Transmigranten na hallucinante oversteek: “We dachten dat het met ons gedaan was”

De drie zijn niet de enigen die de levensgevaarlijke tocht ondernemen. © TLG
Redactie KW

Drie dagen lang dobberden ze op zee. In een kleine opblaasbare kano met z’n drieën. De bedoeling: tot in Groot-Brittannië peddelen. Maar in realiteit dreven ze af en raakten ze gedesoriënteerd. Hun eten en water raakte op. “We dachten letterlijk dat het met ons gedaan was”, klinkt het. “Toen we toch plots een schip zagen verschijnen zijn we beginnen zwaaien. Om de aandacht te trekken. Gelukkig zagen ze ons.”

Moe en met hun enige bezittingen in een plastic zakje in de hand stapten drie jonge transmigranten – afkomstig uit Soedan en Zuid-Soedan – het kantoor van de scheepvaartpolitie in Zeebrugge donderdag in de late middag buiten.

Ze werden er urenlang verhoord over de hallucinante oversteek die ze probeerden te maken. Na drie dagen in het ziekenhuis waren ze voldoende aangesterkt om hun verhaal te doen. Een verhaal van wanhoop en angst. “Natuurlijk wisten we dat het gevaarlijk was. We zagen gewoon geen andere optie meer.”

Aan elkaar gebonden surfplanken

De drie zijn niet de enigen die de levensgevaarlijke tocht ondernemen. Enkele dagen voor hen werden maar liefst 15 transmigranten in een klein bootje gered voor de kust van De Panne. De oversteek is het kortste vanuit Calais, maar meer dan geregeld drijven de bootjes af naar Belgische wateren.

Volgens gouverneur Carl Decaluwé proberen sinds mei vier tot vijf keer meer mensen het Kanaal in een bootje over te steken in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. “Het is waanzin. Ik hoorde al van mensen die surfplanken aan elkaar bonden en zo effectief de overkant bereikten. Maar ik ben ook bijna zeker dat er al mensen gestorven zijn waar we niet van af weten. We mogen niet vergeten dat het hier om de drukst bevaarde route van de wereld gaat.” Tot nu toe is slechts één geval bekend van een vluchteling die de oversteek niet overleefde. Het ging toen om een veertiger die met een handgemaakt zwempak probeerde over te zwemmen.”

Volgens de gouverneur proberen sinds mei vier tot vijf keer meer mensen het Kanaal in een bootje over te steken in vergelijking met 2019

Het meest recente trio – 17, 21 en 27 jaar oud – leerde elkaar kennen in het vluchtelingenkamp in Calais. Ze verbleven er enkele weken, maar de oversteek naar Groot-Brittannië konden ze niet meteen maken. Toen ze een verhaal in het kamp hoorden vertellen over hoe enkele lotgenoten met een klein bootje het Kanaal konden over varen, besloten ze om hetzelfde te proberen.

Het trio - 17, 21 en 27 jaar oud - leerde elkaar kennen in het vluchtelingenkamp in Calais.
Het trio – 17, 21 en 27 jaar oud – leerde elkaar kennen in het vluchtelingenkamp in Calais.© TLG

Afgelopen vrijdagnacht was het zo ver: ze stalen een opblaasbare kano en de bijhorende peddels uit een opslagplaats in Calais. Ze duwden die in zee en begonnen te roeien. Vol goeie moed. “Het was nacht. Maar we konden Dover letterlijk in de verte zien. En ook toen het klaar werd, lag Dover nog steeds voor ons. We waren goed bezig. Maar we dreven plots af en raakten uiteindelijk helemaal gedesoriënteerd“, klinkt het.

“Het duurde een hele tijd, maar plots kregen we opnieuw land in zicht. Maar we wisten helemaal niet meer waar we waren. Bovendien was ons eten en het water helemaal op. Eerlijk: we dachten dat we samen op zee zouden sterven.”

Smartphones zonder bereik

De drie wilden een noodsignaal uitsturen. In de hoop dat er hulp zou kunnen komen op basis van hun locatiegegevens. Maar dat lukte met hun smartphones niet. “We hadden geen bereik. En door het water dat in de boot kwam, werkten ze ook niet meer goed“, vertellen ze. “Hoe hard we ook probeerden. We konden niemand bereiken.”

De redding kwam uiteindelijk via een Nederlands schip dat toevallig voorbij kwam varen. De drie zwaaiden en riepen met hun laatste krachten om de aandacht van het schip te trekken. De kapitein lichtte de autoriteiten in en de drie konden uit hun kanootje gered worden. Ze werden naar het ziekenhuis overgebracht en daar bleek dat hun toestand meer dan ernstig was. Ze moesten er uiteindelijk drie dagen blijven om aan te sterken. “We waren er eigenlijk echt slecht aan toe. Niet moeilijk, we hadden zo lang niets gegeten of gedronken”, zegt één van hen.

Wat we nu gaan doen? Opnieuw naar Frankrijk

Met een bevel om het grondgebied te verlaten, vertrokken ze uiteindelijk vanuit het politiekantoor. Een behulpzame agent gaf hen in het Engels nog wat instructies naar de dichtstbijzijnde tramhalte. Want die zochten ze: de kusttram naar De Panne. “Wat we nu gaan doen? Opnieuw naar Frankrijk. Het doel blijft in Groot-Brittannië geraken. We zijn allemaal voor de oorlog gevlucht en willen nu enkel een normaal leven opbouwen.”

Het trio vertrekt. Op zoek naar de dichtstbijzijnde tramhalte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier