Strengere coronaregels handhaven: “Optreden moet, anders loopt het uit de hand”

De mondmaskerplicht op de zeedijk wordt goed nageleefd (foto Belga). Foto-inzet: het incident van zaterdag. © belga
Redactie KW

Kleinere bubbels, mondmaskerplicht, geannuleerde evenementen: de zomer van 2020 krijgt een triest plekje in de geschiedenisboeken. Na de versoepelingen van 8 juni, mogen we nu weer minder. Dat het dan tot incidenten komt, zoals op het skatepark van Roeselare vorig weekend, hoeft niet te verwonderen. Hoe hou je de bevolking gemotiveerd en wat kan de politie tegen hardnekkige mondmaskerweigeraars doen? “Beboeten is nodig, maar met vuistslagen en pepperspray los je de coronamoeheid niet op.”

Het filmpje waarop te zien is hoe een motorrijder van de politie hardhandig optreedt tegen een skater op het Roeselaarse skatepark beroerde de voorbije week de gemoederen. Franky Vlieghe (39) uit Tielt kreeg van politieman L.J. enkele rake klappen en pepperspray in het gezicht en werd uiteindelijk tegen de grond gewerkt. Het parket is een onderzoek gestart. Incidenten als dat op het skatepark zijn gelukkig uitzonderingen, maar met de verscherpte maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad afgelopen week nam, en de mondmaskerplicht in sommige steden en gemeenten, stelt zich de vraag hoe politie en stadswachten moeten omgaan met coronamoeheid.

De wapens van de stadswachters zijn alvast beperkt. “Meer dan praten kunnen wij niet doen. Wij hebben niet de bevoegdheid om identiteitskaarten te vragen of boetes uit te delen”, zegt Koen Verhaeghe, preventieambtenaar en coördinator van de gemeenschapswacht in Kortrijk. “Wij proberen altijd het conflict te vermijden en geven zelf het goeie voorbeeld door een mondmasker te dragen. Maar als mensen foert zeggen, zit er voor ons weinig anders op dan de politie te bellen.”

Voor de politie is inpraten op overtreders altijd ‘plan A’. “We gaan eerst in dialoog en proberen mensen te sensibiliseren over de nieuwe maatregelen”, klinkt het bij de zone Damme/Knokke-Heist. “Tegen mensen die hardleers zijn, treden we uiteraard kordaat op. We hebben wel de indruk dat de mondmaskerplicht goed opgevolgd wordt, ook op de zeedijk. Grote problemen hebben we nog niet gehad”, klinkt het.

Vier C’s

Als het toch tot problemen komt en er moet fysiek geweld gebruikt worden, kan dat ook niet zomaar. Volgens de wet op het politieambt moet dat gebruikte geweld legitiem en proportioneel zijn. “De cursussen communicatieve vaardigheden in de politieschool zijn minstens even dik als de cursussen geweldbeheersing. Een psycholoog traint onze mensen daarop, onder andere met rollenspelen”, zegt een ervaren specialist geweldbeheersing van de politie. “Maar als praten alleen niet meer helpt en iemand weigert zich te identificeren, dan mag de politie die persoon arresteren. Op het moment van ingrijpen, moet je rekening houden met de vier C’s: communicatie, contact, controle en conflict. Dat laatste moet je zoveel mogelijk proberen vermijden, maar de realiteit leert dat je regelmatig in een conflict terecht komt bij een arrestatie.

Strengere coronaregels handhaven:

Dat is wat onze collega in Roeselare is overkomen. Hij is altijd blijven communiceren door die persoon te vragen zijn identiteitskaart te geven maar het hielp niet. De collega heeft ervoor gekozen om een duw, of een slag, te gebruiken. Dit valt onder het luik zelfverdediging en wordt gebruikt wanneer een politieman voelt dat hij zelf niet meer uit de situatie zou kunnen ontsnappen mocht het mislopen en afstand wil creëren. Je hebt dan de keuze om de blote hand te gebruiken, je bewapening of eventueel te vluchten. De collega heeft gekozen voor zijn pepperspray. Dat mag gebruikt worden als een aanval nakend of begonnen is en ernstig kan zijn. In dit geval staat de man met een skateboard in de hand, wat als een slagwapen kan beschouwd worden. Als het bovendien klopt dat die persoon voordien gespuwd heeft in het gezicht van een stadswachter, en dit in volle coronatijd, kan dat inderdaad meegespeeld hebben in die beslissing. Want met pepperspray in je ogen heb je geen kans om gericht te spuwen”, klinkt het.

“Arrestaties gaan vaak gepaard met conflict”

Legitiem én proportioneel, dus. “Ook tijdens de arrestatie is de collega blijven communiceren met die man en hielp hij hem op zijn buik te rollen. Op de beelden zie ik hem ook op de schouderlijn zitten met een knie, wat zeker is toegelaten. Had hij het anders kunnen aanpakken? Misschien, maar mijns inziens is zijn aanpak te verdedigen, rekening houdende met de volledige context”, aldus de specialist.

Olie op het vuur

Motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste uit Wevelgem ziet dat anders. Als professor aan de UGent monitort hij al sinds het begin van de crisis de motivatie van de bevolking om de coronamaatregelen te volgen. In die rol adviseert hij ook de GEES, de groep experten die de exitstrategie bepalen. “Met vuistslagen en pepperspray los je de coronamoeheid niet op. Integendeel: je doet situaties escaleren en gooit alleen maar olie op het vuur. Bij iemand die al weerspannig is, zal de weerstand alleen maar groter worden”, zegt de psycholoog. Wat ordehandhavers volgens hem eerst en vooral moeten doen, is luisteren. “Vraag die mensen waarom ze een maatregel niet volgen, toon interesse in hun perspectief. Ze hebben geen zin, zijn heel dat corona-gedoe beu, vinden het te lastig of zien het nut niet. Vraag hen daarna wat ze ervan vinden dat anderen wél een mondmasker dragen en of ze daar het nut van inzien. Wijs ze op de meerwaarde voor zichzelf en voor andere mensen en haal daarbij concrete voorbeelden uit hun dagelijks leven aan: hun oma en opa die ziek kunnen worden bijvoorbeeld. Op die manier breng je de situatie heel dicht bij die persoon die eerst weigerachtig was en creëer je een soort van verbinding. Dat is al een grote stap”, vindt Maarten Vansteenkiste.

Twee petten

Daar mag het volgens de psycholoog echter niet bij blijven. “Je moet consequent blijven en die mensen zeker alsnog beboeten. Je hebt eigenlijk twee petten op als ordehandhaver. Eerst zet je de begrijpende, verbindende pet op en daarna die van de persoon die de regels moet handhaven. Dat is het ideale scenario en als dat lukt, bestaat de kans dat de persoon die je controleert ook wel zal beseffen dat hij verkeerd zat en dat hij de boete zal aanvaarden. Met direct een vermanende vinger te tonen, creëer je alleen maar afstand. Het niet-dragen van een mondmasker is bij jongeren vaak ook een daad van verzet. Het is logisch dat er dergelijke incidenten zoals in Roeselare zijn, maar het blijven geïsoleerde gevallen.”

Actie is motivatie

“Ik denk ook niet dat dergelijke beelden mensen motiveren om dan toch maar hun mondmasker op te zetten. Angst voor de politie of de boete is geen duurzame reden om een maatregel te volgen. Het omgekeerde is ook waar: mensen die wél hun mondmasker dragen, zien dat er wel degelijk opgetreden wordt en dat motiveert hen om zich aan de maatregelen te blijven houden. Mochten zij zien dat ordehandhavers niet optreden, dan zou het hek helemaal van de dam zijn. Eén ding is zeker: als men niet optreedt en laat betijen, zal het uit de hand lopen”, klinkt het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier