Taalleraar Alain Maricau gaat met pensioen: “Ik ben blij met het verloop van mijn carrière”

Alain Maricau is sinds 1 oktober met pensioen: "Fotografie krijgt meer aandacht. Ik heb hier en daar nog klushoekjes in dit grote huis en er liggen nog boeken op de plank. Ik heb tijd. Niks moet en niksen mag." © KDS
Redactie KW

Taalleraar Alain Maricau is met pensioen. Veertig jaar heeft hij lesgegeven in Spes Nostra Heule, KHBO en KU Leuven en nu trekt hij de schoolpoort achter zich dicht, een nieuwe horizon tegemoet. Alain was in Heule onder meer bekend als de huisregisseur van het schooltoneelgezelschap De Uilenspiegels, waarvoor hij liefst 15 producties voor zijn rekening nam.

Door Carlo Herpoel

Alain Maricau (61) is getrouwd met Ilse Debrabandere (54) en afkomstig van Adinkerke. Hij studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven. Na zijn studies mocht hij in 1980 meteen aan de slag in het Instituut Spes Nostra in Heule. Elke dag op en af naar de kust was geen optie en dus vestigde hij zich in Kortrijk.

“Ik werkte er 40 jaar maar nooit voltijds. Ik werkte 75 procent voor Spes Nostra. De andere 25 procent was ik docent aan de Katholiek Industriële Hogeschool West-Vlaanderen Oostende (KIH)”, zegt Alain. “Ik gaf Engels aan het eerste en tweede jaar industrieel ingenieur in de afdeling Kortrijk. We hadden toen nog geen eigen gebouw en waren gehuisvest in het VHTI, nu Vives.”

“Na de eeuwwisseling werd de Kortrijkse afdeling opgedoekt en mocht ik één dag per week naar Oostende. De KIH was intussen KHBO geworden – Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende. Ik gaf er Engels, Duits en communicatieve vaardigheden.”

Tien jaar later gingen de professionele bachelors van de KBHO op in het grote Vives-verhaal en de richting industrieel ingenieur werd KU Leuven. Alain verhuisde mee met de ingenieurs naar Brugge en bleef er tot het eind van zijn loopbaan lesgeven.

Droom in vervulling

Het grootste pakket van Alains lesuren lag in Spes Nostra. Hij begon in de aso-afdeling. Tijdens dat eerste schooljaar volgde hij de kandidatuur Duits als derde Germaanse taal aan de KULAK in Kortrijk. “Ik gaf vooral Engels in het aso en soms ook wel eens Nederlands. Eind de jaren tachtig had ik lesuren te kort in het aso. Ik had het geluk om in de tso-afdeling lesuren van zuster Edith te mogen overnemen, toen zij binnen de kloostergemeenschap ander werk kreeg. Van toen af gaf ik Duits aan de richtingen handel en secretariaat-talen.”

Zo belandde hij hoofdzakelijk in het tso maar keerde in september 2003 terug naar het aso. “Het was een droom die in vervulling ging toen ik aan alle zesdes Nederlands mocht geven. Die uren werden aangevuld met Engels en vooral Duits. Dit ben ik blijven doen tot 30 september, de laatste dag voor mijn pensioen.”

Literatuur en taal zijn Alains hobby’s bij uitstek: lezen, schrijven, vertaalwerk… Ook fotografie geniet zijn interesse. Alain: “Tja, eigenlijk heb ik niet veel hobby’s. Ik was namelijk altijd aan het werken voor school, ook in het weekend.”

Naast het schoolwerk was toneel de meest constante factor in Alains loopbaan door de jaren heen.

Schooltoneel

“Met toneel heb ik altijd een liefde-haatverhouding gehad. Ik heb zelf nooit toneel gespeeld en regisseren is me eigenlijk gewoon overkomen. Bij het begin van het schooljaar 1983-’84 vroegen leerlingen mij of ik het schooltoneel wilde regisseren. Ik was jong en dacht: ‘Waarom niet?’ Ik wist toen niet waaraan ik begon. Die eerste voorstellingen, die regie, dat was met vallen en opstaan”, vertelt Alain.

Een droom kwam uit toen ik aan alle zesdes Nederlands mocht geven

“Ik vergelijk het productieproces met een zwangerschap. Zolang je zwanger bent is dat kind echt van jou. Zolang ik het stuk regisseer, is het van mij. Maar een toneelstuk groeit tot het alleen loopt en als de première begint, moet ik zwijgen. De voorstelling is geboren. Het toneelstuk is vanaf dan van de acteurs.”

Alain is met zijn 15 toneelstukken recordregisseur in Spes Nostra. “Ik regisseerde om de twee jaar een stuk. Zes anderen, collega’s, soms buitenstaanders, regisseerden in de jaren daartussen. Lesgeven, de leerstof en het contact met de leerlingen stonden voorop. Toch is het toneel, dat maandenlange proces, een ingrijpende ervaring voor mij geweest door de jaren heen.”

Spes Nostra was Alains habitat. Dat schooljaar 1983-1984, toen hij voor het eerst het schooltoneel regisseerde, was wel bijzonder: “De klas waaruit mijn acteurs kwamen, was speciaal. Ik heb nu nog met hen een goede band. Als er een reünie is, word ik steevast uitgenodigd. Die groep is aan mij blijven plakken”, zegt hij. “Het gekke is dat ik aan de meesten van deze groep leerlingen nooit les gegeven heb.”

Het schooltoneel was toen voor de leerlingen een uitlaatklep. “Er waren nog geen computers, gsm’s en tablets. Ook de ouders waren tevreden, want die uitlaatklep bleef binnen de veilige muren van de school.”

“Ik heb mij in Spes Nostra met heel uiteenlopende zaken mogen inlaten. Ik gaf Nederlands, Duits, Engels aan verschillende richtingen. Vaak veranderde de lesopdracht jaar na jaar en varieerde de leeftijd van de leerlingen”, vertelt Alain verder. “Op het moment zelf is dat vaak een uitdaging. Ik heb lesgegeven aan leerlingen van 14 jaar tot 22 jaar. Een brede waaier. Maar achteraf heb ik dat alles samen een verrijkende ervaring gevonden. Ik ben blij met het verloop van mijn carrière.”

Geen grootse plannen

Voor de toekomst zijn er geen grootse plannen. “Er hoeven geen spectaculaire dingen te gebeuren. Ilse moet nog een paar jaar lesgeven. Ik zal nu wat meer doen in het huishouden. Ervoor deelden we deze taken.” Regisseren schrapt Alain wel van zijn lijst. Hij zal wel meer tijd besteden aan zijn andere hobby’s. “Fotografie krijgt meer aandacht. Ik heb hier en daar nog klushoekjes in dit grote huis en er liggen nog boeken op de plank. Ik heb tijd. Niks moet en niksen mag. Het klinkt cliché, maar het is zo. Ik zie wat de dag me brengt”, besluit Alain Maricau.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier