SOS WVL (8) : Maak kennis met vleesetende en andere ‘gevaarlijke’ planten in West-Vlaanderen

Zonnedauw
Redactie KW

Op maandag zoeken we uit hoe bang we moeten zijn van gevaren uit films en uit het journaal.

Bram D’hondt, van de vakgroep biologie van universiteit Gent, werpt zijn blik op de materie.

“Vleesetende planten spreken tot de verbeelding. Alsof ze onoplettende ontdekkingsreizigers zouden omstrengelen en verzwelgen. Zoiets maakt een mooi reisverhaal, maar is toch grotendeels op fantasie gebaseerd…”, vertelt Bram D’hondt, al nuanceert hij ook. “Niet volledig, echter, want vleesetende planten bestaan wél degelijk.”

Als een rat in een val

Daarom niet het soort dat filmmakers in hun strafste fantasie of u in uw ergste dromen voorstelt, maar ze bestaan. “Er bestaan vele soorten vleesetende planten, en deze komen over de hele wereld voor”, vertelt Bram. “Bekende voorbeelden zijn de venusvliegenvanger (die ook in de handel is te verkrijgen) en de bekerplant. Deze laatste is wellicht in staat om de grootste prooien tot zich te nemen. Kikkers, zelfs ratten, die zo onfortuinlijk zijn om in een tropische bekerplant te belanden, zullen er ook hun dood in vinden. Al zullen deze sneller rotten dan eigenlijk worden verteerd.”

Ook 2 soorten in West-Vlaanderen

Ook in onze provincie komen trouwens vleesetende planten voor, zo blijkt. “Zonnedauw vinden we terug in heidereservaten rond Brugge, waar de zandgrond zodanig arm is dat zonnedauw zijn voedsel wel elders móet zoeken”, legt Bram uit. “De druppeltjes op zijn bladeren trekken insecten aan, maar zijn misleidend kleverig. De insecten blijven erin hangen, waarna het blad zich sluit en de prooi in enkele dagen verteert. Het plantje zelf is op zijn best amper 5 cm breed, maar dit is voldoende om heuse vliegen, sprinkhanen en zelfs vlinders tot zijn menu te mogen rekenen.”

“Het blaasjeskruid is een zeldzame waterplant, die kleine blaasjes op zijn bladeren heeft zitten”, beschrijft Bram de tweede variant. “De kamertjes zelf zijn niet met water, maar met lucht gevuld. Van zodra watervlooien te dicht tot de blaasjes naderen, gaan deze kamertjes met een ongelooflijke snelheid open, en hierdoor wordt de watervlo mee het blaasje ingezogen. En gaat zo zijn dood tegemoet…”

“Problematisch voor de volksgezondheid”

Er is evenwel meer dan vleesetende planten, je hoeft niet meteen verzwolgen te worden om last te kunnen hebben van wat fauna. Toch kan Bram D’hondt ons relatief geruststellen. “Grote gevaren hebben we in het West-Vlaamse plantenrijkdom niet”, zegt hij. “En met de weinige risico’s die er wél zijn, hebben we doorheen de jaren ook goed mee leren leven. Iedereen weet dat hij met zijn blote benen niet door een distelveld moet gaan lopen.”

“De grootste risico’s vinden we misschien nog bij ‘nieuwe’ planten, die van nature niet in de provincie voorkomen maar worden binnengebracht door menselijk toedoen. Dikwijls is van hun impacten nog amper iets geweten, en worden zij nog niet voldoende herkend.”

Alsemambrosia en de Reuzenberenklauw zijn daarbij zeker een vermelding waard. “Beide soorten zijn problematisch voor de volksgezondheid”, stelt Bram. “De eerste heeft bijzonder allergeen stuifmeel, erger dan dat van de gangbare grassen en bomen in Europa. Door z’n late bloei wordt het hooikoortsseizoen meteen ook met twee maanden verlengd. De Reuzenberenklauw heeft dan weer de kwalijke eigenschap om na contact, en in combinatie met zonlicht, lelijke brandwonden te geven.”

>> Alsemambrosia en de Reuzenberenklauw zijn ook in West-Vlaanderen aan een opmars bezig. Om lopende bestrijdingsprojecten te helpen steunen, wordt gevraagd om eventuele waarnemingen van deze sooren te posten op de website http://www.waarnemingen.be. Ook als je niet zeker bent van je stuk. Een bijpassende foto kan door een expert worden geëvalueerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier