Textielroute neemt je op sleeptouw langs restanten textielnijverheid

Schepen van Erfgoed Regine Rooryck, Jan Vanoverberghe en hoofd dienst erfgoed Leen Lefebre. (foto DRD)
Redactie KW

Iedereen kent het gezegde ‘Ieder huisje heeft zijn kruisje’. In Deerlijk kon je tussen 1950 en 1970 zelfs gewagen van ‘Ieder gebouwtje heeft zijn getouwtje’… De bloeiende tijd van de textielnijverheid ligt ondertussen achter de rug. Dit herontdekken kan nu met de Textielroute.

“Vanaf Monumentendag, zondag 13 september, tot en met Allerheiligen, zondag 1 november, fietsen of stappen we terug in de tijd en blikken we terug op wat ooit was: een bloeiende textielnijverheid in Deerlijk anno de jaren 1950-1970”, verduidelijkt schepen van Erfgoed Regine Rooryck. “De Textielroute is een initiatief van de gemeentelijke werkgroep erfgoed Deerlijk in samenwerking met de heemkundige kring Dorp en Toren.”

Bloei

“In 1965 schreef wijlen burgemeester Albert Windels ‘Wie over Deerlijk spreekt, spreekt over textielnijverheid'”, gaat geestelijke vader van de Textielroute Jan Vanoverberghe verder. “De welstand van de bevolking was in die tijd voor een belangrijk deel te danken aan de bloei van de textielnijverheid. Zowat de helft van de bevolking van Deerlijk en Sint-Lodewijk verdiende er rechtstreeks of onrechtstreeks de boterham mee. Vanaf 1975 deemsterde de textielnijverheid stilletjes weg. (Thuis-)weverijen bolden uit bij gebrek aan opvolging of werden opgeslokt door grote bedrijven.”

“De coronatijd was het ideale moment om restanten van de textielgebouwen op te zoeken. Niet-essentiële verplaatsingen waren verboden maar bewegen, onder meer met de fiets, was wel toegelaten. Zo ben ik met mijn stalen ros op zoek gegaan naar ‘relikwieën’ van onze vergane glorie. Na verscheidene sessies zat de Ronde van Deerlijk er op en had ik er ruim 60 in kaart gebracht.”

Sheddak

“Textielgebouwen hebben meestal dezelfde bouwstijl, met een sheddak, en zijn relatief gemakkelijk terug te vinden. Een sheddak, ook zaagdak of zaagtanddak genoemd, is een dakvorm in de vorm van een omgekeerde handzaag. Het dak bestaat uit een reeks evenwijdige zadeldaken met ongelijke schilden. De nokken zijn oost-west gericht. De schilden op het noorden gericht zijn veel steiler dan die op het zuiden en zijn voorzien van glasramen in plaats van pannen.”

“Door de enorme glaspartijen viel er veel licht binnen – de TL-lamp stond nog in haar experimentele fase – en had men geen last van de zon. Een van de grote nadelen van zo’n dak was het onderhoud en de waterinsijpeling. ‘Sheddak’ is etymologisch te verklaren als dak van een shed (Engels voor loods, keet) of als ‘schaduwdak’ (naar het Engelse ‘shade’). Ik voeg er ook graag aan toe dat er in Deerlijk ook een Picanol avant la lettre was. Bij de firma Lefebre in de Braamakkerstraat werden weefgetouwen gemaakt.”

Textielroute

“Met de Deerlijkse Textielroute kan je de restanten van de textielnijverheid in het straatbeeld ontdekken”, stelt hoofd dienst Erfgoed Leen Lefebre. “In de informatiebrochure wordt de route weergegeven in beeld, in kaart en in woord. De route is 32 km lang maar kan gerust worden opgesplitst en in verschillende keren worden gefietst. Er is een wedstrijd aan verbonden waarbij Deerlijkbonnen te winnen zijn. De oplossing van het woordraadsel en de schiftingsvraag kunnen tot en met 1 november gemaild worden naar erfgoed@deerlijk.be of in de brievenhuis van het gemeentehuis gedeponeerd worden.”

“Op Monumentendag is er van 10 tot 18 uur een pop-upcafé voorzien in de Olekenbosstraat 36. De papieren fietsbrochures zijn, na afspraak, vooraf af te halen bij de Dienst Erfgoed in de voormiddag op werkdagen. We kunnen ook een exemplaar mailen en de brochure kan geraadpleegd worden op de gemeentelijke website.”

Info bij de dienst erfgoed, 056 69 47 39.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier