Thomas Hondequin zorgde voor revolutie in kapperswereld:”Er was geen plaats voor wat mannelijke ruwheid”

© CLL
Christophe Lefebvre
Christophe Lefebvre Medewerker KW

Een fenomeen met cowboylaarzen en kappersschaar, die ooit de zalen afliep met couverts in zijn handen. De discrete en toch licht flamboyante Markenaar Thomas Hondequin zorgde ooit voor een revolutie in de West-Vlaamse kapperswereld maar bleef vooral altijd deuredoen met het bouwen van een rasecht mannenbastion in Kortrijk. “Het meest bizarre dat ik ooit zag, was een jonge kerel die met een hoofd vol mayonaise de barbershop binnenstapte”, giert hij het uit.

Een fles water voor tafel 6 en is die bestelling voor de drie al klaar? Het dagelijkse leven van Thomas Hondequin zag er een tiental jaren geleden best wel anders uit dan vandaag, wat meteen ook een understatement van formaat is. “Let wel, ik heb altijd graag in de horeca gewerkt, maar ik wist al redelijk snel dat dat eigenlijk niet helemaal mijn ding was.”

Onze Kortrijkzaan van de week had een beeld voor ogen, een in die tijd gewaagde onderneming voor een best wel conservatieve provincie. “Ik volgde een opleiding tot kapper, maar al snel kon ik merken dat toen alles voornamelijk gericht was op vrouwelijke klanten. Het is natuurlijk moeilijk uit te leggen aan iemand die dat gevoel niet kent, maar het knippen van haar bij dames is bijna een ceremonieel iets. Er is aandacht voor heel wat zaken en het moet voor de dames ook een belevenis worden”, legt hij uit.

Mannelijke ruwheid

Thomas wilde echter snijden, knippen, er wat bruter doorgaan met scharen in zijn handen, maar kon dat natuurlijk niet maken. “Het viel me ook meer en meer op dat de herenkappers die er nog waren, verdacht veel op damessalons begonnen te lijken. Er was geen plaats meer voor wat mannelijke ruwheid, een plaats waar een man nog een echte vent zonder schaamte kon zijn. Een bierbuikje of een vuile mop? Kijken naar een knappe ‘madam’ die passeert of gewoon een paar uur blijven zitten om voluit te praten met mensen die je een halfuur voordien niet eens kende? Dat was er niet en dus leek het de uitgelezen kans om een waanzinnig risico te nemen.”

Het werd een ingeving die Thomas nota bene op restaurant kreeg. “Ik zag plots een foto achter de toonbank verschijnen van een oude kappersstoel”, gaat hij verder. “Dat was de openbaring waarop ik zat te wachten. Ik vond dat zo’n prachtig ding, retro en rustiek en toch tijdloos, dat ik er zelf ook eentje wilde hebben. Het paste weliswaar niet in het imago van de toenmalige kapsalons, maar dat deerde me niet. Op het internet ging ik op zoek naar een tweedehands exemplaar, dat ik in Brussel vond. Met mijn aftands wagentje trok ik naar de hoofdstad om die stoel op te halen. Bij mijn thuiskomst keek mijn vriendin me met fronsende wenkbrauwen aan. Waar gingen we dat gigantische ding zetten? Je moet weten dat we toen nog in een klein huisje in Heule woonden en echt plaats was er niet. Uiteindelijk deerde me dat niet en ik pootte hem neer in de living. Het nieuws deed al snel de ronde dat ik een kappersstoel had staan en het duurde dan ook niet lang alvorens ik in bijberoep aan de slag ging als kapper voor mannen. Ik moet er ook geen tekening bij maken dat de plaats al erg snel veel te klein werd en dat we andere horizonten moesten opzoeken. Zo kwamen we uiteindelijk in Wevelgem terecht.”

Een stuk van een oude en verlaten brouwerij werd omgebouwd tot een woning voor Thomas en zijn gezin, terwijl een ander stuk een van de eerste echte barbershops uit de provincie mocht verwelkomen. “In die tijd was dat nog een beetje taboe, dat werd wat scheef bekeken”, grapt hij. “Ik lag er niet echt wakker van en deed er gewoon mijn ding. Bij mijn grootouders vond ik een oud kastje, ik boorde er een gat in en monteerde er een wastafel op. Hopla, de barbershop was open. Dat moest allemaal zo afgelikt niet zijn. Vandaag heb je zoveel salons die steriel, bijna klinisch aanvoelen en dat was voor mij niet echt een fijne beleving. Wanneer een vent zijn baard onder handen wil laten nemen, dan komt hij graag thuis en ja, thuis of op café hangen er ook soms droge worsten aan de schoorsteen. Het waren details die ik ook meenam in mijn barbershop, zonder echt idee of plan. Als ik iets mooi vond, dan plaatste ik dat in de zaak en de mannen die er kwamen voelden er zich goed.”

https://www.youtube.com/watch?v=g2A5Y_tUbNQ

Het detail van de brouwerij is niet compleet irrelevant want kort na de opening van de eerste barbershop uit de streek ging Thomas ook aan het brouwen. “In lang vervlogen tijden kon je op zowat iedere ontmoetingsplaats wel ergens een apart biertje vinden”, verklaart hij. “De slager had zijn bier, de lokale superette en ja, ook de barbier. Het was toen voor heel wat mensen de enige uitstap die ze konden maken en dan dronken ze graag een glas. Samen met een lokale brouwer gingen we aan de slag en zag Baardman het daglicht, het bier voor de mannen met een baard.”

Wildgroei

De zaak en vooral het unieke karakter ervan trok al snel heel wat aandacht waardoor het onvermijdelijke gebeurde. “Ik had op een moment klanten die vanuit Brussel en zelfs Frankrijk kwamen om hun baard onder handen te laten nemen door een echte barbier”, pikt Thomas in. “Je zag dan ook al snel dat Wevelgem te klein werd en de zoektocht naar iets anders werd gestart. Was het louter toeval of toch eerder een speling van het lot? We kwamen opnieuw in Kortrijk terecht, de plaats waar ons wilde verhaal begon. Als thuisbastion kozen we voor Marke en de zaak werd pal in het centrum geïnstalleerd. Of dat een goede zet was? Voor mij wel, ja. Het spreekt voor zich dat er bepaalde klanten ons niet zijn gevolgd. Je hebt er voor wie Kortrijk te ver is, je hebt er ook die resoluut weigeren om naar Kortrijk te komen. Ik begrijp dat natuurlijk allemaal wel maar ik moet ook aan de verdere ontwikkeling van mijn zaak denken.”

Thomas Hondequin zorgde voor revolutie in kapperswereld:
© CLL

Ondertussen is een barbershop niet meer uniek en kent vooral Kortrijk een wildgroei aan barbiers die vaak, als speerpunt, uiterst concurrentiële tarieven naar voren schuiven. “Als ze dat doen, is dat omdat er klanten voor zijn”, lacht de Kortrijkzaan. “Ik kan niet echt zeggen dat ze concurrenten zijn van mij, we hebben nu eenmaal een erg bijzondere plek hier in Kortrijk en vaak komen mannen alleen al hiervoor naar de zaak. Waar elders kun je genieten van een uniek biertje of een whiskeytasting? Wat ik wel heb gemerkt is dat het modefenomeen van ‘de baard’ weg is. Mensen die hun gezichtsbeharing lieten groeien omdat het toen superhip was, zijn ondertussen aan een nieuwe trend gestart waardoor we nu nog de echte baarden overhouden. Wie zoveel geduld heeft om een volwaardige baard te laten groeien, gaat ook niet zomaar iedereen erin laten snijden.”

Urban legends

Een wereld in evolutie waar toch één zaak de tand des tijds heeft overleefd. “Het is waanzinnig hoeveel van die urban legends er nog bestaan over baard en haar”, sluit hij al lachend af. “Ikzelf heb bijvoorbeeld geen goede genen voor het laten groeien van een volle baard. Je zou eens moeten weten wat voor tips, ideetjes en tricks ik al heb gehoord. Van het smeren van mosterd tot het gebruiken van allerlei wondermiddeltjes, het zijn verhalen die nog altijd keihard zitten ingebakken bij de mensen. Het was triest en hilarisch toen een kleine knaap hier met zijn moeder op een dag binnenstapte. Hij had zijn haar vol kleverige blubber zitten. Volgens zijn moeder sukkelde hij met luisjes dus was het wondermiddel om mayonaise in het haar te draaien en dat er 12 uur te laten intrekken. De mama was ervan overtuigd dat dat de meest effectieve methode was want zo deden ze het vroeger ook. Niet dus!”