Syriër Jacob Jammoul tekent visie voor dorpskern Beselare uit

We zien v.l.n.r. Koen Descheemaeker, Jean-Pierre Masselus, Rita Geniets en Jacob Jammoul op het marklein van Beselare. (foto ZB)
Redactie KW

Jacob Jammoul (29) wil nooit meer terug naar Syrië. Hij heeft zich volledig aangepast aan ons land en hoopt hier zijn toekomst op te bouwen. Ondertussen tekende hij een plan uit met zijn visie over hoe de dorpskern van Beselare er straks zou kunnen uitzien.

Jacob is afkomstig van Hama, een stad die gesitueerd is tussen Damascus en Aleppo, op de grens tussen het groene vruchtbare gebied en de woestijn. In dit gebied zijn veel verschillende religieuze strekkingen aanwezig waaronder christenen. Hij zelf behoort tot de ismaili, een stroming die een heel kleine strekking vormt binnen de islam in Syrië. “Mijn ouders wonen in de stad, maar hebben een boerderij net erbuiten waar ze voornamelijk groenten en olijven kweken. Ik heb nog een broer en een zus, die in Syrië gebleven zijn.”

Snelle integratie

Jacob behaalde een bachelor in de architectuur en woonde in Damascus. Door de oorlog en als lid van een minderheidsreligie had hij helemaal geen toekomst meer in Syrië. “Ik ben gevlucht via Libanon naar Turkije en dan met de boot naar Griekenland. Van daaruit ging het naar Parijs en dan naar Brussel. Ik ben bewust naar België gekomen omdat het democratisch gehalte hoger is dan in andere landen. Ik wist ook dat, eens je als vluchteling erkend wordt, er een goede begeleiding komt naar integratie. En dat is wat ik altijd voor ogen had, een snelle integratie en me aanpassen aan het nieuwe thuisland. Al van bij mijn vertrek was het duidelijk, ik ga daar blijven, ik wil geen tijd verliezen. Er was geen toekomst meer voor mij in Syrië. Mijn ouders hebben mij daarin gesteund. Ze hebben liever dat hun zoon een stabiele toekomst kan opbouwen in een ander land dan toekomstloos te blijven in Syrië.”

Marnixring

Eerst verbleef Jacob in het Klein Kasteeltje, daarna werd hij naar Ieper gestuurd. Zijn wil om te integreren was groot want hij kwam op 16 augustus in Ieper aan en startte al met Nederlands te leren aan het CVO op 1 september. Hij heeft ook onmiddellijk deelgenomen aan de ‘babbel-uitjes’ georganiseerd door de Marnixring Ieper Westland.

“De Marnixring is een organisatie die zich inzet voor de verspreiding van de Nederlandse taal en cultuur. Het doel van de babbel-uitjes was eigenlijk tweeledig. Nieuwkomers helpen om snel Nederlands te leren en ook tonen dat iedereen die zich wil aanpassen en integreren in onze maatschappij welkom is. Zo konden we ook helpen bij veel kleine dagelijkse problemen en her en der de weg tonen”, zegt Jean-Pierre Masselus van de Marnixring.

“Wat mij vooral opvalt, is dat in Vlaanderen heel hard wordt ingezet op groene ruimte”

“Na twee jaar intensief Nederlands leren ben ik verhuisd naar Gent om er aan de KU Leuven een master in de stedenbouw en ruimtelijke ordening te studeren. Ik maakte die keuze omdat dit een ruimere blik geeft op de gemeenschap dan architectuur zelf. Je gaat van het gebouw naar een ruimere schaal en kijkt naar grotere gehelen. In de opleiding komen heel diverse thema’s aan bod zoals sociologie, ecologie, demografie. Wat mij hier vooral opvalt, is dat in Vlaanderen heel hard wordt ingezet op groene ruimte. In vergelijking met andere landen probeert men hier echt wel de groene ruimte te bewaren en te versterken”, vertelt hij enthousiast.

Basisplan

Met Koen Descheemaeker, die hij al sinds 2016 kent omdat hij een van de bezielers is van babbel-uitje bij de Marnixring, bleef Jacob contact houden. “Koen nodigde me uit om eens te komen kijken naar Beselare en samen na te denken over een nieuwe visie voor de dorpskern. Dat kon ik natuurlijk niet weigeren. Na het bekijken ben ik snel aan de slag gegaan om alles uit te tekenen. Het is een basisplan, een visie, een richting. Het plan is gebaseerd op het feit dat het zinvol is om het dorpsgevoel te behouden en dat kan door minstens twee van meest waardevolle gebouwen – het gemeentehuis en de pastorie – te behouden. Door het marktplein als groene ruimte in te richten en de achterliggende grond als een park in te richten zorg je ervoor dat het dorpsplein zijn functie weer volledig kan uitoefenen, namelijk het ontmoeten van mensen.”

Varkensvlees

Jacob is heel gemotiveerd. “Ik wil niet langer tijd verliezen maar wil hier iets opbouwen. Het Nederlands wil ik nog beter onder de knie krijgen, vlug mijn diploma halen, een baan vinden en mij inzetten voor de samenleving.”

Aan onze manier van leven heeft hij zich alvast uitstekend aangepast. “Met het Belgische eten heb ik geen enkel probleem”, lacht hij. “Ik eet alles en sommige soepen zijn bijzonder lekker. Vol-au-vent met frietjes is een echte topper voor mij. Ik eet hier ook varkensvlees, dat vind ik heel lekker, maar wel niet evident voor mij. Maar waarom zou een God kwaad zijn op mij omdat ik uit respect voor de vrienden die mij uitnodigen voor een maaltijd aanvaard wat ik aangeboden krijg? Religie gaat toch over een positieve interactie tussen mensen, niet om wat je eet”, besluit Jacob. (NVZ)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier