Tom Wylin coördineert in coronatijden de telefonie bij Zorg en Gezondheid

Tom Wylin heeft het al maanden bijzonder druk. © foto FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

Tom Wylin speelt een belangrijke rol in het Vlaamse coronaverhaal, dichtbij de taskforce en als inhoudelijk coördinator van de telefonische ondersteuning van zorgverleners. Hij is ook een tussenschakel tussen de West-Vlaamse federale gezondheidsinspectie/provinciale noodplanning en Vlaamse overheidsdiensten.

In 1999 studeerde Tom (47) uit de Meulebekestraat af als huisarts. In 2001 voegde hij daar een licentiaat in de musicologie, een aggregaat voor het onderwijs en een specialisatie in de jeugdgezondheidszorg aan toe. In 2015 trouwde hij met Ellen Bultynck, met wie hij sinds 2001 samenwoonde. Hij is de pluspa van Yaël (25) en Yarne (22) Deman. Sinds september 2006 werkt Tom bij de Zorginspectie die toezicht houdt op de financiële aspecten en de kwaliteit en veiligheid van zorg van ongeveer 75 verschillende types van zorg- en dienstverleners in de Welzijns-, Volksgezondheids- en Gezinssectoren (WVG).

“Nadat ik tien jaar als inspecteur van algemene en psychiatrische ziekenhuizen werkte, kreeg ik de kans om stafmedewerker te worden en dus de twee afdelingshoofden van Zorginspectie te ondersteunen bij het vorm geven aan het inspectiebeleid. Ik schuif minstens maandelijks aan bij het overleg met Karine Moykens, de secretaris-generaal van het Departement WVG, momenteel beter bekend als de leidster van de Vlaamse taskforce Zorg.”

Aanspreekpunt

Toen na de krokusvakantie het covid-19-virus in grote getale vanop reis werd meegebracht naar België was dat een enorme uitdaging voor het team infectieziektebestrijding-vaccinatie bij Zorg en Gezondheid, waar in totaal 24 artsen en verpleegkundigen werken voor heel Vlaanderen. “Ze moesten aan contact tracing doen en er kwam ook een tsunami van vragen vanuit de zorgverleners, artsen en voorzieningen. Halfweg maart deden ze een oproep naar vrijwilligers om hen te versterken. Eerst naar vrijwilligers met een algemeen profiel om de telefonische dispatch te versterken, dan naar vrijwilligers met een paramedisch en medisch profiel om effectief de vragen te beantwoorden.”

“Als arts en stafmedewerker was ik toen meteen betrokken om de vrijwilligers uit Zorginspectie te begeleiden, in te plannen in de uurroosters en opleiding te geven”, zegt Tom. “Op 20 maart werd ik uitgenodigd op de dagelijkse crisiscel, waar beslist werd de hele telefonieorganisatie en -coördinatie naar mij over te hevelen, zodat het team infectieziektebestrijding zich kon focussen op de vele overlegvergaderingen en op adviesverlening aan voorzieningen in een precaire situatie. Ik werd ook het aanspreekpunt voor de gezondheidsinspectie West-Vlaanderen en de provinciale noodplanningscel. Ik kreeg toegang tot het elektronisch platform ICMS, waarop de burgemeesters en lokale noodplanningscoördinatoren vragen stellen en beantwoorden.”

Tot ‘s avonds laat

Een aantal praktische aspecten zoals uurregeling en intervisie kon ik intussen delegeren. Gelukkig maar, want ik sta van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat in voor de inhoudelijke aansturing. Ik volg alle ontwikkelingen op het terrein mee. Mijn taak bestaat ook uit nieuwe richtlijnen onder de aandacht brengen, alle ondersteunende documenten bijwerken, contactgegevens up-to-date houden en zelf vragen beantwoorden.”

“In de weken voor Pasen – toen er op de tv nog geen sprake was van de woon-zorgcentra maar enkele collega-artsen en ik de toename van het aantal besmettingen en de eerste catastrofes in Westervier Brugge, De Meers in Waregem en Amphora Wingene in de gaten kregen – trokken we aan de alarmbel. Er was meer nodig dan wij konden bieden: een goede registratie van het aantal bewoners en personeel, in de eerste plaats in de 821 woon-zorgcentra, maar in tweede instantie ook in de VAPH-voorzieningen, assistentiewoningen, psychiatrische verzorgingstehuizen, beschut wonen, centra voor herstelverblijf, in de 81 locaties waar de CAWs daklozenopvang organiseren”, legt Tom uit.

“In de tweede instantie moest er meer ondersteuning komen in al die voorzieningen, opleiding rond het correct gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen en het correct toepassen van handhygiëne. Er moest ook meer volk de baan kunnen op gaan om ter plaatse te situatie te kunnen inschatten en gericht advies te geven. Ik verstuurde meer dan één boze mail naar mijn oversten. Uiteindelijk werd dan de taskforce opgericht en werd mijn afdelingshoofd voorzitter van één van de zeven werkgroepen. Het hele paasweekend hebben we dan doorgewerkt om de aanpak uit te tekenen.”

Voldoende vaccins en iedereen gevaccineerd? Dat zal pas in 2021 zijn

Volgt Tom ook de lokale situatie? “Uiteraard, ik volg de cijfers van het woon-zorgcentrum Maria Rustoord en van De Ermitage, beiden in de Weststraat. De burgemeester en de lokale artsen weten mij te vinden, net als de naburige ziekenhuizen. Of ik nog slaap?”, lacht Tom na het stellen van deze vraag. “Ik begin ‘s morgens om 8.30 uur en eindig gewoonlijk ergens tussen 22 uur en middernacht. Tijd om tussendoor te eten, is er niet altijd, maar de lokale chocolatier Cachet weet hoe ik die dagen overbrug. Weekend- en feestdagen zijn rustiger, met 4 à 8 uren werk, al blijf ik tussen 8 en 22 uur continu bereikbaar voor de mensen die intussen de telefoonpermanentie doen. Na hun shift krijg ik een verslagje. Daarop geef ik telkens feedback en zorg ervoor dat de relevante informatie in fiches per voorziening terecht komt.”

Nieuwe coronagolf

Hoelang zullen we nog in die situatie zitten? “De ziekenhuizen kregen instructies om zich voor te bereiden op een nieuwe coronagolf, voor de woonzorgcentra volgt dat nog. De hamvraag is hoeveel golven er nog volgen. Dat zal afhangen van de immuniteitsgraad in de bevolking die rond de 60-70 procent moet liggen om de infectiegolven te blokkeren (momenteel is dit minder dan 10 procent, red.) en de beschikbaarheid van een vaccin, hopelijk dit najaar. Tegen dat er dan genoeg vaccins zijn en iedereen gevaccineerd is, zal het 2021 zijn. We zullen dus een tijdlang met deze sluipmoordenaar moeten leren leven, maar hopelijk kan dit hand in hand gaan met een ruimer sociaal leven dan nu tijdens de lockdown.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier