Torhoutse kunsthistoricus wint belangrijke prijs

Maarten Bassens wint 5.000 euro, maar mist als gevolg van corona de uitreiking tijdens het gebruikelijke galadiner in New York.©Johan Sabbe
Maarten Bassens wint 5.000 euro, maar mist als gevolg van corona de uitreiking tijdens het gebruikelijke galadiner in New York.©Johan Sabbe
Johan Sabbe

Torhoutenaar Maarten Bassens (32), die in Londen als kunsthistoricus werkt voor het befaamde Courtauld Institute of Art, heeft de prestigieuze Ricciardi Prize gewonnen. De geldprijs van 5.000 dollar komt zijn richting uit, maar corona doet hem de plechtige uitreiking tijdens een galadiner in New York missen. “Alles gebeurde online”, zegt hij. “En dat is niet hetzelfde.”

De Ricciardi Prize wordt toegekend aan iemand van onder de 40 jaar die een nooit eerder gepubliceerd artikel met vernieuwend onderzoek op het vlak van de tekenkunst schrijft. Een kolfje naar de hand van de jonge Torhoutenaar, want de combinatie van geschiedenis en prentkunst is zijn ding. Dat de vakjury van de internationale wedstrijd zijn artikel heeft bekroond, doet hem groot plezier. “Ik ben uitermate vereerd, want het organiserende vaktijdschrift Master Drawings heeft een enorme reputatie. Die 5.000 dollar is mooi meegenomen, maar daar doe je het niet voor. Het is wél balen dat er door corona geen galadiner plaatsheeft en ik dus geen collega’s kan ontmoeten. Ik heb wel een online lezing over mijn onderzoek mogen geven.”

Prentenkabinet van Koninklijke Bibliotheek

Maarten had in het kader van zijn job momenteel in Londen moeten vertoeven, maar alweer door dat drommelse virus verblijft hij tijdelijk in Leuven, van waaruit hij dankzij de universitaire bibliotheken toch aan de slag kan.

Maarten is opgegroeid in de Leiestraat op Torhout-Oost. Hij is de zoon van Rudi Bassens en Rita Lingier (beiden 61) en heeft een oudere zus Kim (33). Eerst heeft hij de masterdiploma’s geschiedenis (in 2010 aan de KU Leuven) en archivistiek (in 2011 aan de VUB) behaald. “Daarna heb ik enkele jaren gewerkt voor Vlaamse musea, privé kunstcollecties en culturele organisaties”, zegt hij. “In die periode werd ik ook bachelor en vervolgens master in de kunstwetenschappen, na studies die ik in 2016 aan de Leuvense universiteit afrondde. Eind 2016, toen ik net afgestudeerd was als kunsthistoricus, mocht ik als wetenschappelijk medewerker starten in het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België op de Kunstberg in Brussel.”

Specialist inzake Pieter Bruegel de Oude

“Tegelijkertijd ben ik aan de KUL met een doctoraat in de kunstwetenschappen gestart. Ik ben daarvoor verbonden aan Illuminare, het studiecentrum voor middeleeuwse kunst. Sindsdien spitst mijn onderzoek zich toe op de fascinerende wereld van de 16de-eeuwse Zuid-Nederlandse teken- en prentkunst. Meer specifiek ben ik bezig met de tekeningen, gravures en etsen van Pieter Bruegel de Oude. In mijn doctoraatsverhandeling, waar ik volop aan werk, tracht ik het tot stand komen van Bruegels prenten stap voor stap te ontleden. Zeg maar van zijn tekentafel tot het album van de prentverzamelaar.”

Wel prijs van 5.000 dollar, maar geen galadiner in New York

“Aangezien mijn contract bij de Koninklijke Bibliotheek op 31 maart 2020 ten einde liep, ben ik in het najaar van 2019 op zoek gegaan naar iets nieuws. Als jonge alleenstaande had ik het voordeel met weinig rekening te moeten houden. Over de grens trekken, zelfs over het Kanaal, kon perfect. Na een intensieve sollicitatieprocedure kreeg ik een job bij het Courtauld Institute in Londen. Dat topinstituut inzake kunstgeschiedenis mag dan bij het brede publiek relatief onbekend zijn, in de kunstwereld is het een begrip. Ik werk voor Courtauld Gallery, het museum van het instituut, waar er kunstwerken van grote namen zoals Van Gogh, Rubens en Bruegel te vinden zijn. Mijn specifieke taak is de studie van de Vlaamse tekeningen in de collectie. Ik bereid enkele publicaties voor, net als een kleine tentoonstelling die daar in de loop van 2022 gepresenteerd zal worden.”

Coronavirus gooit roet in het eten

Eigenlijk zou Maarten al in april van vorig jaar in Londen begonnen zijn, maar corona gooide roet in het eten. “Dus zat er in de lente en zomer van 2020 niets anders op dan deels in Torhout, deels in Leuven te blijven. In augustus kon ik dan toch naar Engeland. Tot december woonde en werkte ik in Londen. In de kerstperiode keerde ik naar België terug en voorlopig ben ik hier gebleven, want de virussituatie bij de Britten is allesbehalve oké. In een poging om mijn werk voor de Courtauld toch te laten vlotten, verblijf ik nu in Leuven. Van daaruit kan ik dankzij de KUL mijn onderzoek gemakkelijker voortzetten.”

Los van dat alles heeft Maarten zich tussen de soep en de patatten verdiept in het leven en werk van Jan Verbeeck, een 16de-eeuwse kunstenaar uit Mechelen. Hij slaagde erin foute hypothesen de wereld uit te helpen en nieuwe inzichten op papier te zetten. Zo is het artikel ontstaan waarmee hij de Ricciardi Prize gewonnen heeft. “Ik voel me goed bij de combinatie van geschiedenis, archivistiek en kunstgeschiedenis. Voor mij is bezig zijn met kunst een roeping. Ik hoop mijn tweejarige opdracht aan de Courtauld tot een goed einde te brengen en tegelijk mijn doctoraatsverhandeling over Bruegel af te ronden.”

“Ik popel om weer naar Londen te mogen vertrekken, al is mijn bestaan er van tijd tot tijd best wel eenzaam. Zeker door de beperkte contacten als gevolg van corona. Er een sociaal leven uitbouwen, is momenteel onmogelijk. Ook op het onderzoekswerk heeft het virus een groot impact. Je kunt minder gemakkelijk bij collega’s langsgaan, niet alle werkplekken zijn vlot toegankelijk, enzovoort. Je onderzoek voortzetten van aan de keukentafel is niet evident (lacht) . Maar ik sla me er door. De gewonnen Ricciardi Prize geeft me een enorme boost.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier