Rony Bekaert (67) uit Roeselare is militair in hart en nieren: “Ik had geen plan B”

Ronny Bekaert staat aan de wieg van de militaire taptoes in Roeselare.© Stefaan Beel
Ronny Bekaert staat aan de wieg van de militaire taptoes in Roeselare.© Stefaan Beel
Peter Soete

Als kind had Rony Bekaert maar één doel voor ogen: militair worden. Hij verwezenlijkte zijn droom en zelfs nu hij met pensioen is, blijft Rony verbonden met de militaire wereld. Als voorzitter van het VE Day Comité staat hij aan de wieg van de militaire taptoes in Roeselare.

Het stond in de sterren geschreven dat je een militaire carrière zou kiezen?

Rony Bekaert: “Zonder twijfel. Mijn pa was beroepsmilitair bij de luchtmacht in Koksijde en als kleine jongen wilde ik dat ook worden. Het had iets avontuurlijk, de militairen van de luchtmacht droegen een mooi uniform, in crisistijden zou je het vaderland verdedigen. Ik wist al op heel jonge leeftijd dat ik militair wilde zijn. Ik was nog maar zestien toen ik drie dagen naar het Klein Kasteeltje ging om toelatingsproeven af te leggen en medisch gekeurd te worden. In het interview was er een kleine druk om voor de landmacht te kiezen maar mijn pa had mij op het hart gedrukt om voet bij stuk te houden. Ik moest vasthouden aan de luchtmacht. Dat heb ik ook gedaan en in september 1970stapte ik als kandidaat-onderofficier van de luchtmacht binnen in de school voor onderofficieren in Saffraenberg bij Sint-Truiden.”

Wat als je was afgekeurd geweest voor militaire dienst?

“Geen idee. Ik had geen plan B. Misschien had ik dan verder gestudeerd om mijn A2-diploma te halen. Maar ik heb er nooit bij stilgestaan dat het leger niet zou lukken. Al heeft het toch nog aan een zijden draadje gehangen. Mijn pa had mij altijd voorgehouden dat ik 80 procent moest halen op school vooraleer ik naar de school voor onderofficieren mocht gaan. Ik werd dat jaar de primus van de klas met … 79,6 procent. Het heeft mijn klastitularis toch moeite gekost om mijn vader te overtuigen om mij te laten beginnen in Saffraenberg. Hij was een militair, hé, en militairen zijn zeer rechtlijnig (lacht) .”

Hoe verliep je opleiding?

“Na één jaar opleiding werd ik korporaal en na twee jaar studeerde ik af als sergeant met als specialisatie overlevingsmateriaal. Ik was een specialist in alles wat piloten nodig hebben om te overleven in maar ook buiten hun vliegtuig: de kledij van de piloten, zuurstofmaskers, parachutes, pilotenhelmen, zwemvesten, reddingsbootje, …”

“Na twee jaar mocht ik beginnen op de luchtmachtbasis in Koksijde waar mijn pa ook had gewerkt. Ik ben er gebleven tot mijn pensioen en ik heb het mij nooit beklaagd dat ik voor het leger heb gekozen.”

Nochtans was Koksijde niet je oorspronkelijke kazerne?

“Neen, dat was ook geluk hebben. In Saffraenberg hoorde ik dat ik werd toegewezen aan de kazerne van Bierset. Maar mijn pa kwam niet veel later thuis met de mededeling dat er in Koksijde iemand met pensioen ging binnen enkele maanden. Ik deed dan een mutatie-aanvraag naar Koksijde nog voor ik klaar was in Saffraenberg en voor ik een voet in Bierset had gezet. Die aanvraag werd goedgekeurd en dat was toch redelijk uniek in die periode. In Koksijde was ik eerst specialist overlevingsmateriaal, dan werkte ik op het secretariaat van de voertuigen en ik ben ook eenheidsadjudant geweest. In 2009 ging ik als adjudant met pensioen.”

Wie lid was van het muziekkorps moest geen wacht lopen

Ondertussen was je in Roeselare ook al actief in de vaderlandslievende verenigingen?

“In 1993 stond ik mee aan de wieg van de militaire vriendenkring regio Roeselare. Ik was voorzitter en ik was bovendien de eerste niet-oudstrijder in het bestuur. Ik ben ook voorzitter geweest van de verbroedering van vaderlandslievende verenigingen Roeselare, van de 21 juli-stratenloop, van de boodschap van de vredesduif en van de meters en peters van de erebegraafplaats. Ik ben ook lid en/of bestuurslid geweest van de British Torch Belgian Branch, het nationaal IJzerfront voor België, de hulde aan koning Boudewijn en het huldecomité voor oorlogsslachtoffers.”

Dat zijn een heleboel vaderlandslievende verenigingen?

“Ik ben inderdaad een echte Belg (lacht) . Maar ik heb een beetje gas teruggenomen. Ik bekommer me nu enkel en alleen nog om de militaire taptoe die wordt georganiseerd door het VE Day comité waarvan ik voorzitter ben.”

Waarom ben je gestart met militaire taptoes in Roeselare?

“Dat begon tijdens mijn opleiding in de school voor onderofficieren. Wie lid was van het muziekkorps moest geen wacht of piket lopen. Ik deed mee aan de audities en werd aanvaard als trommelaar. In 1971 mocht ik bijvoorbeeld meelopen in de taptoes aan de kust en ik vond dat formidabel. Dat is me altijd bijgebleven en daarom heb ik in 2001 de eerste taptoe georganiseerd in Roeselare. Het waren de koninklijke harmonie Moed en Vlijt Kuurne, de koninklijke harmonie Vreugd en Deugd Meulebeke en de koninklijke harmonie Gildemuziek Roeselare die toen het beste van zichzelf gaven.”

Ondertussen vindt er al twee jaar geen taptoe plaats?

“Corona gooit natuurlijk roet in het eten. Wij krijgen veel hulp van de meters en de peters van de erebegraafplaats, van Halte R, van Buurt & Co, van de stad Roeselare, van sponsors en van losse medewerkers. Gelukkig weten wij ons verzekerd van hun steun voor de volgende editie in 2022.”

Wie is Rony Bekaert?

Privé

Geboren in Torhout op 25 juli 1953, single, twee kinderen: Kristof (46) en An-Sofie (42), drie kleinkinderen. Woont in de Koning Albert I-laan in Roeselare.

Opleiding

Lager onderwijs in Torhout, middelbaar in Torhout (RMS) en aan zeventien jaar school voor onderofficieren in Saffraenberg (Sint-Truiden). Van 1972 tot 2009 (pensioen) onderofficier op de luchtmachtbasis Koksijde.

Vrije tijd

Autoritten (langs Engelse kerkhoven), terrasjes doen, wielrennen.