Sofie Lemaire: “Ik vind het nu makkelijker om te zeggen wat ik wil”

Sofie Lemaire: "Er zijn ontelbaar veel vrouwen wiens verhaal we nooit gaan kunnen vertellen." © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Straffe vrouwen een gezicht geven én een pleidooi voor meer bewustwording. Presentatrice Sofie Lemaire, opgegroeid in Brugge, heeft een duidelijke missie. Zelf is ze ook straf bezig, door het moederschap te combineren met haar werk bij Radio 1 en nu dus met ‘Meer Vrouw op Straat’ op Canvas. In dat nieuw programma wil ze meer vrouwelijke straatnamen realiseren. Nu al is het een succes. “Maar sommige verhalen waren echt een djoef in je gezicht.”

“Breek me de bek niet open”, grijnst Sofie Lemaire speels, wanneer ik opmerk dat ze die middag vast alleen maar mannelijke journalisten voor haar neus kreeg. Dat er werk aan de winkel is, hoeft geen betoog. Meer Vrouw Op Straat legde vorig jaar een op het eerste zicht banale zaak bloot.

Een bedroevend laag aantal straten in ons land wordt naar een vrouw vernoemd, terwijl er heel wat heldinnen zijn die een wezenlijk verschil hebben gemaakt. Voor hun omgeving, voor de maatschappij en zelfs voor hele generaties. Want eerlijk: wie kent Nicole Van Goethem, de enige Belgische die ooit een Oscar won? De wereldkampioene wielrennen die in de jaren 30 streed voor haar rechten als transgender?

Of iemand als Paula Marckx? Die laatste heeft met haar strijd zelfs een impact gehad op Europees niveau. En dan vertelt de 94-jarige dame in de eerste aflevering ook nog eens doodleuk over haar vriendschap met John Lennon, om daarna al even achteloos in een vliegtuig te stappen én die zelf te besturen. Straffe vrouwen, quoi!

Vanwaar het idee voor dit programma?

“Toen Culture Club stopte, vroegen ze om iets te bedenken, voor Canvas of Radio 1. Voor de radio ontwikkelde ik De Wereld van Sofie en ook voor televisie wist ik al snel dat ik iets wilde maken dat vrij dicht bij mij stond, en dat was de vrouwenzaak, feminisme en seksisme. Ook al omdat je voelde dat het een onderwerp is dat opnieuw begint te leven in de wereld. Daarna was het een beetje zoeken. Want er zijn veel zaken uit het verleden die je kan aanklagen, maar ik wilde vooral iets positiefs doen. Toen kwam ik bij die straatnamen uit. In Antwerpen woonde ik altijd in mannenstraten, bedacht ik mij. Ik ben toen letterlijk beginnen turven in stratenplannetjes.”

Waar je vandaag woont, in Keerbergen, is er ook nog geen enkele straat naar een vrouw vernoemd.

“Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat niet weet. Wat mij wel opviel, is dat ze onlangs een gloednieuwe wijk hebben neergeplant en de straten zijn allemaal vernoemd naar een man. Misschien moet ik daar nog eens aan de bel trekken.” (lacht)

Je trok zelf naar een aantal steden en gemeenten. Hoe stonden ze tegenover je idee?

“Je voelde snel dat er een soort besef was dat ze er iets aan moesten doen. Het engagement was er wel. Zo is dat stap per stap vooruit gegaan.”

De meeste burgemeesters zijn ook mannen. Had je het gevoel dat je hen moest warm maken voor deze zaak?

“Ja en nee. Je hebt mensen die meteen enthousiast zijn, anderen die er al naar eigen zeggen 20 jaar tevergeefs mee bezig zijn. Er waren ook een aantal mensen die wat meewarig reageerden en zich afvroegen of dit nu het grote probleem was. Dat is uiteraard niet zo, maar je kan met die straatnamen wel heel veel aantonen. Ongelijkheid is niet altijd makkelijk te meten of in cijfers uit te drukken. Maar met straatnamen kan je dat wel.”

(lees verder onder de foto)

Sofie Lemaire:
© Christophe De Muynck

“We werden ook een aantal keer verkeerd begrepen. Dan dachten ze dat we straatnamen zouden afpakken van mannen, wat nooit de bedoeling is geweest. De enige onduidelijke factor was de respons van het publiek, maar die bleek bij de start van de campagne al meteen heel groot. Daardoor zijn we veel meer met hun voorstellen en verhalen rekening gaan houden. Zo werd het méér dan een tv-programma. En door zoveel mensen te horen, besef je pas hoe zeldzaam het is dat een vrouw bejubeld wordt. We zijn het heel gewoon van mannen om ze letterlijk en figuurlijk op een voetstuk te zetten of in steen te vereeuwigen.”

In de eerste aflevering staat Antwerpen centraal (Oostende komt in de derde en Brugge in de zevende aflevering aan bod, red.). Straf hoe een jonge man daar een naam als Mala Zimetbaum, een Joodse verzetsheldin, naar boven haalt.

“Daarvoor was die inspraak goed. Soms waren de namen heel evident, soms heel verrassend. Dan kwamen namen naar boven die ons nog niet opgevallen waren. In Mechelen komt er een Prinses Harteplein, genoemd naar een meisje dat jong gestorven is. Dat is een verhaal dat blijkbaar heel wat Mechelaars heeft geraakt, waardoor we de ene na de andere nominatie voor haar binnen kregen. Dat enthousiasme hielp ook wel om de besturen te overtuigen.”

Wat opvalt, is dat het geen verhalen zijn van 300 jaar geleden, maar amper één of twee generaties terug. Maakt dat je niet triest?

“Sommige verhalen zijn echt een djoef in je gezicht. Zeker als je denkt aan wat ze hebben doorstaan en waarom. Je kan er droevig van worden, maar je kan er ook een soort kracht uit putten. Als zij het konden in die tijd, dan kunnen wij het vandaag ook. Er is vandaag nog een strijd te leveren, maar ik vind het ook belangrijk om te vertellen welke strijd er al geleverd werd en hoe zwaar die wel was. En dat je door dat te doen wel degelijk iets kan veranderen… Ja, ik ben blij dat we dit konden maken.”

Zijn er nog verhalen die je geraakt hebben?

“Het verhaal van Elvira De Bruyn in het Brusselse. Het was een vrouw die in de jaren dertig een geslachtsverandering heeft ondergaan en nu een straat kreeg: de Willy De Bruynstraat. Als vrouw was ze een topwielrenster, ze werd zelfs wereldkampioenen wielrennen. Dat we dat op zich al niet weten, zegt al veel. Voor haar was die titel heel dubbel. Ze werd geroemd als fantastische wielrenster, maar ze voelde zich man en had dus het idee dat ze de boel aan het belazeren was.”

“Ze kon er uiteindelijk ook niet van genieten en haalde geen vreugde uit haar overwinningen. Na haar geslachtsverandering wilde ze mee koersen met de mannen, alleen lukte dat niet zo goed. Elvira, die Willy was geworden, raakte wat aan lager wal en opende aan het Noordstation een soort bar slash bordeel, waar ze zichzelf wat te kijk zette. Al was dat wel op een soort fiere manier. Kom een pint drinken in het café van Willy De Bruyn, die ooit Elvira was. Met daarbij foto’s van zichzelf om wat geld te verdienen.”

Soms is het dieptragisch.

“Dat zijn belangrijke pioniers, die heel wat moeten doorstaan hebben en achteraf gewoon vergeten zijn, wat eigenlijk dubbel zo erg is. Het minste wat we kunnen doen, is nog eens die naam naar boven brengen.”

Was er een verhaal dat je er eigenlijk van bij de start in wilde?

“Via Culture Club leerde ik het verhaal van Clara Peeters uit Antwerpen kennen. Ik had in het programma professor Katlijne Van der Stighelen te gast, die onderzoek doet naar vrouwen in de kunst. Toen de kunsthistorica het over de details in haar werk had, was ik helemaal geïntrigeerd. Hoe kan iemand zo goed zijn als Rubens, terwijl er zo goed als niemand al eens van gehoord heeft?”

(lees verder onder de foto)

Sofie Lemaire:
© Christophe De Muynck

“Het is zo erg dat een solotentoonstelling in het Prado je moet herinneren aan wat voor talent je hier had. Ze schilderde stillevens omdat vrouwen toen niets levends mochten schilderen. Die minachting voor vrouwen in de kunst… (denkt na) Met dit programma kunnen we dat aanstippen en misverstanden de wereld uit helpen als zouden vrouwen geen grote veldslagen of staatsieportretten kunnen schilderen. Ze móchten niet.”

Het is ook bewezen dat de geschiedenis voornamelijk door mannen werd neergeschreven en daardoor ook veel verhalen over vrouwen zijn doodgezwegen.

“Dat is heel, euh… bijzonder.”

Zegt ze beleefd.

(lacht) “Ik wil niet te veel de mannengemeenschap verwijten. Ik denk dat er ook onbewust veel zaken meespeelden. Ik heb meer affiniteit met vrouwenverhalen, dus is het normaal dat ik er mij als vrouw sneller in herken. Ik denk dat bij mannen ook die dynamiek speelt. Maar het is inderdaad nu eenmaal zo dat de mannen de geschiedschrijving eeuwenlang in handen hebben gehad. En dat is niet altijd even correct gebeurd.”

Dan vraag je je af welke verhalen door het net zijn geglipt.

“Er zijn ontelbaar veel vrouwen wiens verhaal we nooit gaan kunnen vertellen. Omdat het niet werd onthouden, niet werd neergeschreven. Ik ben gaan babbelen met twee jonge historici, die specifiek onderzoek doen naar vrouwen in de middeleeuwen. Wat heel moeilijk is, omdat daar amper onderzoek naar verricht werd. Daardoor krijg je een heel ander beeld.”

“Dan leer je dat niet alle vrouwen aan de haard thuis zaten, maar dat er heel wat ondernemende vrouwen waren. En die twee jonge vrouwen moeten dat allemaal eigenhandig opzoeken in stadsarchieven. We zijn 2020 en dat onderzoek werd nog nooit gevoerd. Dat is absurd. Er zullen nog verhalen van vrouwen naar boven komen, maar er zijn er onherroepelijk ook veel verloren gegaan. Spijtig.”

Maakt je dat als vrouw niet kwader of ontgoocheld?

“Nee. Omdat het een onderwerp is dat mij al langer bezig houdt. Het verbaast me dus dan ook niet meer. Dit heeft mij gesterkt in wat ik al wist, maar nog niet heel goed kon duiden.”

Voel je je kwetsbaar door zo op de barricades te gaan staan? Want nuance ontbreekt vaak in de discussie.

“Het is vaak een zeer gepolariseerde discussie, ja. Je voelt dat de meningen ook sterk verdeeld zijn wanneer het over de vrouwenzaak gaat. Maar dit is iets waar ik zo in gesterkt was, dat als ik commentaar zou krijgen, ik ze heel graag te woord sta. Er zijn mensen die zeggen dat vrouwen alles hebben bereikt: ze mogen werken, ze mogen stemmen…”

“Maar dan nodig ik hen uit om als vrouw door het leven te gaan en dan zal je voelen dat er nog steeds dynamieken zijn die niet kloppen. In het westen, ook in België. Dat is iets waar ik zo overtuigd van ben, dat ik graag op de barricades sta. (snel) Ik heb wel niet het gevoel dat ik op de barricades sta, laat staan dat ik er alleen sta. Het is een strijd die al decennia lang gevoerd wordt door zoveel vrouwen.”

Wie verdient er in uw omgeving een straat? Een vriendin, uw moeder?

“Mijn moeder mogen ze zeker een straat geven. (lacht) Er zijn trouwens veel mensen die een moederstraat hebben voorgesteld, maar ik denk dat het nog iets omvattender is als we ergens een vergeten-vrouwstraat realiseren, kwestie dat we de vrouw niet altijd herleiden tot de moederrol. Ik heb ook fantastische vriendinnen, aan wie ik heel veel heb en die alsmaar belangrijker worden in mijn leven.”

“Men zegt wel eens dat vrouwenvriendschappen heel hecht zijn, en ik merk dat ook. Er is een soort wij-tegen-de-wereldgevoel als het wat tegenzit. Tijdens het maken heb ik veel gehad aan de eindredactrices van mijn programma bij Canvas en die van Radio 1. Fantastische steunpilaren.”

Je gaf het zelf al aan dat je de laatste tijd de combi deed. Zou je ooit kunnen kiezen tussen radio en televisie?

“Toen ik naar Woestijnvis ging (in 2012, red.), was ik echt efkes klaar met radio. Dat had te maken met het tempo, dat nog steeds heel hoog ligt. Je moet er echt elke dag zijn, van september tot juni, en echt elke dag presteren. Ik was uitgehold en zo blij om even een paar maanden aan iets te werken achter de schermen om daarna één korte intense opnameperiode door te maken. De twee samen doen, zoals nu, dat is… euh, veel. Maar ik doe het allebei wel heel graag.”

Ben je op een leeftijd gekomen dat je stilaan weet wat je écht wil?

“Ik denk het wel. Ik ben zelfzekerder dan vroeger. Ik vind het ook makkelijker geworden om te zeggen wat ik wil of wat het zou moeten zijn. Dat maakt het alsmaar toffer om dingen te maken.”

Radio, tv en daarnaast fulltime mama… een vrouw moet veel kunnen vandaag.

“Oh, maar mannen ook, hoor. Ik denk dat er van hen ook heel veel verwacht wordt tegenwoordig. Het enige wat ik nu heb op deze leeftijd, is dat de combinatie heftig is. Dat is mijn eigen schuld bij wijze van spreken, maar tegelijkertijd vind ik het vooral heel leuk. Dat is een eeuwige strijd. Maar ik denk wel dat ik beter ben in wat ik doe dan 10 jaar geleden.”

Waarom zou je zelf een straat verdienen?

“Ik hoef er geen. Ik vermaak de mensen en ben blij als de mensen er na afloop iets aan hebben gehad. Dat staat in schril contrast met bijvoorbeeld verzetsheldinnen, die op gevaar van eigen leven mensen gesmokkeld hebben. Laat die maar allemaal voorgaan.”

Meer vrouw op straat: vanaf dinsdag 3 maart om 21.20 uur op Canvas en canvas.be.


“Lievelingsverhaal komt uit Oostende”

Tijdens de zoektocht naar verhalen of boeiende vrouwen, kreeg Sofie een indrukwekkende lijst voorgeschoteld. “Er zijn er een paar die mij heel erg geraakt hebben”, zegt ze. “Dat waren vooral verhalen van vrouwen die hard hebben moeten vechten om gewoon maar te doen wat ze wilden. Mijn lievelingsverhaal komt misschien wel uit Oostende. Daar botsten we op het verhaal van Liliane Saudemont. Ze kwam uit een vissersfamilie en het enige wat ze wou, was ook varen. Alleen was die wereld niet toegankelijk. Dus heeft ze zich als man ingeschreven en gekleed om mee te kunnen varen met een IJslander, wat extreem zwaar en hard werk is. Onderweg werd ze ontmaskerd, teruggebracht en verketterd door de bevolking.”

De reden? Een vrouw bracht namelijk ongeluk aan boord… “Er is een heel streng bijgeloof bij vissers, ja. Het kon en mocht niet, maar Liliane bleef doorzetten om haar diploma’s daarin te halen. Ze trok daarvoor zelfs naar het buitenland, maar ze is op den duur ook ontgoocheld weggetrokken uit Oostende. Dat zijn verhalen die blijven hangen, waar je stil van wordt.”


“Geweld tegenover vrouwen is een globaal probleem”

“Er zijn nog veel thema’s in de vrouwenzaak die aandacht verdienen”, zegt Sofie. “Een onderwerp dat nu actueel is, is femicide (het vermoorden van vrouwen omdat ze vrouwen zijn, red.), dat men strenger bestraft wil zien. Al eeuwenlang lopen vrouwen veel meer risico om geweld over zich heen te krijgen, psychologisch en fysiek. Vrouwen zijn veel vaker het slachtoffer van geweld door mannen. Al decennialang worden de daders omschreven als een dolgedraaide ex of vreemde man, maar het wordt nooit gezien als een grootschalig fenomeen. We hebben dat nooit echt goed benoemd. Ik vind het heel interessant dat dat nu wél aan het gebeuren is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier