Seksuoloog Wim Slabbinck: “In West-Vlaanderen merk ik meer schaamte over seks”

© Kris Van Exel
Redactie KW

Al van zijn 14de las Wim Slabbinck (38) boeken over seksuologie. En dus werd hij geen futuroloog, historicus of rockster, maar seksuoloog en relatietherapeut… mét florerende praktijk in Gent: “In West-Vlaanderen praat men duidelijker minder makkelijk over seks.” De uitgeweken Bruggeling, expert in het VTM-programma Blind Getrouwd, neemt ons mee in de steeds complexere wereld van de liefde. “Misschien moeten we ook eens een parenclub proberen, Annelies?”

Wim heeft zijn vriendin Annelies (31) meegebracht. Dat kan interessant worden. Het leven zoals het is met een man die alle valkuilen kent inzake relaties en seks. Die al drie jaar als expert in Blind Getrouwd singles matcht en dan zeven weken begeleidt in het smeden van een duurzame relatie. Die met acht andere seksuologen en een team van zo’n dertig therapeuten in Gent een groepspraktijk heeft, ‘Ruimte’. Die in zijn columns duizenden mensen raad geeft als de partner is vreemdgegaan. En die boeken schrijft als ‘Waarom mannen geen seksboeken kopen’… Een kompas is in de steeds complexere wereld van relaties, seks, partnerruil, porno, polyamorie… quoi…

Maar eerst: de zee, aan onze voeten in Thermae Palace. Daar moet de Bruggeling, die intussen al twintig jaar Gentenaar is, wel iets mee hebben. Zijn moeder werkte in Oostende zelfs voor het Vlaams Instituut voor de Zee, en Annelies is van Knokke-Heist.

“Ik heb een supermama”, vertelt Wim. “Ze nam ons elke zomer zo goed als elk weekend mee naar De Haan. Ik heb ook drie, vier jaar op het strand gewerkt, met Boules de Berlins gesleurd. Ik herinner me nog dat tijdens de dioxinecrisis controleurs een thermometer in mijn Boules kwamen steken. Veel te warm, ze moesten in een frigobox. Intussen komen we eigenlijk alleen nog in Brugge of Knokke voor familiebezoek. Brugge heeft toch niet dat bruisende studentenleven van een universiteitsstad. Bovendien is mijn beroepsleven helemaal in Gent gekapseld, ik denk niet dat ik ooit nog terugkeer naar West-Vlaanderen.”

Je hebt intussen zelfs je praktijk in Roeselare opgegeven?

(glimlacht) “Dat was een groot verschil met mijn groepspraktijk in Gent. Praten over je seksueel leven ligt duidelijk moeilijker in West-Vlaanderen. In Gent voeren we er zo’n 600 gesprekken per maand. In Roeselare zag ik één of twee mensen per week. Voor hetzelfde aanbod. Ik weet niet of dat te maken heeft met een conservatievere moraal. De drempel om hulp te vragen, lijkt in West-Vlaanderen hoger. Als ik in West-Vlaanderen kom spreken over seks, merk ik ook meer spanning en meer schaamte. Dat is geen oordeel, ik stel het alleen maar vast.”

Zitten West-Vlamingen vaster in conservatieve patronen? De Brugse dichteres Delphine Lecompte schrijft over masturberen met een diepvrieskreeft maar vindt tegelijk dat we maar beter de ongelijkheid tussen man en vrouw aanvaarden.

“Het is zeer moeilijk te veralgemenen, maar ik denk van wel. De Kerk heeft toch langer een impact gehad op de seksuele moraal van de West-Vlaming dan bij de gemiddelde Oost-Vlaming. Al heeft de MeToo-beweging wel wat losgemaakt. Ik ben ook opgegroeid met ‘meisjes plagen, is liefde vragen.’ En dus plaagden we: is een neen een ja…? En redeneerden dan: als ze twijfelt, doordoen.

Op de speelplaats van de jongensschool waar ik zat, speelden we ‘verkrachtertje’. MeToo heeft die stolp afgenomen.

Op de speelplaats van de jongensschool waar ik zat, speelden we ‘verkrachtertje’. MeToo heeft die stolp afgenomen. Eindelijk gaan we daar allemaal over nadenken. En beseffen dat het niet ok is als een collega op het werk zonder toestemming zijn hand op een knie legt. Het is een goeie zaak dat vrouwen hun stem gevonden hebben op gebied van seksueel geweld. Maar zowel mannen als vrouwen moeten zich emanciperen. Ik zie vaak dat mannen wat meer vastzitten in hun emancipatieproces en het moeilijker vinden om hierover te praten. Aan je partner vragen ‘wil je het of wil je het niet’, maakt net dat je veel respect toont.”

Seksuoloog Wim Slabbinck:
© Kris Van Exel

Dat kan tellen, als opener. En we moeten nog aan het voorgerecht beginnen.

Hoe en waarom wordt iemand seksuoloog?

“Dat is een lang verhaal. In de uitgebreide boekenkast van mijn vader vond ik het boek ‘Human Sexual Response’, van de grondleggers van de seksuologie, Masters & Johnson. Had ik net mijn eerste liefje, een betere timing kon niet (lacht). Op twee of drie nachten las ik het hele boek uit. Ik vond dat enorm fascinerend. Toen het een jaar later uit was met mijn vriendinnetje bleef ik veel boeken lezen over verliefdheid, liefde. Al wilde ik na het middelbaar eigenlijk futuroloog worden. Ik wilde de toekomst kunnen voorspellen! Alleen bestond dat beroep niet. Geschiedenis dan maar. Het eerste jaar vond ik nog best interessant, het tweede werd heel ‘Vlaams’, alles over de Guldensporenslag en zo. Te ‘klein’ voor mij. Daarom stapte ik over naar Vergelijkende Cultuurwetenschappen. Maar de passie voor menselijke relaties was nooit weg en ik ben dan toch seksuologie gaan studeren in Leuven. Ik kon er ook doctoreren, maar ik was te intens bezig met muziek. Met ons elektropunkgroepje Waxdolls vooral. We hebben op veel festivals gespeeld in buiten- en binnenland, op Pukkelpop, Dour… Maar we bleven net onder de drempel van een echte doorbraak en konden er nooit van leven. Gelukkig betaalden mama en papa nog mijn huur. Ik raakte na wat strubbelingen in de band toch op het einde van mijn latijn.”

Annelies: “Ik heb die periode nog meegemaakt.”

Het kan niet verbazen, de liefde bracht redding.

“Ik was ook relationeel nogal aan het zwemmen. Ik had na mijn eerste jeugdliefde nooit meer een langdurige, ernstige relatie gehad, ik was heel onzeker. Dat is zo’n negen jaar geleden. Ik twijfelde, durfde niet te springen. Ik denk niet dat het kwam omdat ik al zoveel had gelezen over de liefde. Eerder omdat ik mijn voorgaande relaties had zien stukgaan. Ik zag de keerzijde van de liefde en dat was toch een grote drempel.”

“Ik heb serieus veel moeite moeten doen voor Wim”

Annelies: “Ik heb serieus veel moeite moeten doen. Ik had die drempel niet meteen door en dacht aanvankelijk dat Wim hard to get was. Of dat hij niet in mij was geïnteresseerd. Almaar die twijfels. De eerste date kusten we, de tweede niet.”

Wim Slabbinck, seksuoloog (foto Kris Van Exel)
Wim Slabbinck, seksuoloog (foto Kris Van Exel)© Kris Van Exel

Dat was dus de man die nu op televisie koppels uitlegt hoe je die dingen allemaal best aanpakt?

(glimlacht) “Ik vind de liefde nog steeds niet gemakkelijk. Ik had op dat moment duidelijk nood aan een vrouw die mij vooruit duwde. Ik was ook gestopt met muziek, en werkloos. Eigenlijk wilde ik nog steeds het liefst seksuoloog worden, maar hoe begin je daar in godsnaam aan? Ik had niet eens geld om een praktijk te huren. Tot een seksuoloog me zei: gewoon springen. Ik heb toen maar een website gemaakt met mijn mailadres. De volgende dag al kreeg ik een mail van iemand die raad wilde. Waarop ik snel een locatie heb gezocht. Een ruimte van drie meter op drie die ik per uur huurde. Aanvankelijk combineerde ik mijn praktijk met een job als receptionist in een bedrijf. Vond ik heel leuk, omdat je er met heel veel verschillende mensen in contact komt en ik er tijd kreeg om na te denken. Langzaamaan kreeg ik steeds meer werk als seksuoloog en bouwde ik de groepspraktijk uit. We zijn nu weer vier jaar later en we hebben net een tweede geopend in Gent.”

Het geeft aan dat er een stijgende vraag is naar professioneel advies inzake relaties en seksualiteit.

“De drempel naar therapie is duidelijk verlaagd. Hoewel men nog steeds makkelijker naar een psycholoog dan naar een seksuoloog trekt – er is nog steeds een taboe.

“Er zijn veel te weinig mannelijke seksuologen”

Er zijn ook veel te weinig mannelijke seksuologen. Ik studeerde af met drie mannen en meer dan dertig vrouwen. Ik denk dat je in heel Vlaanderen de mannelijke seksuologen die een praktijk uitoefenen op twee handen kan tellen. Terwijl mannen doorgaans liever met hun problemen bij een man komen. Ze horen liever van een man: ‘het werkt niet zomaar niet, en je komt niet zomaar klaar. We gaan er stapje voor stapje moeten aan werken.'”

25 procent van de bevolking worstelt met seksuele problemen. Maar slechts een kleine minderheid daarvan raakt dus bij een seksuoloog?

“Onze cliënten zijn veelal wit, welgesteld en van middelbare leeftijd. Dat een therapie bij een relatietherapeut niet wordt terugbetaald, speelt daarin een grote rol. Dat is dus de politieke keuze: medicatie wordt terugbetaald, maar een gesprek met een therapeut niet. Blijkbaar geloven we meer in de werking van een pil dan in de werking van een gesprek. Absurd.”

Terwijl er rond seks geen taboes meer zijn, toch? Twintig jaar geleden was ‘Zo stimuleer ik mijn clitorisje’ op de cover van de Flair een schande, nu schrijft elk gerespecteerd blad open en bloot en vaak positief over porno, polyamorie, SM… Ik las laatst over een spray die het libido van de vrouw verhoogt. En dan…

(onderbreekt) “Zo bestaan er ook placebo-pillen.”

En dan al die seksuologen. Alexander Witpas: ‘De zes vuistregels voor een gelukkiger seksleven’. Wim Slabbinck: ‘Waarom mannen geen seksboeken kopen’. Zo gaat stilaan iedereen problemen zien in zijn of haar seksuele relatie.

“Ik denk dat ik in mijn praktijk nog niemand heb ontvangen waarbij ik dacht: diene mens heeft toch geen probleem. Sterker: voor elke man die bij ons komt, zijn er nog steeds negen andere mannen die met hun problemen blijven rondlopen. Er is heel veel leed dat decennia onder de stolp bleef. En heel veel ideeën rond seks zijn verouderd. Neem nu het woord voorspel: waarom moet dat naar iets anders leiden? Wij proberen mensen aan het denken te zetten. Therapeuten hoeven de problemen niet altijd uit te diepen. Een therapeut kan ook een verhaal van hoop en stabiliteit bieden en helpen kijken naar wat wel nog werkt. Het is ook niet zo dat elk probleem moét opgelost worden. We willen de mensen aan het denken zetten…”

… dat een polyamoureuze relatie ook best leuk kan zijn?

“Ik zie nog steeds heel veel monogame koppels die klagen: het is altijd hetzelfde. Maar ik zie ook veel polyamorie-koppels die klagen: wanneer kan ik mijn tweede of derde partner zien? Zo is het altijd iets. Liefde gaat om aanvaarden wat je hebt. Je kan vinden dat het gras aan de overkant groener is, maar het gras wordt ook groener als je het goed verzorgt. De liefde onderhoud je niet zomaar: het is een werk dat nooit stopt. In monogamie, net als polyamorie, is dan ook heel veel schoonheid te vinden. Dat is als therapeut belangrijk: mensen laten de waarden van hun relatie inzien, ook al twijfelen ze er aan.”

Het lijkt mij een verpletterende verantwoordelijkheid. Een voorbeeld uit je rubriek in Nina: Petra vroeg je raad hoe te reageren op haar man die, ondanks zijn belofte te breken met zijn minnares, er nog steeds contact mee hield. Als jij dan zou antwoorden: ‘beter buitengooien’, ben je een huwelijksbreker. Maar als je zegt: ‘begrip tonen’, riskeer je een ellendige vertrouwensbreuk.

“Ik kreeg achteraf nog een mailtje van Petra, een schuilnaam voor alle duidelijkheid, om mij te bedanken voor het advies. Vreemdgaan is natuurlijk heel erg, op vijf seconden kan een relatie van twintig jaar stuk gaan. Maar misschien moét die relatie daarom nog niet kapot gaan. Therapie is dan op zoek gaan naar een andere manier om ermee om te gaan. Ik bied altijd verschillende perspectieven. Cliënten maken zelf hun levenskeuzes, wij kunnen hen helpen door verschillende mogelijkheden te verkennen. Een monogame relatie, scheiden, samenblijven, een open relatie, twee of meer partners: het gaat erom wat je met je keuze doet. Ik heb geleerd dat er niet één waarheid is.”

Welke impact heeft Blind Getrouwd op de kijkers, denk je?

“Dat liefde heel hard werken is. Niets komt vanzelf. Dat spontane verliefdheid en passie in de beginfase het misschien gemakkelijker maken, maar niet noodzakelijk beter. Aanvankelijk was er kritiek op het programma: partners die elkaar langs geen kanten kennen doen trouwen, dat doe je toch niet? De focus van de kijker is intussen helemaal veranderd, vind ik.

“De impact van Blind Getrouwd? Zien dat liefde hard werken is”

Men kijkt niet meer omwille van het sensationele aspect, maar wel omdat men wil zien in welke mate mensen zich inspannen om de ander te leren kennen. En het is herkenbaar: je herkent de momenten die iedereen in zijn relatie tegenkomt. Het programma normaliseert heel veel.”

Het blijft televisie natuurlijk. En tv is altijd illusie. Dramatiek is snel gecreëerd.

“Echt niet. Vraag de deelnemers maar. We zouden zelfs veel meer kunnen inzoomen op conflicten en verschillen. Maar dat doe je niet met mensen die zo publiek hun hart openstellen. De enige reden waarom ik in het programma ben gestapt, is omdat ik zoveel vertrouwen had in de regisseur. Beelden die te hard zijn, mag ik er gewoon uithalen.”

Je laat mensen die elkaar niet kennen trouwen, maar na negen jaar ben je zelf nog niet getrouwd. Is daar een wetenschappelijke reden voor?

Annelies: “Ik ben eerder sceptisch. In mijn familie zijn veel koppels gescheiden en ik heb al teveel relaties zien mislopen.”

En een relatietherapeut is daarom nog geen garantie op succes?

Wim: “Ik weet heus niet alles over relaties. Maar voor een succesvolle relatie is geen huwelijk nodig. We hebben momenteel allebei ook geen behoefte aan kinderen. Kinderen zijn een mooi maar een gigantisch project, maar je kan ook een mooi leven uitbouwen zonder kinderen. Ik vind dat daar zeer goed moet worden over nagedacht. Hele dagen pampers, daar heb ik geen zin in.”

Wat kunnen we leren uit de zogenaamde relatietest Temptation Island?

“Dat mensen heel nieuwsgierig zijn naar seksualiteit, naar seksuele spanningen. Ook dat is herkenbaar: iedereen in een relatie zal wel eens verlangen naar iemand anders. Het is een programma waar ik wel uit interesse naar kijk, maar waar ik nooit zou willen aan meewerken. Omdat het doel is: mensen uit elkaar halen.”

Volgens de psychotherapeut Esther Perel, die een bestseller schreef over Erotische Intelligentie, is er altijd een spanning tussen onze behoefte aan veiligheid en erotische verlangens.

“Dat klopt. Enerzijds zoeken we in een relatie naar veiligheid en geborgenheid. Aan de andere kant hebben we als mens ook nood aan avontuur. Aan nieuwe ervaringen, aan spanning. Alleen is het niet zo dat onze partner ons dat arsenaal van veiligheid en avontuur voor een heel leven kan bieden. Dat is een veel te grote eis. Perel stelt dat veel relaties daarop stuklopen. Dat de verwachtingen die we hebben van een partner niet overeenstemmen met wat mogelijk is. In plaats van te wachten op hoe onze partner dat aanpakt, stelt ze dat we zelf verantwoordelijk zijn: we staan zelf in voor verandering. Ik onthoud van Perel vooral dat elke relatie nood heeft aan intimiteit. Het is één van de basisbehoeften van de mens. En intimiteit hoeft niet altijd seks te betekenen.”

Datingsites en -apps als Tinder en Grindr floreren, en gemiddeld kijken mannen tussen 20 en 60 jaar drie keer per week naar seks. En 35 procent van die mannen zou porno prefereren boven echte seks. Allemaal niet slecht voor jouw winkel, denk ik dan.

“In mijn opleiding achtte een prof van me het onmogelijk dat je van een job als zelfstandig seksuoloog kon leven. Het is als therapeut soms heftig om te zien hoeveel onze maatschappij verwacht van het individu. We moeten niet enkel een goede partner zijn, maar ook een goede ouder, vriend en werkkracht. En dan woont één op de drie mensen in onze samenleving ook nog eens alleen. Een mens is niet gemaakt om alleen te leven. Het is wetenschappelijk bewezen dat de mens voor 99% het DNA deelt van bonobo, die heel intiem en nabij is met de groep. Ook wij leefden tot een honderdtal jaar geleden zo: met de familie en naasten dichtbij. De mens ís dus een wezen dat behoefte heeft aan intimiteit. Alleen valt die honger naar huidcontact onze geïndividualiseerde maatschappij steeds moeilijker te bevredigen: we vrijen minder en wonen vaker alleen.”

In Nederland werden singles tijdens de lockdown seksbuddy’s aangereikt.

“Singles waren tijdens de lockdown het meest getroffen, maar het was in ons land wel de groep waar het minst werd naar gekeken. De focus van de overheid lag op het gezin. Seks is voor politici een gevaarlijk onderwerp. Misschien kan Goedele Liekens daar bij de Open VLD wat verandering in brengen.”

Goedele vroeg zich na een opdracht in China af of passie bij ons niet wordt overschat. De verstandshuwelijken houden er langer stand dan onze ‘liefdeshuwelijken’.

“Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dat na één jaar huwelijk de verstandshuwelijken op hetzelfde geluksniveau komen als de ‘romantische’ huwelijken. Een romantische liefde begint met vuurwerk. Alles is fantastisch. Maar dan gaat die curve naar beneden en moet je gewoon worden aan het gewone. Dat merk je ook aan de koppels in Blind Getrouwd die zijn samen gebleven. Diegenen bij wie het meteen spetterde, bleven vaak niet samen. Diegenen die rustig en stap voor stap opbouwden, wel.”

Blind Getrouwd is toch een bijzondere format, met meteen weer 3.600 kandidaten. Wat zegt dat? Dat Tinder niet meer goed werkt?

“De mensen die op Tinder zitten, zijn een amalgaam: zij die seks zoeken, die een vaste relatie zoeken, die zich vervelen, bevestiging willen, die een relatie verbergen… Het is gratis, het is geen kwaliteitslabel. Maar de keuze is zo groot. Vroeger had je twee soorten chips: paprika en zout. Nu sta je in de supermarkt en kan je kiezen: dit of dat of dat…?”

Ik ken een topvrouw die zeer selectief date: een vriend om mee te wandelen, een om mee uit te gaan eten, een voor de seks, een voor de Franse film, een voor de Italiaanse film… De theorie lijkt interessant.

“Waarom niet? Als dat voor haar werkt? Vroeger deelden we alles. Doen de bonobo’s ook. Maar de maatschappij is geëvolueerd. Ik vind: mensen moeten hun keuze kunnen maken. Mensen die nood hebben aan seksuele variatie, kiezen misschien beter voor een open relatie. Mensen die meer nood hebben aan veiligheid en stabiliteit, neigen meer naar een monogame relatie. Die ook nog steeds waardevol kan zijn.”

Foto’s op het strand. Dat zou ik intussen wel eens willen weten, van Annelies. Of al die professionele gesprekken van haar lief over experimenten in de liefde, hun nieuwsgierigheid niet prikkelt?

Wim, lachend: “Zouden we eens een parenclub proberen, Annelies?”

Annelies: “We hebben daar gewoon geen behoefte aan. Ik denk ook niet dat wij thuis meer praten over seks dan andere koppels.”

Wim: “Er zijn wel duidelijke afspraken: als we ‘iets willen doen’ of er komt bijvoorbeeld een verliefdheid op ons af, dan maken we dat meteen bespreekbaar. Dat geef ik in mijn praktijk ook altijd mee. Ontrouw? Nooit achter de rug.”

Bij het laatste glas wijn, wil de fotograaf ook nog wat kwijt over de laatste reeks Blind Getrouwd: “Die Lothar en die Sonny… Ik zat voor mijn scherm: komaan sloefen!”

Wim: “Omdat Tatiana en Laura zich afsloten? Toch moet je soms begrip hebben. Vaak heeft het te maken met een vrees om te springen. Die had ik bij Annelies ook. Zij had ook kunnen zeggen: ik blijf niet meer wachten. We zijn niet onfeilbaar, hé. Soms werkt het gewoon niet.”

Annelies: “Kris, die foto’s morgen is geen probleem hoor.”

Seksuoloog Wim Slabbinck:
© Kris Van Exel

Ze bedoelde, samen met haar geliefde in bed. En onder de douche. Netjes naakt. Geen gêne, veel liefde. Onze wekelijkse spreuken over zon en zee zijn wel heel toepasselijk.

Beminnen en bemind worden, is de zon aan twee kanten voelen schijnen – John Lubbock, Brits staatman 1834-1913

Wim: “Heel mooi. Liefde werkt alleen maar als ze heen en weer beweegt, danst… Om bemind te worden moet je de ander beminnen.”

Een man die eenmaal schipbreuk leed, is bang voor elke zee – Ovidius 43vC – 17 nC.

“Heb ik ondervonden. Mijn eerste relatie is na anderhalf jaar stukgelopen en ik heb dat heel lang meegedragen. Ik werd plots verliefd op iemand anders, maar ik wilde bij mijn eerste grote liefde blijven. Ik ben daar heel open over geweest en het is redelijk heftig en problematisch geëindigd. Daaruit leerde ik: hoe meer je je openstelt voor de liefde, hoe meer pijn ze kan doen. En daardoor werd ik bang om te beminnen, ook bij Annelies: wil ik die pijn nog?”

Het is allemaal goed gekomen. Nu leert hij zijn volk over de liefde. Met zo weinig mogelijk pijn.