Ruben Seynhaeve was 20 in 2000: “De jeugd is onze toekomst”

Ruben Seynhaeve, twintig jaar geleden en vandaag. © Archief KW/Joke Couvreur
Philippe Verhaest

‘Ik word 20 in 2000.’ Zo heette de rubriek waar meer dan 500 jonge West-Vlamingen in onze krant vertelden over hun leven. Twintig jaar later confronteren we ze met hun uitspraken van toen. Deze week is het de beurt aan Ruben Seynhaeve.

Ruben Seynhaeve

Ruben Seynhaeve (°6 augustus 1980) is getrouwd met Bénédicte Maertens (37) en samen met hun kinderen Mathieu (11) en Michelle (6) wonen ze in Harelbeke. Ruben groeide op in Kuurne en is de zoon van Frank Seynhaeve en Marijke Blomme. Hij is de broer van Annelies (37) en Anneleen (32). Ruben heeft een bachelordiploma lager onderwijs op zak en is sinds elf jaar directeur van VBS Mariaschool in Harelbeke. Hij minivoetbalt bij MVC De Gilde, houdt van joggen en gaat af en toe ook vissen.


“Ik ben geen uitgaanstype. Ook in Leuven, waar ik op kot zit, blijf ik vaak thuis”

(glimlacht) “Dat is toch wat veranderd, moet ik toegeven. Ik kom heel graag onder het volk, maar twintig jaar geleden moest ik nog openbloeien. Dat is trouwens in Leuven gebeurd. Een groot fuifbeest ben ik nog altijd niet, maar ik hou wel van sociaal contact. Er moet al veel gebeuren vooraleer ik een uitnodiging afsla. Aan de andere kant kan ik ook genieten van gewoon thuis te zijn. Op 12 maart 2019 werd ik met een burn-out geconfronteerd. Ik kon amper nog iets onthouden, ik zat er volledig door. Te veel hooi op de vork genomen, klonk het. Ik heb toen een half jaar rust moeten nemen en sindsdien heb ik veel meer aandacht voor de work-life balance. Ik werd echt met mezelf geconfronteerd en nu weet ik wat écht belangrijk is: mijn gezin, mijn familie en dichte vrienden. Mijn werk primeert ook nog altijd, maar het komt niet altijd meer op de eerste plaats. Al doe ik mijn job nog steeds met hart en ziel, laat dat duidelijk zijn.”

“Ik doe aan atletiek en speel bij de reserven van Noordstar Heule. Sport is belangrijk.”

“En dat is het 20 jaar later nog altijd. Ook op school promoot ik lichamelijke opvoeding. Wat mij betreft, zou dat een van de belangrijkste vakken mogen zijn. Ook mijn kinderen hebben die mentaliteit. Mathieu voetbalt bij de U12 van KRC Harelbeke, Michelle loopt bij de Gavertrimmers. Ik heb ze niet moeten pushen, maar ze weten dat ik erg veel belang hecht aan sport. Zelf jog ik regelmatig en speel ik nog minivoetbal. Ik ben ook lid van de Gavertrimmers en het organisatiecomité van Rapper dan een Ezel, dat elk jaar een halve marathon doorheen Kuurne op poten zet. Voor het katholiek onderwijs in Harelbeke heb ik een start to run-sessie uitgebouwd en dit jaar wilde ik trainen voor een volledige marathon. Al heeft corona wel wat roet in het eten gestrooid… En met mijn zoon ga ik af en toe nog eens vissen. Quality time ten top.”

“Als een volwassen of oudere mens in beschonken toestand een ongeval veroorzaakt, besteedt de media daar veel minder aandacht aan dan bij jongeren”

“Daar sta ik nog altijd achter. Jongeren worden vaak veel te snel gestigmatiseerd, terwijl de jeugd onze toekomst is. Ik werk elke dag met kinderen en jongeren en ze weten echt wel waar ze mee bezig zijn. Trouwens, op vlak van alcohol achter het stuur is de jeugd van tegenwoordig veel verstandiger dan de iets oudere bevolkingsgroep. Niet drinken en rijden, zij zijn daarmee opgegroeid.”

“Generatieconflicten zullen er altijd zijn, maar mijn ouders zijn flexibel en modern”

“Dat zijn ze nog steeds. Ik heb een bijzonder goeie band met hen. Ik hoor of zie mijn ouders wekelijks. In het verleden zullen er ongetwijfeld wel enkele stevige discussies geweest zijn, maar dat hoort nu eenmaal bij het opvoeden. Ik ben erg trots op de waarden die ik van mijn moeder en vader heb meegekregen. Ze hebben me geleerd dat je iedereen moet respecteren en je altijd voor de volle honderd procent moet geven. Dat probeer ik ook mijn eigen kroost duidelijk te maken. Ik hoop dat ik met mijn zoon en dochter een even mooie relatie kan opbouwen. Ze weten dat ze altijd bij mij terecht kunnen en ik ga ook mee in hun leefwereld. Met Mathieu een potje FIFA op de PlayStation spelen: heerlijk.”

“Ik kan niet tegen hoogmoed, tegen mensen die zich beter wanen dan een ander”

“Daar heb ik nog altijd problemen mee. Iemand die dikkenekkerig doet, is bij mij aan het foute adres. Als schooldirecteur sta ik ook het liefst tussen de leerkrachten en leerlingen. Als iemand me met meneer de directeur aanspreekt, voel ik me daar wat ongemakkelijk bij.”

“Ik zou af en toe wat meer kwaad willen worden. Soms ben ik veel te braaf”

“Het duurt nog altijd lang vooraleer ik serieus uit mijn krammen schiet, maar áls het gebeurt, zal iedereen het geweten hebben. Ik heb van nature een dik vel en kan veel incasseren, maar sta ook wel op mijn strepen. Als schooldirecteur moet dat ook, al zal ik zelf altijd eerst voor de zachte weg kiezen. Liever een constructief gesprek voeren dan iemand botweg op fouten wijzen. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik over een superteam beschik. Tijdens mijn burn-out heb ik dat aan den lijve ondervonden.”

“Ik zou graag eens willen tafelen met Frank Vandenbroucke. De wielrenner, niet de politicus”

“Met de coureur zal dat wat moeilijk worden, nu zou ik wel met de minister aan tafel willen zitten. Van 2004 tot 2009 was hij Vlaams minister van Onderwijs en toen heeft hij mooi werk geleverd. Ik zou heel graag zijn visie op het huidige onderwijslandschap horen. De voorbije weken is mijn respect voor de man alleen maar toegenomen, want als minister van Volksgezondheid pakt hij de coronacrisis goed aan. Een fascinerend man.”


Lees hier het interview dat verscheen op 10 september 1999:

Ruben Seynhaeve zag het levenslicht op 6 augustus 1980, en vierde dus een goeie maand geleden zijn 19de verjaardag. Net als zijn twee zussen – Annelies (16) en Anneleen (11) – woont de Kuurnenaar nog in bij zijn ouders, in de Menapiërsstraat. Vader Frank (46) is schilder, moeder Marijke Blomme (46) is kleuteronderwijzeres in Hulste. Ruben begint binnenkort zijn studeis als onderwizer. Vorig jaar probeerde hij nog het licentiaat L.O. in Leuven, jamer genoeg zonder succes. Ook nu blijft hij in Leuven studeren en… op kot zitten.

Hoe ziet jouw doordeweekse weekend eruit?

Ruben: “Tijdens de week ben ik niet thuis, want ik zit dan natuurlijk op kot. Op vrijdagavond kom ik thuis en wat ik dan doe, hangt er van af. Soms ga ik uit, soms blijf ik rustig thuis. Waar ik dan eventueel uitga, is dat soms op café, dan weer naar de cinema, ook gebeurt het dat we naar discotheek Chopin trekken. Maar eigenlijk ben ik niet meteen het uitgaanstype. Nee, ook gedurende de week ga ik in Leuven niet zoveel uit. Op zaterdag studeer ik ‘s morgens meestal. In de namiddag ga ik eens op familiebezoek of loop ik een eindje. En ‘s avonds ga ik net als ‘s vrijdags uit of blijf ik lekker gezellig thuis. Op zondagsvoormiddag is er tijd voor voetbal voorzien. Ik speel bij tweedeprovincialer Noordstar Heule, bij de reserven welteverstaan. Ik kan door mijn studieverplichtingen ook weinig of nooit trainen, hé. Vorig jaar was dat ook al een probleem, maar ik speelde toen nog bij KV Kortrijk. Het is duidelijk. Zolang ik op kot zit, mag ik mijn voetbalambities opbergen. Ik heb trouwens nog andere sportieve hobby’s. Zo doe ik aan atletiek, ik ben dan ook lid van de KKS (Koninklijke Kortrijk Sport). Mijn specialiteiten? Vooral op de lange afstand kan ik goed mijn streng trekken. Ik heb het dan over de 5.000 of 10.000 meter. Alhoewel ook de marathon mij wel aanspreekt. Binnenkort is er trouwens weer de marathon van Kuurne, ik zal voor de tweede keer van de partij zijn. Maar dat is zowat de enige die ik op een jaar doe. Het vergt teveel voorbereiding en ik heb geen tijd om ervoor te trainen. Een derde hobby van mij is vissen. Of je geduld moet hebben? Zo’n fanatieke visser ben ik nu ook weer niet.”

Je bent 19: rij je al in auto? Hoe rij je? Wat vind je in het algmeen van jongelui achter het stuur?

Ruben: “Ik heb sinds twee weken mijn rijbewijs. Hoe ik rij? Bwah, ik denk dat ik eerder een voorzichtige chauffeur ben. Ik vind dat wel belangrijk. Je moet toch niet te roekeloos rijden. Veel jongeren rijden inderdaad nogal gevaarlijk, meestal is dat ook om stoer te doen. Ze worden opgejut door ‘vrienden’ en dan gebeurt wel eens een ongeluk, ja. Het zou niet mogen. Maar ik vind eveneens dat dit ferm overdreven wordt. Als een volwassene of een ‘oudere mens’ in een niet al te nuchtere toestand een ongeluk veroorzaakt, gaat daar veel minder de aandacht op gevestigd worden door de media. En het zal niet snel gebeuren dat ik bier of alcohol ga drinken als ik uitga met de wagen. Ook als iemand van de vriendenkring chauffeur is, zal die niet drinken. De mogelijke gevolgen zijn te verstrekkend.”

Hoe zit het met je muzikale smaak?

Ruben: “Waar ik naar luister, hangt totaal af van de stemming waarin ik verkeer. Maar in het algemeen luister ik wel naar top-30 muziek. Ja, het mag ook house zijn. Zolang het maar niet te hard staat.”

Hoe belangrijk is muziek in jouw leven?

Ruben: “Als ik opsta, hoor ik wel graag wat muziek, mijn radio staat ook altijd op. Ik luister graag naar muziek. Vooral ‘s morgens dan. Maar voor mij moet het niet echt, ik zou gerust zonder kunnen.”

Hoe ouderwets vind je je ouders? Hoe streng zijn ze? Is er een verschil tussen je vader en je moeder?

Ruben: “In mijn ogen zijn mijn ouders flexibel en modern. Ze zijn natuurlijk kinderen van hun tijd en ik ben een kind uit deze tijd. Generatieconflicten zullen er altijd en overal zijn. Maar ze zijn niet echt ouderwets, nee. En streng zijn ze mijns inzien ook niet. Het verschil tussen hen? Mijn vader is meer recht-door-zee terwijl mijn moeder meer het relativerende type is. Ze zal daarentegen wel streng zijn als het moet, maar is zelden kwaad.”

Waar kan je absoluut niet tegen? Waar kom je absoluut tegen in opstand?

Ruben: “Ik kan niet tegen hoogmoed, tegen mensen die zich beter wanen dan een ander. Enkel en alleen omdat ze al dan niet een beetje meer verdienen. Ook leugenaars kan ik niet zo goed verdragen. Een leugentje om bestwil, dat kan. Maar echt liegen om te liegen, dat kan ik niet hebben. Aan wie ik nu denk? Aan de politici, zeker?”

Wat had je graag willen kunnen of wat zou je graag kunnen dat je niet kunt?

Ruben: “Ik zou af en toe wel eens meer kwaad willen kunnen worden. Ik ben soms nog veel te braaf. Tegen mensen die ik niet zo goed ken, durf ik soms te weinig mijn gedacht zeggen.”

Je mag vier (al of niet wereldberoemde) personen noemen met wie je eens gezellig samen aan tafel zou willen zitten. Wie kies je?

Ruben: “Eerst en vooral inviteer ik Frank Vandenbroucke. Ik heb het dan natuurlijk over de wielrenner, en niet over de politicus. Verder dacht ik aan Mieke Vogels, omdat ik ook een ‘groene’ ben. Vervolgens nog Bill Gates en mijn vrienden.”