Stadsarcheoloog Frederik Roelens over de boom aan vondsten: “Ik wil het mysterie van de Brugse reitjes ontrafelen”

Stadsarcheoloog Frederik Roelens hier aan de toren Howest Sint-Jorisstraat (Foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Stadsarcheoloog Frederik Roelens hier aan de toren Howest Sint-Jorisstraat (Foto Davy Coghe)©Davy Coghe Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Er is momenteel een schat aan archeologische vondsten in de Brugse binnenstad. “In coronatijden is de belangstelling voor archeologie nog toegenomen”, stelt stadsarcheoloog Frederik Roelens.

De ontdekking van een beschilderde grafkelder en delen van een kapel in de Sint-Amandsstraat. Eeuwenoude houten kuipen die wijzen op een leerlooierij voor handschoenen of perkament in de Sint-Annarei. Restanten van het het Oudhof van de Schuttersgilde van Sint-Joris in de Vlamingdam. Merkwaardige vondsten bij de uitbreiding van de parking ’t Zand. De voorbije weken hadden de Brugse archeologen handen tekort. Voldoende redenen om de Brugse stadsarcheoloog Frederik Roelens van Raakvlak te interpelleren.

Vanwaar die ‘boom’ aan archeologische vondsten?

Frederik Roelens: “Het is een combinatie van factoren. Als er werken zijn, is er altijd kans dat er interessante zaken aangetroffen worden. Zeker in Brugge. Sinds 2016 geldt er een verplichting om een archeologienota op te maken, als de ‘bodemingreep’ meer dan 100 m² beslaat. Recente vondsten in de Katelijnestraat en de Sint-Annarei vallen dus niet zomaar uit de lucht. Als de werken een bedreiging vormen voor de mogelijk aanwezige archeologie onder de grond, komt er verder terreinonderzoek aan te pas. In deze situatie draagt de bouwheer de kosten voor dit archeologisch onderzoek.”

“Bij kleinere werken, zoals het plaatsen van een drinkfontein in de Sint-Amandsstraat, geldt er een meldingsplicht. Als je als aannemer of particulier zaken vindt waarvan je kan vermoeden dat ze een historische waarde hebben, moet je dat melden. In dit geval komen wij of de collega’s van het agentschap onroerend erfgoed ter plaatse om de archeologie te onderzoeken. In dit scenario is alles kosteloos. De ontdekkingen in de Sint-Amandstraat en het Sint-Jansplein zijn voorbeelden van zo’n toevalsvondsten.”

“En door corona wandelen meer mensen rond in hun buurt en raken ze geïntrigeerd door wat er hier allemaal te zien en te vinden is. Het is iets positiefs in deze barre tijden. Maar ook het feit dat archeologie sedert een tiental jaren geprivatiseerd is, werpt zijn vruchten af. Er zijn meerdere private archeologische bedrijven actief in de Brugse binnenstad. Er is veel bedrijvigheid, maar er is niet altijd tijd voor publiekswerking. Wij begeleiden die bedrijven sinds kort bij hun communicatie.”

Speelt het toeval een grote rol? Worden er accidenteel vaak archeologische ontdekkingen gedaan? We vernamen dat de restanten van de Sint-Janskapel op het gelijknamige plein nooit zouden opgegraven zijn indien de arbeiders van de stedelijke Groendienst, bij het herschikken van een bloemperkje, geen alarm geslagen hadden…

“Inderdaad. Het is een zichzelf versterkend proces. Hoe meer onze dienst in de media komt, hoe meer mensen ons kennen en ons contacteren. Bel mij gerust op als je een vreemde steen in je tuin aantreft. Stel dat de conciërge van het Begijnhof een rare holte ontdekt, dan mag hij mij altijd contacteren. En in deze coronatijd hebben blijkbaar nogal wat mensen en nieuwe hobby ontdekt: ze gaan op stap met een metaaldetector. We krijgen af en toe telefoontjes van goudzoekers die iets opmerkelijks gedetecteerd hebben.”

Is heel Brugge nu al archeologisch bestudeerd? Of zijn er nog witte vlekken?

“Over het ontstaan van Brugge weten we weinig. Brugge was al een welvarende stad in de tiende eeuw, maar er zijn weinig sporen van bewaard. De jongere gebouwen op die plek zijn ook beschermd. Maar bij elke verbouwing heb je prijs en vind je iets.”

Verwacht u veel van de opgravingen na de sloop van de school Sint-Andreas voor de realisatie van de expohal BRUSK?

“Op die plek stond de elfde eeuwse Eeckhoutabdij, de oudste abdij van Brugge. Het is nog koffiedik kijken hoeveel restanten hiervan we onder de school zullen aantreffen, en hoe goed alles bewaard is. De kans op een archeologische jackpot is groot!”

Ligt er onder elk Brugs huis iets interessants?

“Eigenlijk wel, zeker in het historisch stadscentrum. Je hebt geen grote werf nodig om meer te vernemen. Een kleine bodemlaag kan ons een en ander vertellen over onze vroegste geschiedenis. Ik droom ervan om het mysterie van de Brugse reitjes te doorgronden. Die kanalen waren vroeger veel breder. Recent onderzoek aan het Kadaster langs de Langerei bracht aan het licht dat die reie 80 meter breder was en tot aan de Sint-Gilliskerk liep. Er lag zelfs een eilandje midden in de Langerei. Dus: als iemand die langs een reie woont een waterput of zwembadje wil installeren, bel mij op!”

Is er een Brugse site waarover u persoonlijk veel meer te weten zou willen komen?

“Absoluut! De omgeving van de Spiegelrei, richting Sint-Gillis. Mogelijks was daar de oudste haven van Brugge gevestigd.”

Doen uw diensten de aannemers vloeken omdat er bij elke grote werf archeologisch onderzoek verplicht is? Dat zorgt voor vertraging van de werken….

“Die verplichting geldt nu al veel jaren, de aannemers houden er rekening mee. Terreinonderzoek zit vervat in het voortraject, ze calculeren dit in. Alleen is archeologisch onderzoek maatwerk. Het kan een halve dag duren of drie maanden aanslepen….”

Info: www.raakvlak.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier