Sloop Hotel du Louvre in Oostende nog maar eens geschorst

De sloop van Hotel du Louvre werd voor de derde keer in kortgeding geschorst. © HH
Redactie KW

De Raad voor Vergunningsbetwistingen heeft voor de derde keer de sloop- en bouwvergunning voor het Hotel du Louvre in kortgeding geschorst. Dat gebeurde na het beroep van de buren.

De stad Oostende en, na een eerste beroep van de buren, ook de deputatie leverden weer een vergunning af voor de sloop van het Hotel du Louvre en de bouw van appartementen. De originele voorgevel zou wel gekopieerd worden en er waren compensaties voor de buren voorzien, maar die volstonden blijkbaar niet. Het dossier van Hotel du Louvre sleept al aan sinds 2005 en groeide uit tot een symbooldossier voor het erfgoedbeleid in Oostende.

“Homogeen erfgoedensemble”

“Op verzoek van de buren schorste de Raad voor Vergunningsbetwistingen deze vergunning nu opnieuw in een kortgedingprocedure”, zegt hun advocate Veerle Vermeire. “De Raad oordeelde dat het Hotel du Louvre een beeldbepalend pand is dat, samen met de aanpalende panden, een homogeen erfgoedensemble vormt. Door de sloop van het Hotel du Louvre gaat deze erfgoedwaarde onherroepelijk verloren en lijden de buren ernstige visuele hinder.”

“De Raad oordeelt ook dat een appartementsgebouw van 18 m diep en 17,72 m hoog onredelijke schaduwhinder veroorzaakt en dus niet verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. Het is al de derde keer dat de sloop- en bouwvergunning werd geschorst. Het is afwachten of de bouwpromotor, de stad Oostende of de deputatie de procedure verder zetten om een vernietiging van de vergunning alsnog af te wenden.”

Schadevergoeding

“Dat de stad Oostende opnieuw een sloop- en bouwvergunning heeft afgeleverd is opmerkelijk”, vindt Veerle Vermeire. “De stad werd in juli 2017 veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding omdat zij tot twee keer toe een onwettige sloop- en bouwvergunning had afgeleverd. Deze veroordeling heeft de stad er niet van weerhouden om voor de derde keer een onwettige vergunning af te leveren.”

“Om aan deze procedurecarrousel een einde te stellen, vorderen de buren voor het Hof van Beroep in Gent dat de stad Oostende zou veroordeeld worden tot betaling van een dwangsom van 100.000 euro voor iedere vergunning voor de bouw van een appartementsgebouw van 18 m diep en 17 m hoog die zij in de toekomst nog aflevert.”

“Wachten op beslissing ten gronde”

“We wachten nu af wat de Raad ten gronde zal beslissen”, reageert schepen van Ruimtelijke Ordening Kurt Claeys. “De deputatie, die onze vergunning bevestigde en versterkte met extra argumenten, heeft enkele belangrijke juridische argumenten ingebracht. Zij stellen dat de buren geen rechten kunnen opeisen uit een onvergunde situatie. Dat zou een belangrijke wending kunnen zijn, maar het is aan de Raad om nu een uitspraak ten gronde te doen. Maar het is vervelend dat dit alsmaar blijft aanslepen en de vergunning niet kan worden uitgevoerd.”

“Het is moeilijk om de objectiviteit in dit dossier nog terug te vinden”, zegt Kurt Claeys. “Slechts één van de buren voert nog een procedure, de andere heeft een akkoord bereikt met de bouwpromotor. Ik denk dat er nu een goede oplossing voorligt. De buren die nog procederen, krijgen door de afbraak van een stuk hok een terras met een vrij zicht van 30, 40 m. Als je dat niet wil… Het is moeilijk. Maar als stad kunnen wij niet meer doen.”

(HH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier