De verhuis van de toeristische dienst van Kortrijk zat er al een tijdje aan te komen. Het museum 1302, dat in hetzelfde gebouw gevestigd is, sluit namelijk de deuren. Er wordt binnenkort immers een gloednieuw museum gebouwd in Kortrijk. De toeristische dienst van de Groeningeabdij verhuizen naar het meer centraal gelegen Begijnhof, is dus een logische keuze.
Het toeristisch onthaal belandde in 2006 in de Groeningeabdij met als idee het te combineren met het museum Kortrijk 1302. Sinds het begin van vorig decennium begonnen de bezoekersaantallen echter te dalen. Binnenkort sluit het museum 1302 in het kader van de bouw en inrichting van een nieuw museum. Het stadsbestuur besliste daarom in te grijpen en het toeristisch onthaal vanaf januari 2021 tijdelijk een nieuwe plek te geven in het bezoekerscentrum van het Begijnhof. Het wordt een samenwerking tussen Toerisme en de vrijwilligers die het bezoekerscentrum uitbaten. De komende jaren wordt een traject opgezet om een nieuwe definitieve locatie te bepalen voor het toeristisch onthaal.
Dalende bezoekersaantallen
De bezoekersaantallen daalden van 40.248 in 2010, tot 25.895 in 2017. De stad hoopt deze tendens te doorbreken met de verhuis naar een nieuwe locatie. Want het aantal toeristen in de stad stijgt wel nog elk jaar.
“Reden nummer een waarom de bezoekersaantallen dalen, is de weinig bekende locatie van het loket”, klinkt het bij het stadsbestuur. “De toeristen weten het niet zijn en de huidige locatie ligt nu eenmaal niet op een veelgebruikte toeristische wandelroute. De nieuwe locatie zal daar ongetwijfeld verandering in brengen. Het nieuwe onthaal komt in de Begijnhofstraat 2 . Naast de Grote Markt en aan de ingang van één van Kortrijks mooiste toeristische trekpleisters, het Begijnhof.”
De baliemedewerkers van toerisme en de vrijwilligers van het Begijnhof zullen zij aan zij werken. De opdrachten van de vrijwilligers blijven dezelfde, optreden als ambassadeur van het Begijnhof en van de stad.
Gezond verstand
“De verhuis getuigt van gezond verstand. De huidige locatie was te moeilijk om te vinden voor mensen die de stad niet kennen en te ver van de belangrijkste toeristische hotspots.”, legt schepen van Economie Arne Vandendriessche uit. “Met het nieuwe loket zo dicht bij de Grote Markt, de St-Maartenskerk en het Begijnhof, kan het niet anders dat veel meer toeristen hun weg ernaar zullen vinden. We zullen ons uiterste best doen om toeristen nog beter te informeren over de bekende én minder bekende troeven in Kortrijk.”
“We bieden graag een tijdelijke oplossing aan Toerisme Kortrijk. Op vandaag vinden al veel toeristen hun weg naar het Bezoekerscentrum van het Begijnhof en krijgen onze vrijwilligers reeds tal van vragen over bijvoorbeeld andere bezienswaardigheden en de horeca in de stad,” zegt schepen van Onroerend Erfgoed Philippe De Coene. “Toerisme komt niet in de plaats van maar naast de bestaande werking. De vrijwilligers krijgen een volwaardige plaats in het team van het toeristisch onthaal en behouden hun taken die ze op vandaag hebben.”
Relevant
Volgens de schepenen is zo een toeristisch onthaal in deze tijden van smartphones en tablets weldegelijk nog relevant. “Uit een studie blijkt dat meer dan 20 % van de toeristen in de Leiestreek nog naar het toeristisch loket gaat om informatie in te winnen. Het blijft voor velen een eerste kennismaking met de stad. We zien ook dat in vergelijkbare steden als Mechelen en Hasselt, de bezoekersaantallen vlotjes boven de 60.000 gaan. Hasselt lokte 67.391 baliebezoekers in 2018, Mechelen deed nog beter met 79.461.”
(Annelies Nollet)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier