Slager Luc & Els sluit de deuren, net nu els genezen is van kanker

Els en Luc nemen afscheid van hun slagerij. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Luc Taets en Els Willems sluiten eind deze maand hun slagerij in de Julius Dhoogelaan in Sint-Kruis. Omwille van de lymfeklierkanker van zijn vrouw stond Luc er de voorbije jaren alleen voor. Nu Els genezen is verklaard, zit haar man er mentaal door. “Ik kan de service niet meer geven die de consument van een keurslager vraagt”, zegt hij.

Het komende weekend houdt slagerij Luc & Els uitverkoop: alle vleeswaren worden met 10 procent korting verkocht, want op 1 mei sluit deze keurslagerij na twintig jaar definitief de deuren. “Er zijn gesprekken met kandidaat-overnemers, want je kunt hier als slager en traiteur met de vele plaatselijke verenigingen goed boeren. Maar je moet minstens met zijn tweetjes zijn”, verduidelijkt Luc Taets. “Hoewel mijn vrouw genezen is van haar kanker, mag ze zich lichamelijk niet te fel vermoeien. Werken in een slagerij is uitgesloten voor haar. Ze is actief als verkoopsverantwoordelijke bij een juwelier.”

Liefde op de bus

Zo valt het doek definitief over een nochtans bloeiende slagerij. Els Willem (47) en Luc Taets (48) zijn respectievelijk uit het Oost-Vlaamse Sleidinge en Brussel afkomstig, maar raakten ruim twintig jaar geleden verliefd op elkaar én op Brugge. “We hebben elkaar voor het eerst ontmoet op bus 58, die Brugge met Gent verbindt. Eén keer per week, op donderdagavond, zaten we op dezelfde bus. Luc, oud-leerling van Ter Groene Poorte, reisde van Brugge naar Waarschoot, waar zijn ouders wonen. Ik was toen kapster en stapte op in Eeklo”, verduidelijkt Els.

Een tijdje later besliste het jonge paar om naar Brugge te verhuizen en in de Julius Dhooghelaan in Sint-Kruis een keurslagerij op te starten. “We waren ook traiteur en verzorgden in de weekends talloze barbecues voor plaatselijke verenigingen. Alles ging goed, we kregen een zoon, Kevin. Maar acht jaar geleden sloeg het noodlot toe: er werd lymfeklierkanker in een ver gevorderd stadium bij mij vastgesteld. Het gekke was dat ik geen pijn leed. Het enige vreemde was een verdoofd gevoel aan mijn kaak en hals. Precies alsof ik bij de tandarts geweest was en mijn kaak nog verdoofd was”, vervolgt Els.

Chemokuur

Wat volgde, waren jaren van miserie. Met spierpijnen, ontstekingen in de gewrichten, een zware chemokuur en een zware vermoeidheid. “Zoiets wil ik niet meer meemaken. Ik had geen fut meer en was doodmoe. ‘s Namiddags sliep ik urenlang, ik sleepte mij voort. Een korte periode probeerde ik opnieuw te werken in de slagerij, maar dat lukte niet. De dokter zei mij dat ik ofwel moest stoppen met werken, ofwel een job moest zoeken die lichamelijk veel minder belastend was dan werken in een slagerij. Ik moest mijn leven aanpassen aan de beperkingen van mijn verzwakte lichaam. Sinds een drietal jaren werk ik nu in alle stilte, de klanten wisten het niet, voor een juwelier. Pas vorig jaar werd ik door mijn arts genezen verklaard”, aldus Els.

Gelukkig zijn we een sterk koppel. Er zijn anderen die voor veel minder scheiden

Luc probeerde aanvankelijk de slagerij alleen te runnen. “Nadien nam ik er personeel bij. Maar jonge gasten, zeker als ze talent hebben, blijven niet lang. Ze willen hun eigen zaak beginnen. Je kunt hen geen ongelijk geven. De voorbije jaren werkte ik keihard, zes en een halve dag op zeven. Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Drie jaar lang heb ik geen enkele dag verlof genomen. Maar op een bepaald moment ga je onderuit. Ik heb een burn-out gehad. En dan moet je een moeilijke keuze maken. Ofwel zwaar investeren in extra personeel, ofwel ermee stoppen. Mijn hart zei, Luc doe voort, mijn verstand zei: stop ermee. Ik koos voor het laatste, want ik kon niet langer de vereiste service bieden die de consumenten van mij verwachten.”

Respect

“We hebben zware jaren achter de rug. Gelukkig zijn we een sterk koppel, met wederzijds respect en veel liefde voor elkaar. Vele andere echtparen gaan uit elkaar voor akkefietjes en zouden dit nooit doorstaan hebben. Op zijn Brugs gezegd: ik heb een grote muele maar met een klein hartje. De ziekte van mijn vrouw heeft mij veranderd, het heeft mijn karakter getekend. Je kijkt op een andere manier naar het leven.”

“Els staat positiever in het leven dan ik, ook al sputtert haar lichaam af en toe nog wat tegen. Zelf stop ik nu met de slagerij, vooraleer ik er zelf ziek van wordt en er volledig aan onderuit ga. Want zo kon het niet meer verder. Ik ben moe en wil nu eerst eventjes uitrusten. Daarna zien we wel, ik zoek een job in de slagerswereld. Nee, niet om voor 1.500 euro per maand beenhouwer te worden in een warenhuis, zo depressief ben ik nog niet. En wees gerust, we blijven in Brugge, want die stad heeft ons hart gestolen”, besluit Luc.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier