Schoonmaakster biedt spontaan hulp aan in rusthuis: “Ik voelde me thuis zo nutteloos”

Stéphanie Petit: "Chapeau voor de mensen die dit al maanden doen. Het is echt niet te onderschatten." (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Met haar eigen schoonmaakbedrijf had Stéphanie Petit vooral horecazaken als klanten, maar door de verplichte sluiting van de cafés en restaurants moest ze meer werkloos thuis zitten dan haar lief was. Via Facebook bood de Ieperse zich dan maar aan om een handje te helpen in de zorgsector en nog geen week later was ze al aan de slag in woonzorgcentrum Wieltjesgracht.

“Kan ik ergens in de zorg enkele uurtjes per dag een helpende hand zijn?” Met die vraag op de Facebookpagina ‘Je zie van iper oa je…’ reikte Stéphanie Petit (39) vorige week haar hand uit naar de zorgsector. “Ik heb mijn eigen schoonmaakbedrijf B&S Cleaning”, vertelt Stéphanie. “Ik werk meestal alleen, soms gaat mijn vriend Pedro Speybrouck mee. Ik werkte eerst deeltijds in een bakkerij en deeltijds als schoonmaakster, tot ik plots een aanbieding kreeg om 20 uur per week in de horeca schoon te maken. Waarschijnlijk via mond-aan-mondreclame kreeg ik er nadien nog veel klanten in de horeca bij. Zo kon ik er sinds augustus mijn hoofdberoep van maken.”

Nutteloos

Door de verplichte sluiting van de horeca verloor Stéphanie ineens veel opdrachten. “Daardoor had ik plots veel vrije tijd, maar ik ben iemand die zich snel verveelt thuis. Ik zei al tegen mijn vriend: ik zal pannenkoeken bakken en ze huis aan huis verkopen, maar blijkbaar mag dat niet zomaar en moet je daarvoor een aanvraag indienen”, lacht Stéphanie. “Om maar te zeggen dat ik niet graag stil zit. Ik moet altijd iets ondernemen. Nu ik bijna niet meer kon schoonmaken, voelde ik mij echt nutteloos. Bovendien was ik nog niet lang genoeg bezig in hoofdberoep om te kunnen genieten van de volledige hinderpremie. Daarvoor wordt immers gekeken naar de cijfers van het vorige boekjaar, maar aangezien ik toen nog in bijberoep werkte, was dat niet veel.”

“Als je zelf geconfronteerd wordt met coronapatiënten, ga je er toch anders over nadenken”

Stéphanie besloot om de hand uit te steken naar de zorgsector. “Ik had gemerkt dat er heel veel vraag naar is”, vertelt Stéphanie. “Er zijn veel verpleegkundigen die aan het crashen zijn. Ik heb zelf nog studies gevolgd in de zorg. Ik heb die studies dan wel niet afgemaakt, maar toch ben ik van ingesteldheid iemand die graag andere mensen helpt.”

Dankzij haar oproep op Facebook kreeg Stéphanie heel wat tips. Uiteindelijk nam ze zelf contact op met woonzorgcentrum Wieltjesgracht. Dinsdag mocht ze er langsgaan voor een gesprek. “In de namiddag ging ik solliciteren en ik mocht meteen beginnen. ‘We zitten hier echt in de shit‘, werd mij verteld. Ik had dat helemaal nog niet verwacht. Ik moest nog naar huis om de juiste schoenen aan te trekken, maar daarna ben ik er meteen ingevlogen”, vervolgt Stéphanie. “Het is in de schoonmaakdienst, omdat er daar enkele personeelsleden uitgevallen zijn. Het was er echt superdruk. Mijn collega’s wisten niet waar eerst beginnen, ook door de nieuwbouw die men nu aan het bouwen is. Dinsdag had ik al meteen drie kamers schoongemaakt en helemaal ontsmet tot de vuilnisbak toe, omdat er Covid-patiënten hadden gelegen.”

Beschermende pakken

Zo werd Stéphanie meteen voor de leeuwen gegooid. “Het was een zottekot. Ik werd er echt ingesmeten. Ik werkte samen met een meisje en zij vertelde me dat ze zo dankbaar was voor mijn hulp, want dat er ook bijna door zat. Ze had al dagen van 12 uur werken achter de rug. In die beschermende pakken is het ook echt warm. Het was mijn eerste keer, maar chapeau voor zij die het al maanden doen. Het is echt niet te onderschatten.”

Twintig uur per week

Woensdag stond Stéphanie om 13 uur alweer terug aan Wieltjesgracht om een shift van vier uur te draaien. “Ik zal elke dag in de namiddag werken van 13 tot 17 uur, behalve op donderdag omdat ik dan nog een klant heb. Om de twee weken zal ik ook op zaterdag en zondag werken in de voormiddag of namiddag. Ik kreeg meteen een contract voor twintig uur per week aangeboden. Maar had men mij gevraagd om twee of drie uur per dag als vrijwilliger te werken, dan zou ik het ook gedaan hebben. Ik heb nu wel een inkomen, maar het is zeker niet voldoende om het verlies van mijn hoofdberoep te compenseren.”

In ieder geval is Stéphanie tevreden dat ze haar steentje kan bijdragen in de zorgsector. “Ik heb nu met mijn eigen ogen gezien hoe het eraan toe gaat. Ik heb ook covid-patiënten gezien en bezoekers die aan het raam staan en zoentjes gooien. Mijn hart brak. Ik ken gelukkig niemand die in een ziekenhuis of een rusthuis zit. Mijn mareintje wordt ook 84 jaar. Ze is wel nog goed, maar je gaat er toch eens anders over nadenken als je er zelf mee geconfronteerd wordt”, besluit Stéphanie.

“Duidelijke stijging van spontane sollicitaties na sluiting horeca”

Twee directeurs van Ieperse woonzorgcentra bevestigen dat ze meer aanbiedingen krijgen van mensen om te komen helpen. In hoeverre er ook gebruik van gemaakt wordt, hangt af van rusthuis tot rusthuis. “Het is ook voor ons wat zoeken wat die mensen voor ons zouden kunnen betekenen”, zegt Bart Man, directeur van Huize Zonnelied en Wintershove. Huize Zonnelied werd vroeg in de tweede golf getroffen door een corona-uitbraak. “Veel mensen die in quarantaine zaten, zijn nu aan het terugkeren. Sinds de sluiting van de horeca is het wel duidelijk dat er meer mensen zich aanbieden. We hadden een hele periode een groot tekort aan zorgpersoneel, maar die taken kun je sowieso niet geven aan mensen die daarvoor niet zijn opgeleid. Maar ze kunnen altijd steun bieden in bijvoorbeeld vervoer of animatie.”

Net zoals Stéphanie kwamen ook mensen uit de schoonmaaksector zich aanbieden. “Maar dat was niet massaal. Er is daar wel een problematiek aan verbonden. Als de mensen zich aanbieden, zijn ze meestal in economische werkloosheid en stempelen ze. Dan merken ze dat het niet evident is om aan de slag te gaan als flexi-jobber zonder meer inkomen te verliezen dan wanneer ze zouden stempelen.”

Ook bij Huize Sint-Jozef in de Meenseweg zien ze het aantal aanbiedingen van vrijwilligers en flexijobbers stijgen, maar willen ze er niet altijd op ingaan. “Omdat we geen extra contacten willen creëren, kunnen we niet op elke vraag ingaan”, klinkt het bij directeur Hilde Hemelsoen. “Maar de situatie in een woonzorgcentrum kan snel veranderen. We zijn voorbereid en hebben uit voorzorg extra mensen aangeworven. We weten ook waar en hoe we de vrijwilligers kunnen vinden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier