De Sint-Ritakerk, jarenlang een vertrouwd gezicht in de wijk, staat aan de vooravond van een ingrijpende verandering. Het beschermde gebouw en de bijhorende pastorie krijgen niet alleen een grondige opknapbeurt, maar mogelijk ook een compleet nieuwe bestemming. “Het is een gebouw dat de mensen hier na aan het hart ligt”, zegt schepen van Erfgoed Francis Pattyn (Team Harelbeke). “We willen dat het blijft, maar dan moet het ook echt iets betekenen voor de buurt.”
De kerk wordt steeds minder gebruikt voor erediensten, maar verdwijnen is geen optie. Het gebouw is beschermd en bovendien wil de stad vermijden dat het leegstaat en verkommert. Een inspectie vorig jaar oktober maakte duidelijk dat het gebouw er slecht aan toe is. “Sommige herstellingen kunnen echt niet wachten”, zegt schepen van Patrimonium Kathleen Duchi (Team Harelbeke). Daarom start de stad nu met een grondige studie.
Drie teams
Architectenbureaus werden opgeroepen om na te denken over wat er met de kerk en pastorie kan gebeuren. “We staan open voor alle mogelijkheden: een ontmoetingsruimte, een culturele plek, iets voor jongeren of ouderen… Het moet vooral iets zijn waar de mensen van de wijk zelf nood aan hebben”, aldus de schepen.
Drie geselecteerde teams krijgen de kans om met voorstellen te komen. De studie, die ongeveer 40.000 euro kost, moet tegen volgend jaar duidelijkheid brengen.
“We hopen op creatieve ideeën die tegelijk respectvol omgaan met het verleden”
Architect Alex Demeyere, die al jaren met het dossier bezig is, ontwierp een restauratieplan. De totale kostprijs bedraagt ruim 1,5 miljoen euro. De Vlaamse overheid betaalt mee via een erfgoedpremie van bijna 650.000 euro, de rest komt uit de stadsbegroting.
Voorstellen
De restauratiewerken worden via een openbare aanbesteding gegund aan een bouwfirma. Ondertussen kijkt het stadsbestuur vol spanning uit naar de voorstellen voor een nieuwe invulling. “We hopen op creatieve ideeën die tegelijk respectvol omgaan met het verleden”, zegt Pattyn. “Een kerk heeft een ziel. Die willen we behouden, ook al verandert de functie.” (Tuur Beernaert)