Stadsgids Linda Vande Velde kijkt uit naar betere tijden

“Ik vind het ook enorm verrijkend om zelf wandelingen uit te werken”, vertelt Linda Vande Velde.© HDV
“Ik vind het ook enorm verrijkend om zelf wandelingen uit te werken”, vertelt Linda Vande Velde.© HDV
Redactie KW

Een stad verkennen onder leiding van een gids? Daar is voorlopig nog geen sprake van, ook al mogen we buiten inmiddels opnieuw met tien samenkomen. “Het is nog wachten tot 1 april”, zegt Linda Vande Velde (68) die staat te popelen om er opnieuw in te vliegen. “Al ga ik wel nog wachten tot begin mei. Veiligheid voor alles”, klinkt het.

Zes jaar geleden ging Linda Vande Velde (68) aan de slag als stadsgids in Waregem. Inmiddels is dat gidsen uitgegroeid tot een passie die ze naar eigen zeggen al veel te lang moet missen. Linda is getrouwd met Erwin Vandenheede (68). Ze wonen in de Repelstraat in Waregem en hebben drie kinderen: Nele (44), Leen (41) en Jelle (29).

Linda volgde technisch onderwijs in het Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaartinstituut in Waregem. Daarna studeerde ze verder in de Normaalschool in Tielt om onderwijzeres te worden. In haar beroepscarrière stond ze onder meer 13 jaar voor de klas in het Heilig Hartcollege en 20 jaar in de vrije basisschool in Beveren-Leie. Ze gaf in hoofdzaak les in het derde leerjaar. Tien jaar geleden ging ze op pensioen. Haar hobby’s? Genealogie, koken, lezen en als stadsgids mensen Waregem beter leren kennen. Tijdens het interview ontpopt ze zich tot een geboren vertelster die met kennis van zaken over de stad spreekt. De boekenkast in de kamer is de stille getuige van haar grote liefde voor lokale geschiedenis.

Zijn er in Waregem historische figuren die je extra belicht als je op pad bent met een groep?

“Felix De Ruyck. Over dat antwoord moet ik geen seconde nadenken. Hij is iemand die vaak onderschat wordt, mogelijk omdat hij een onwettig kind was of omdat hij nooit burgemeester is geworden . Dus ik doe altijd veel moeite om zijn verdienste voor de stad extra in de verf te zetten. De man, die in de negentiende eeuw leefde, heeft hier hele mooie dingen verwezenlijkt. Hij was om te beginnen een gulle schenker die veel geld ter beschikking stelde van de stad, maar hij stond ook mee aan de wieg van Het Ware Heem, het eerste Waregemse rust- en verzorgingstehuis. Verder was hij medestichter en grote geldschieter van Waregem Koerse, maar eigenlijk was hij nog zoveel meer. Hij verdient in Waregem dan ook meer dan de kleine straat die nu naar hem is genoemd. Hopelijk komt dat er ooit van.”

Je hebt de stad al heel wat keren doorkruist. Waar neem je je gevolg het liefst mee naartoe?

“De hippodroom is een van die plaatsen waar ik altijd met veel plezier binnenstap. Ik vermoed dat het met mijn familie te maken heeft. Ik had een oom die een paard had en er waren toch nogal wat familieleden die zich jaarlijks graag aan een gokje waagden op Waregem Koerse. Het is ook een mooie plaats. Als ik daar rondloop geeft me dat altijd een goed gevoel. Ook de Amerikaanse begraafplaats is een favoriete plek. Ik vind het mooi hoe de Amerikanen zorg dragen voor hun voorouders die hier in de streek gesneuveld zijn ter wille van onze vrijheid . De manier waarop ze die soldaten herdenken spreekt tot de verbeelding. We kunnen daar nog iets van leren.”

Is het stresserend om een groep mensen geboeid te houden?

“Ja, toch wel, omdat de ene groep de andere niet is. Toch ben ik altijd zeker van mijn stuk, al zit ik er ook niet mee in om op zeker ogenblik te zeggen dat ik iets niet weet. De mensen nemen je dat ook niet kwalijk. Ik herinner me wel dat ik eens extra veel stress had toen ik een groep kenners uit de Westhoek moest rondleiden bij de opening van Hippo.War, het Waregemse bezoekerscentrum over de Eerste Wereldoorlog. Aan mensen uit de Westhoek kan je toch amper nog iets vertellen over de Eerste Wereldoorlog dat ze nog niet weten, zo dacht ik. Tot mijn aangename verrassing verliep het allemaal enorm goed en kreeg ik op het einde zelfs een warm applaus. De stress was nergens voor nodig geweest. Maar het is sterker dan mezelf.”

Waaraan beleef je het meeste plezier als stadsgids?

“Aan de contacten die er uit voortvloeien. Of dat nu met de mensen is die ik aan het gidsen ben of mijn collega’s met wie ik samenwerk, dat maakt me niet uit. Ik vind het ook enorm verrijkend om zelf wandelingen uit te werken. Ook dat levert vaak boeiende gesprekken op met betrokkenen en daar kan ik echt van genieten. Die leuke anekdotes helpen me om mijn uiteenzettingen nog interessanter te maken. Als je het over het vlas hebt, zoals het geval is in de laatste wandeling die ik gemaakt heb over Sint-Eloois-Vijve, vinden de mensen het plezant als de geschiedenis wordt opgeleukt met de kleine verhalen. Wat ik tot slot ook plezierig vind is het opzoekingswerk dat ik vaak moet doen. Ik zit nu eenmaal graag met mijn neus in de heemkundeboeken.”

Tot slot wil ik het toch ook even over het stamboomonderzoek hebben dat je al verricht hebt. Vanwaar komt de passie daarvoor?

“De prille aanzet was er toen ik nog een kind was. Mijn vader verzamelde krantenknipsels over Waregem en ik vond dat fascinerend. Wat me evenwel echt getriggerd heeft is de doos die ik gekregen heb van mijn grootmoeder aan moeders kant. Daarin kon ik lezen hoe mijn betovergrootmoeder als baby in de vondelingenschuif in Gent was beland. Ik vond dat verhaal zo fascinerend dat ik dat op latere leeftijd helemaal ben gaan uitwerken, met onderzoek in het Gentse archief inbegrepen. Nadien heb ik dat neergeschreven in een boek. De liefde voor genealogie of stamboomonderzoek is nooit meer overgegaan. Sedertdien heb ik zowat alles in de familie onderzocht en uitgewerkt, ook aan de kant van mijn man Erwin. Het kwam dus niet zomaar uit de lucht gevallen toen ik een jaar of zes geleden stadsgids ben geworden.” (FV)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier