wij horen van Oekraïense militairen die Russische vrienden opbellen en hen waarschuwen: jij bent één van mijn beste vrienden, maar probeer als soldaat zeker weg te blijven uit Oekraïne. Het zal me veel hartzeer bezorgen om je te doden, maar ik zal het toch doen. Ik vecht voor mijn land. De verliezen die de Russen lijden, zijn echt gigantisch. De Russische militairen vallen bij bosjes. Er worden nu al jongens van veertien jaar opgeroepen in het Russisch leger en dat is allesbehalve normaal. Wij kunnen deze oorlog jammer genoeg niet stoppen, het enige dat we kunnen, is om het menselijk leed te helpen verzachten.”

Wie goederen wil doneren, vluchtelingen wil opvangen of met een busje of bestelwagen wil meerijden naar Lublin kan contact opnemen met Taïr via Facebook.

Vluchteling Artem Samarchuck: “Tien minuten om te vluchten”

De zestienjarige Artem Samarchuck uit Cherson kon meerijden met Sayt en Taïr vanuit Polen. “In Cherson woonde ik met mijn familie op een boerderij. Wanneer de oorlog uitbrak, was Cherson één van de steden waar er hard werd gevochten. Op een bepaald ogenblik komt een konvooi van het Oekraïense leger onze straat in gestoven en roept dat we tien minuten hebben om ons huis te verlaten en te vluchten omdat de Russen op komst waren. Wij hebben dat gedaan en hadden geluk. Onze buren, een jong koppel met een baby, waren een paar minuten te laat en dit gezin werd neergeschoten door de Russische troepen.”

“De Russen hebben een vooruitgeschoven hoofdkwartier gevestigd in onze boerderij. Alle buurtbewoners die niet vertrokken zijn, moeten alle deuren en vensters open laten. De Russische militairen moeten ten allen tijde in alle woningen binnen kunnen. Ze plunderen voortdurend, want die soldaten hebben geen fatsoenlijke kledij en hebben ook geen eten. Zelfs een motorfiets die netjes gestald stond, werd onmiddellijk meegepakt. Een buurvrouw die weigerachtig stond om haar deur voortdurend open te laten, werd gewoon door het hoofd geschoten. Sommige oudere buren brengen zelf voedsel naar de Russen in de hoop dat ze dan met rust worden gelaten. Het is een schrikbewind.”

“Ik kon vluchten tot in Warschau en toen ik daar ronddoolde aan het station ontmoette ik toevallig Taïr en zijn vader Sayt die mensen lieten instappen in hun busje. Er bleek nog een plaatsje vrij en ik heb geen ogenblik geaarzeld: ik kreeg hier de gelegenheid om de oorlog met alle bijhorende waanzin te ontvluchten!”