Twee sterrenrestaurants op een zakdoek in Roeselare en Izegem: “We luisteren naar de klant”

Angelo Rosseel serveert Tim Boury de nieuwe Michelingids. Beide chef-koks werden opnieuw met twee sterren beloond. (Foto Frank) © (Foto Frank)
Philippe Verhaest

Culinaire weelde in onze regio. Tijdens de uitreiking van de jaarlijkse Michelinsterren behielden zowel Boury in Rumbeke als La Durée uit Izegem hun twee sterren. “Het resultaat van elke dag opnieuw keihard werken”, zeggen chefs Tim Boury en Angelo Rosseel. “We maken er een erezaak van dat elke klant gelukkig naar huis vertrekt. Zij zijn onze beste reclame.”

Amper 5,7 kilometer van elkaar verwijderd, maar allebei absolute toppers in de Belgische culinaire wereld. Zowel Tim Boury (35), samen met zijn echtgenote Inge Waeles al acht jaar zaakvoerder van Boury in Rumbeke als Angelo Rosseel, die al elf jaar La Durée in Izegem runt, mogen opnieuw twee Michelinsterren aan hun voorgevel ophangen. “En daar zijn we uiteraard trots op”, klinkt het unaniem.

Hoe goed kennen jullie elkaar?

Tim: “We zijn goeie collega’s. We zien elkaar op culinaire evenementen en hebben best een goeie relatie.”

Angelo: “Tim en ik komen goed overeen. We hebben ook dezelfde stijl. We staan allebei voor een kwaliteitsvolle, klassieke keuken, met een eigentijdse twist.”

Hebben jullie al bij elkaar de voeten onder tafel geschoven?

Angelo: “Ik kon al één keer bij Boury tafelen, al was dat nog op de vroegere locatie in de Diksmuidsesteenweg in Roeselare. Sindsdien heb ik al een drietal keer geprobeerd om nog eens binnen te raken. Helaas zonder succes.” (glimlacht)

Tim: “Daar moeten we dan dringend verandering in brengen. Ikzelf was al enkele keren te gast bij La Durée, zelfs nog toen ik geen eigen restaurant had. Het was elke keer opnieuw top.”

Angelo: “Dat gevoel had ik bij Tim ook. Ik wist meteen: ‘die gast kan iets’.”

Waar bewonderen jullie elkaar in?

Angelo: “We acteren allebei op een niveau waarin we vooral onze eigen visie moeten ontwikkelen. En voor ons eigen publiek moeten koken. Maar ik doe wel mijn hoed af voor de ondernemingszin van Tim. Hun nieuwe locatie is schitterend.”

Tim: “Angelo is iemand die garant staat voor een pure keuken, met louter verse producten. Die manier van werken apprecieer ik enorm en hanteer ik ook zelf. Op dat vlak lijken we wel op elkaar.”

Angelo: “Ik ben blij dat de experimentele fase in de sterrenkeuken voorbij is. Ik heb die trend ook nooit gevolgd, maar hou me liever met de kern van de zaak bezig.”

De regio rond Roeselare en Izegem ontpopt zich steeds meer tot een culinair walhalla. Verbaast jullie dat?

Angelo: “Niet echt. Er zit hier enorm veel potentieel, en bij uitbreiding in heel West- en Oost-Vlaanderen. Je treft hier erg veel fantastische zaken. Die hoeven daarom zelfs geen ster te hebben, de kwaliteit is er gewoon.”

Tim: “Onze streek is ook in volle expansie. Kijk maar eens naar wat er langs de Rijksweg gebeurt. We hebben ook het geluk dat veel zakenmensen hier hun ding doen.”

Angelo: “Al wordt er minder zakens gedaan dan vroeger op restaurant. De tijd dat de klanten van ‘s middags gewoon bleven zitten en ‘s avonds ook dineerden, is voorbij.”

Welk publiek komt er bij jullie over de vloer?

Angelo: “Dat is erg divers. Je hebt kapitaalkrachtige mensen die regelmatig komen eten, maar evenzeer zijn er mensen die sparen voor een bezoek aan een sterrenzaak. Ik heb voor allebei evenveel respect.”

Tim: “Ik vind dat ook mooi: mensen die speciale gelegenheden bij ons komen vieren. Huwelijken, jubilea… Dan is hun bezoek echt memorabel. Daarom heb ik ook al een drietal keer deelgenomen aan Jong Keukengeweld. Afgelopen oktober kregen we zo 700 jonge klanten over de vloer. Op die manier verruim je je klantenbestand.”

Wat is het geheim van jullie succes?

Tim: “Flexibel zijn. Daarmee staat of valt alles. En zo breed mogelijk denken. Je kaart moet open staan voor alle leeftijden, moet variëren van à la carte tot een erg uitgebreid gangendiner… Ik vraag me altijd af wat de klant wil. Naar hen luisteren is erg belangrijk. Als chef wil ik mijn stempel drukken, maar alleen als die bij een grote groep in de smaak valt.”

Angelo: “En vooral keihard werken. Stille voortdoen, op zijn West-Vlaams.”

Gaan jullie na elke service even poolshoogte nemen in de zaal?

Angelo: “Altijd. De mensen verwachten dat ook. Ze willen de chef-kok even zien en spreken. Dat is een soort public relations.”

Tim: “Ik maak daar een erezaak van. Je bent immers het gezicht van je restaurant.”

Keihard werken lijkt een van de sleutelwoorden te zijn. Hoeveel uur per dag kloppen jullie?

Angelo:(grijnst) “Ik tel ze al lang niet meer. Ons leven bestaat uit werken, slapen en recupereren. En weer in gang schieten.”

Tim: “Dat zullen er zal snel 16 tot 17 per dag zijn. Het leven in een sterrenzaak stopt nooit.”

Angelo: “Mochten we net als bijvoorbeeld loodgieters per uur betaald zijn, dan zou het een mooie wereld zijn.”

Zorgen twee sterren niet voor extra druk op jullie privéleven?

Tim: “Dat loopt quasi in elkaar over. Mijn echtgenote is gastvrouw in de zaal, dus wij zien elkaar vaak. Maar met twee jonge kinderen is het vaak organiseren, organiseren en nog eens organiseren. We staan ‘s ochtends om beurt op om de kinderen klaar te maken, maar krijgen hulp om onze dochters naar school en de hobby’s te brengen. Anders zou het niet lukken.”

“Na elke service begroeten we onze klanten. Dat verwachten ze ook”

Angelo: “Ons sociaal leven bestaat uit momenten die we moeten stelen. Ik probeer om op zondagavond met mijn twee kinderen samen iets te gaan eten. Daar geniet ik enorm van, maar tegelijk is het ook nodig. Even verstand op nul. Als ik verlof heb, ga ik ook op reis. Ik moet helemaal weg zijn, anders blijf ik gewoon werken.”

Tim: “Klopt. We wonen allebei bij onze zaak en dan vind je altijd wel iets dat nog moet gedaan worden.”

Het is bekend dat Peter Goossens geen rode kool op het menu zet omdat hij dat zelf niet graag eet. Hebben jullie ook gerechten die ‘off limits’ zijn?

Tim: “Niet echt, al zal ik niet snel gebakken kalfslever bereiden. De enige vereiste is dat we met kwaliteitsproducten kunnen werken en seizoensgebonden gerechten serveren. In de wintermaanden zal je bij ons geen aardbeien vinden.”

Angelo: “Ik heb het niet voor vette darmen, maar daar houdt het ook op.” (knipoogt)

Kruipen jullie thuis nog achter het fornuis, of is koken louter een professioneel bestaan geworden?

Tim: “Ik kook graag voor onze dochter, al is het dan de snelle keuken. WAP worst, appelmoes en patatten gaat er altijd in. En met de restjes uit de koelkast een slaatje maken, vind ik ook fijn.”

Angelo: “Ik kook dan eerder de klassiekers: vol-au-vent, stoverij… Topgerechten zonder veel tierlantijntjes. Smaakt altijd en overal.”

Welke uitdagingen komen de komende jaren op jullie af?

Angelo: “Ik denk dat ik voor Tim en mezelf spreek als ik stel dat het steeds moeilijker wordt om goed personeel te vinden. Twaalf jaar geleden viel dat nog mee, nu is dat vaak een ramp. Maar gelukkig hebben we een stevig team met vaste mensen.”

Tim: “We moeten de mensen ook constant blijven prikkelen. Als chef-kok moet je steeds met iets nieuw op de proppen komen. Alleen op die manier kan je een vast klantenbestand opbouwen, want de tijd dat je met een sterrenrestaurant het jaar door volgeboekt was, is al even voorbij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier